Rekenkamer: ‘Provinciebestuur laat Staten niet goed zien hoe NOM zich nuttig maakt

nieuws
Foto via NOM

Statenleden in Groningen, Friesland en Drenthe zijn te vaak overgeleverd aan externe informatiebronnen om inzicht te krijgen in de effecten van het werk van de Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland (NOM). Tot die conclusie komt de Noordelijke Rekenkamer.

De rekenkamer deed onderzoek naar de kwaliteit van de informatie die Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten stuurden over de bereikte maatschappelijke resultaten van de NOM. De provinciebesturen van de drie noordelijke provincie maakten daarbij vaak de verkeerde keuzes qua informatievoorziening richting de provinciale parlementsleden.

Daardoor kunnen Statenleden moeilijk inzicht krijgen in het effect van de miljoenen die de provincie jaarlijks in de NOM steekt. De provincie doet dat, omdat ze voor de helft aandeelhouder is binnen de ontwikkelingsmaatschappij.

Provinciebestuur: ‘NOM moet niet te veel hoeven rapporteren’

Het provinciebestuur van Groningen laat weten de aanbevelingen van de Rekenkamer over te nemen. Wel plaatst het college van Gedeputeerde Staten meteen een kritische noot richting de Rekenkamer: “We willen waken voor een onevenredig grotere rapportageplicht voor de NOM en de bedrijven die haar diensten afnemen. Een en ander moet wel in verhouding staan tot het doel.”

De NOM en andere regionale ontwikkelingsmaatschappijen zijn samen bezig met een onderzoek naar een goede manier waarop er meer inzicht komt over de activiteiten van de maatschappijen. Als dit onderzoek klaar is, wil het college met de Staten praten over de uitkomsten van dit onderzoek en het rapport van de Rekenkamer.