Toeristen weten hun weg naar de highlights van de stad Groningen wel te vinden, maar wat is er te zien buiten deze bekende plekken? Stadsgids Titus Akkermans neemt ons mee langs de verborgen parels van Groningen, van stille hofjes en de wijken tot de mooie natuur en een unieke Chinese tuin.
De Martinitoren, het Forum en het Groninger Museum zijn plekken die toeristen moeiteloos weten te vinden. Uit ons eerdere onderzoek naar toegenomen toerisme in Groningen blijkt dat dit de populairste toeristische trekpleisters van onze gemeente zijn.
Laten we de mooie plekjes die, nog niet overspoeld worden door toeristen, lekker voor ons zelf houden.
In dezelfde vragenlijst gaven panelleden antwoord op de vraag: “Wat is volgens jou het meest onderschatte stukje Groningen dat toeristen vaker zouden moeten bezoeken?”
Hoewel sommige Groningers ervan overtuigd zijn dat we deze geheimen beter kunnen bewaren, noemden anderen juist de plekken die volgens hen meer aandacht verdienen.
Met name de Ommelanden, Reitdiephaven en het Hoge der A werden regelmatig genoemd.
De Ommelanden zijn zo prachtig en divers, van intieme gebieden tot weidse vergezichten, wat wil je nog meer?
Maar een aantal ‘verborgen’ plekken sprongen eruit.
Stadsgids Titus Akkermans nam ons mee naar deze ‘parels van Groningen’ en vertelde waarom niet alleen toeristen, maar ook Groningers deze bijzondere locaties niet mogen overslaan.
De hofjes. Er wordt meestal op bekende plekken gewezen terwijl de verscholen hofjes uniek en prachtig zijn!
Hofjes
Groningen zit vol verborgen hofjes die vroeger gratis onderdak boden aan armen, weduwen en zieken. Ze liggen midden in de stad, vaak zo goed verstopt dat je er ongemerkt aan voorbijloopt. De hofjes bevinden zich namelijk achter muren, met meestal een mooie deur als toegangspoort.
Titus neemt ons mee naar het Pepergasthuis, waar hij vertelt over de geschiedenis van dit gasthuis uit 1405 en de verschillende functies die de woningen door de eeuwen heen hebben gehad. Ook andere hofjes in de stad zijn te bezoeken tijdens een stadswandeling.
De mooie Stadswijken en de prachtige architectuur die we daar hebben
Blauwe Dorp
De binnenstad is allang geen verborgen plek meer, maar de omliggende wijken blijven vaak onontdekt. We gingen langs bij het Blauwe Dorp. Een onderdeel van de Oosterparkwijk. Misschien denk je bij die naam aan een straat vol blauwe huizen, maar dat is niet het geval. Na de Eerste Wereldoorlog werden wijken aangeduid met de kleuren van de Nederlandse vlag – het had dus te maken met de nationale identiteit, niet met de kleur van de huizen.
Wat het Blauwe Dorp zo speciaal maakt, is de architectuur. De huizen die er staan lijken op oude boerderijtjes. Maar deze stadse huizen zijn niet gebouwd met de functie als boerderij. De wijk werd ontworpen in het begin van de 20e eeuw, een tijd waarin veel mensen in krotwoningen leefden en er een nieuwe manier van denken ontstond, ook op het gebied van architectuur.
Zo kwam het idee van een ‘tuindorp’: “Tuindorp betekende, beter woningen en ruimte eromheen om de levensstandaard te vergroten” vertelt Titus. Een unieke plek in een stadswijk, die niet overslagen mag worden.
Stadspark, prachtig park om te recreëren en op loopafstand van het centrum.
Stadspark
Het Noorderplantsoen, het stadsstrand en nu ook het Zuiderplantsoen zijn bekende plekken waar Stadjers, studenten en ook toeristen graag recreëren. Maar in 1926 kreeg Groningen een park van maar liefst 140 hectare: een plek waarvan we, volgens stadsgids Titus, veel meer van zouden moeten genieten. “Trek je wandelschoenen aan, pak de fiets. Waarom zouden we alleen maar naar het Noorderplantsoen gaan, als we hier een veel groter gebied hebben waar je ook van alles kan ondernemen.”
En dat recreëren in stadspark kan deze zomer nog beter. De vijver bij het paviljoen wordt, als alles goed gaat, weer een zwemvijver. Net als in 1926 kunnen mensen hier veel mensen weer zwemmen, zoals het altijd al bedoeld is. Op deze manier hoopt de gemeente ook het drukke Noorderplantsoen en het stadsstrand, op warme dagen, wat te kunnen ontlasten.
Hoorsemeer
Een plek waar velen ook verkoeling zoeken op de warme dagen is het Hoorsemeer. En juist langs dit meer staat een gebouw dat we nog weleens over het hoofd zien als we erlangs fietsen. Volgens Titus kijken we wel, maar zien we niet alles — en zeker niet dit “architectonisch hoogstandje van een andere orde.” Hier staat namelijk het Wall House, ontworpen door de Amerikaanse architect John Hejduk.
Hij ontwierp het huis met een bijzondere gedachtegang: de lange gang symboliseert de tijd, de muur staat voor het nu, en de ruimtes die eraan hangen bieden plaats aan de toekomst. De bewoner van dit huis zou met die mindset elke ruimte moeten betreden. Wie van de ene naar de andere kamer wil, moet eerst door de muur (het nu), via de gang (de tijd), om zo in de volgende ruimte te komen (de toekomst). Het huis wordt niet bewoond, maar dient als expositieruimte van het Groninger Museum.
De Hortus. Prachtig stukje in onze gemeente. Die mag wel wat meer aandacht verdienen van iedereen, toerist en Stadjers
Hortus Botanicus
Tot slot bezoeken we de Hortus Botanicus in Haren, een van de grootste en oudste botanische tuinen van Nederland. Een oase van rust voor wie de drukte van de stad even wil ontvluchten. Een bijzonder onderdeel van de Hortus is de Chinese tuin – uniek in zijn soort, want het is de enige Chinese Mingtuin in Europa.
Wie de tuin binnenloopt, waant zich even in China. In 1986 bezocht een Groningse handelsmissie verschillende steden in China. Tijdens een diner bij de Long Hua-tempel in Shanghai merkte een van de leden op: “Zoiets zouden we ook in Groningen moeten hebben.” De Hortus bood daarvoor de perfecte plek.
Vraag je stadsgids Titus wat nu het mooiste plekje van Groningen is, dan heeft hij geen antwoord klaarstaan.
“Wat mijn antwoord dan is? Dat is de vibe die je vindt in de stad. En dan kom je in de schil daarbuiten — wat we nu allemaal bezoeken — die min of meer onontdekt is, maar zo’n prachtige toevoeging geeft aan de stad en gemeente. Daar zullen we zeker nog veel plezier van krijgen,” aldus de stadsgids.