Jubilerend GMC vaart met 28 boten naar Garnwerd: “Corona heeft ons geen windeieren gelegd”

nieuws
Foto: Harro Meijer

Een bijzondere optocht zaterdag door de Groningse wateren. In de ochtend vertrokken 28 boten van de Groninger Motorboot Club naar Garnwerd vanwege hun honderdjarig jubileum. Volgens voorzitter Egbert Hammingh is het al flink feest.

Hoi Egbert! Hoe verloopt de tocht?
“Het gaat heel goed. Sterker nog, we zijn nét gearriveerd in Garnwerd. De laatste boot wordt op dit moment aangemeerd, en je hoort het misschien op de achtergrond, het is al flink gezellig. Hier in Garnwerd hebben we de rest van de dag een feestelijk programma waarbij we vanavond wat muziek hebben met een hapje en een drankje. Morgen is het de bedoeling dat we weer terugvaren naar Stad.”

Jullie zijn met dertig boten naar Garnwerd gevaren. Was de feeststemming er onderweg ook al?
“We zouden inderdaad met dertig boten vertrekken, maar het zijn er 28 geworden. Door ziekte hebben op het laatste moment nog wat mensen af moeten haken. We zijn in drie groepen naar Garnwerd gevaren. Je kunt niet 28 boten in één lang lint door de stad laten varen omdat bruggen dan te lang open staan, en je dan de routes van hulpdiensten voor een lange periode blokkeert. De eerste groep heeft het minste feestgedruis voor de kiezen gehad, maar de tweede en derde groep werd enthousiast vanaf de kant begroet omdat mensen toen door hadden wat er aan de hand was. Ja, heel leuk.”

Het honderdjarig jubileum. Ik heb begrepen dat de coronaperiode jullie ook geen windeieren heeft gelegd …
“Onze vereniging bloeit als nooit te voren. Al jaren schommelen we rond de 130, 140 leden. Maar tijdens de coronacrisis zijn daar veertig leden bijgekomen. We zitten nu op 180, 190 leden. We hebben ook te maken met een wachtlijst. We lopen tegen de grenzen aan van de capaciteit in onze haven. In de jaren negentig zijn we verhuisd van het Verbindingskanaal naar het Eemskanaal Noordzijde, en nu blijkt dat onze haven toch wat te beperkt is opgezet.”

Hoe verklaar je de toename?
“Ik denk dat er twee redenen zijn. We hebben ook een redelijke sloepenafdeling. Dat is de afgelopen jaren toegenomen. Maar ook de coronacrisis. Varen bleek ineens een veilige bestemming te zijn om toch iets kunnen doen. Was je ziek en moest je in quarantaine, dan kon dat prima op het water, waar alle rust en ruimte is te vinden. We hebben ook hele bizarre situaties mee gemaakt. Voor de coronacrisis lagen hier boten die rustig een aantal jaren te koop lagen. Tijdens de crisis werd er tegen elkaar op geboden. Echt bizar. We zeggen wel eens, de coronacrisis heeft ons geen windeieren gelegd.”

En jullie zouden je haven heel graag uit willen breiden?
“Dat is wel een grote wens. De eerste gesprekken daarover zijn er ook al geweest met de politiek. Als we een extra steiger aan kunnen leggen, dan kunnen we bijvoorbeeld al twintig extra boten kwijt. Maar uitbreiding is lastig. We zitten met de ontwikkeling van Stadshavens. Daarnaast is de grond waar we het over hebben niet in eigendom van de gemeente, maar van verschillende partijen. We zitten in tijden van grote woningcrisis, waardoor we denken dat de bouw van woningen op deze locatie voorrang heeft. Toch sta ik er positief in. Het laatste gesprek met de gemeente was goed, en na de zomer gaan we verder praten over eventuele mogelijkheden.”

Vrijdag was men druk bezig om de boten te versieren. Verslaggever Noah van Doorn nam een kijkje: