Van meubelmaker tot vogelaar

Om vijf uur opstaan om vogels te tellen. Cor Procé doet het regelmatig. Hij is namelijk vogelaar in natuurgebied De Onlanden: “In de vroege ochtend dwaal ik hier rond. Je waant je in een groot, woest natuurgebied, ver weg van de menselijk beschaving. Dat is fantastisch om te doen.” 

Samen met zo’n 25 andere vogelaars, telt hij de broedvogels in het gebied. Iedere vogelaar heeft zijn of haar eigen vak. Cor laat zijn papieren zien: “Kijk, dit is mijn telgebied. Best groot.” En met een divers landschap, waaronder moeras en grasland. 

Om de tellingen goed te doen, heeft Cor een speciale uitrusting: een kladblok, telefoon om zijn locatie te bepalen, een bezemsteel en lieslaarzen. “Die stok gebruik ik om te voelen of er een sloot is.” Maar dat gaat niet altijd goed. Soms mist Cor een sloot en dan kunnen zelfs zijn hoge laarzen hem niet helpen. “Dan ga ik nat.”

Het interview wordt onderbroken door een kleine KBV die plotseling in de lucht verschijnt en in een vingerknip weer in het riet verdwijnt. “Een Klein Bruin Vogeltje: de rietzanger. Kijk daar is hij! Oh, hij is weer weg.” Vogelaars moet het duidelijk niet alleen van hun ogen, maar ook van hun oren hebben. “Sommige vogels zie je helemaal niet. Misschien zelfs nooit.”

Bij sommige vogels is het horen van het gekraai genoeg om als waarneming te tellen. Voor andere vogels moet je het dier minimaal twee keer zien. Voor de rietzanger was dit korte moment genoeg: Cor zet een plusje op zijn plattegrond met de letters ‘RZ’ van rietzanger.

“We kijken aan de hand van het gedrag van een vogel of hij een territorium heeft.” Dat verschilt per soort. “Voor sommige vogels is het al voldoende als je een mannetje één keer hoort zingen. Dan weet je: die heeft daar een nest. Bij andere soorten moeten meerdere of vaker vogels gespot worden.”

De rietzanger is niet het hele jaar in De Onlanden. “In de winter vliegt hij naar Afrika, helemaal naar de Sahel ongeveer. Dat is iets van 5.000 à 6.000 kilometer vliegen. Dat vind ik fantastisch”, vertelt Cor. “Die beestjes hebben net die afstand afgelegd, komen hier aan en beginnen direct vrolijk te zingen van: ‘hier ga ik mijn nestje bouwen.’ Geweldig!”

Cor vertelt dat er zo’n honderd verschillende soorten broedvogels zijn in dit gebied. “Als je daar de jongen en de langskomende vogels bij optelt, zijn hier zeker meer dan 100.000 vogels.” Genoeg te tellen dus. 

OOG TV ging met Cor op pad voor de huidige hevige uitbraak van vogelgriep in het gebied.