
Om de binnenstad prettig en aantrekkelijk te houden wil een groot aantal raadsleden kunnen sturen op dag- en bezorghoreca. Volgens de raad is het centrum tegenwoordig niet meer een place to buy, maar een place to be.
“Met het voorstel dat we doen voeren we eigenlijk de wens van de raad uit”, vertelt wethouder Carine Bloemhoff (PvdA) van Economische Zaken. “Eerder zijn er moties aangenomen op het kunnen sturen van daghoreca en retailers. Daar zijn we mee aan de slag gegaan.” Het voorstel dat dat heeft opgeleverd, moet voorkomen dat panden makkelijk worden omgezet naar een dag- of bezorghorecabestemming. Het uitgangspunt is dat daghorecagelegenheden, die een bijdrage leveren aan de levendigheid van de binnenstad, kunnen blijven. Voor andere vormen van dag- en bezorghoreca gelden extra eisen. Het gaat bijvoorbeeld over de komst van fastfood- en lunchzaken en bedrijven die zich enkel richten op het bestellen en bezorgen.
“Draagt een bezorghorecabedrijf bij aan de levendigheid in de binnenstad?”
Sinds 2016 wordt er een forse toename gezien van het aantal daghorecazaken in het centrum. Inmiddels is de definitie van daghoreca zo breed interpreteerbaar dat ook grillrooms, restaurants en cafés er onder kunnen vallen. Hierdoor kan een shoarmazaak zich vestigen in een voormalig winkelpand, terwijl een dergelijk bedrijf niet winkelondersteunend is en ook niet bijdraagt aan de levendigheid en de kwaliteit in de winkelstraat. Bloemhoff: “Draagt een bezorghorecabedrijf, dat bezorgfietsen voor de deur heeft staan, bij aan de binnenstad? Wij denken van niet.”
Vergunningsplicht
In Groningen wordt gewerkt met vijf horecacategorieën. Bij het voorstel wordt de eerste categorie opgesplitst in een ‘a’ en een ‘b’ variant. Winkelondersteunende horeca (1a) zijn bedrijven die een verblijf in de binnenstad aangenaam moeten maken. Je kunt er een kopje koffie of een ijsje krijgen. Bij fastservice horeca (1b) gaat het om snackbars of grillrooms. Het zijn bedrijven die in het algemeen niet bijdragen aan het verblijfsklimaat. Daarom zal voor hen een vergunningsplicht gaan gelden.
Joren van Veen (PvdA): “Je wilt niet een straat met alleen koffietentjes”
Joren van Veen van de PvdA: “Groningen heeft een geweldig centrum. Er is een variété aan retailers, horeca, grote franchisers en Forum Groningen. De balans hierin is belangrijk. Je wilt niet een straat met alleen koffietentjes, waarbij er alleen verschil zit in de soorten cakejes die geserveerd worden en de bonen die gebruikt worden. Maar een straat met alleen winkels is ook niet wenselijk. We hebben een mix nodig.” Daar reageert Daan Swets van Student & Stad op: “Maar we gaan het koffiezaakjes toch niet moeilijker maken, maar juist snackbars en grillrooms toch?” Van Veen: “Dat klopt, maar het gaat om het bewaken van de mix.”
Ietje Jacobs-Setz: “Krijgt een vierde snackbar in de Zwanestraat geen vergunning?”
Dit betekent dus ook dat bedrijven geweigerd kunnen worden. Ietje Jacobs-Setz van de VVD: “Stel dat er in de Zwanestraat drie snackbars zitten, krijgt de vierde dan geen vergunning?” Van Veen: “Zo vanuit de heup schietend zou ik zeggen dat dit bedrijf dan inderdaad geen vergunning krijgt. Wel is het bij dit voorstel belangrijk om een vinger aan de pols te houden. Dat we over twee jaar evalueren, ook als het gaat om de 1a-categorie. Werkt het? Of moet ook bij 1a een vergunningsplicht komen?” Bloemhoff is het hier mee eens, en zegt een evaluatie waardevol te vinden.
Tim van de Vendel (GroenLinks): “Het eigen succes heeft geleid tot problemen”
Tim van de Vendel van GroenLinks: “Dit is een goed plan. De daghoreca heeft veel levendigheid en ondernemersvrijheid gebracht. Het eigen succes heeft geleid tot problemen, en het is goed dat er nu een oplossing is. Een oplossing waarmee we de controle terugkrijgen over de binnenstad.” Hans de Waard van de SP: “Een binnenstad is altijd in beweging. In het begin van de twintigste eeuw ontstond de mogelijkheid om in het centrum te gaan winkelen. Dit duurde tot 2000, toen de verkoop via internet met rasse schreden toenam. Als raad hebben we hier weinig invloed op. Maar we kunnen wel bijsturen en omarmen wat goed is. Mensen hebben behoefte aan verbinding. Dat het centrum meer een verblijfsplek wordt waar je elkaar tegenkomt, daar draagt dit voorstel een bijdrage aan bij.”
Ietje Jacobs-Setz: “Mijn hart loopt niet over van warmte als ik denk aan reguleren”
Is er dan geen kritiek? Jawel. Bijvoorbeeld van de VVD. Jacobs-Setz: “Dit voorstel gaat uit van wensdenken en maakbaarheid. Mijn hart loopt niet over van warmte als ik denk aan reguleren. Een koffietentje zal niet in een straat gaan zitten waar alleen maar koffietentjes zitten. Zo’n bedrijf heeft winkels nodig. Een ondernemer kan dat prima zelf beslissen. Daar heeft hij de overheid niet voor nodig.” En samen met D66 maakt men zich zorgen over de leegstand: “Als een pand leegstaat, dan duurt verhuren langer als je met allerlei beperkingen gaat werken. In de Zwanestraat staat best wel wat leeg. Als je zegt alleen ‘a’, ‘b’ en ‘c’ mogen er in, dan is dat erg beperkt als ook ‘d’, ‘e’ en ‘f’ er gebruik van mogen maken.” D66 geeft aan liever een straat vol koffietentjes te hebben dan gebouwen die leegstaan.
Wethouder Carine Bloemhoff: “Belangrijk dat we een bruisende stad blijven”
Bloemhoff is blij met de brede steun. “Het is belangrijk dat we een bruisende stad blijven. En bij dit voorstel is veel mogelijk. Winkels in de binnenstad mogen bijvoorbeeld tot 22.00 uur openblijven. Niet iedereen doet dit. Maar als jij een koffiebar hebt, en de winkels om je heen sluiten om 18.00 uur, dan is het prima dat jij tot 19.00 uur open blijft. Waar het verschil in zit is dat het niet de bedoeling is dat je alleen in de avond opent bent. Want dan valt het niet onder daghoreca.” Wat Bloemhoff betreft is er ook geen angst voor leegstand. Zo steunen de Koninklijke Horeca Nederland en de Groningen City Club de voorstellen.
Ebbingekwartier
De bewonersorganisatie Hortus en Ebbingekwartier hadden voor de vergadering een brief gestuurd waarin zij hun zorgen uiten. Als een dergelijk beleid voor de binnenstad gaat gelden, dan zijn zij bang voor een waterbedeffect. Daarom vragen ze zich af of ze onderdeel kunnen worden van het omgevingsplan binnenstad. Volgens de wethouder is dit lastig. Wel zegt Bloemhoff dat het omgevingsplan voor dit deel van de stad aangepast kan worden, maar dat dit tijd gaat kosten.