Wormenpoep en -urine voor de buurtbewoners van de Oosterpoort

Op de kade van het Winschoterdiep staat een bijzonder huisje met duizenden bewoners. Het houten wormenhuis is opgezet voor en door buurtbewoners. Zij kunnen er groenafval ingooien, wat de wormen verwerken tot vruchtbare grond.

Wormenkenner Anne Koers is één van de initiatiefnemers van het project: “Ik was altijd al gebiologeerd door wormen en had in 1986 al mijn eerste eigen wormenbak in mijn tuin.” Afgelopen maart bouwde hij samen met wat anderen zo’n huis in zijn woonwijk. Toen is er zo’n vijf kilo aan compostwormen in het gebouwtje geplaatst. Dat aantal is ondertussen verdubbeld.

“Ik maak hem wel even open”, zegt Anne, terwijl hij de bak van het slot haalt. “We hebben er een slotje opgeplaatst, zodat niet iedereen erbij kan. We willen niet dat het als afvalbak gebruikt wordt. Wormen kunnen namelijk niet alles eten.” Anne legt uit dat wormen vooral goed gaan op groente, fruit en tuinafvalresten. En dan alleen van onbereide, pure producten en het allerliefst biologisch. Ook koffiedik en oude theeblaadjes mogen erin. “Snijbloemen zijn ten strengste verboden, daar zit ontzettend veel bestrijdingsmiddel op, net als de schil van citroen en ui.”

Het verbindt

Even later komen er twee buurvrouwen aangelopen met een emmertje afval in de hand. “Hi!”, roepen ze naar Anne. Met zijn drieën verspreiden ze het afval over de bak. “Door het wormenhuis leer je je buren vele beter kennis, het verbindt”, vertelt buurtbewoner Sanne Werkman. “Je creëert meer gemeenschap, doet iets goeds voor het milieu en je wisselt ook kennis uit. Zo hoorde ik van een andere bewoner dat je je kleren kunt wassen met kastanjes, dat wist ik helemaal niet.”

Buurvrouw Anke van den Brink bezoekt het stekkie aan het Winschoterdiep zo’n één keer per week om de wormen te voeren. Ze vindt het wormenhuis een goede zaak: “Eigenlijk ben je afval aan het recyclen en je krijgt er een heel mooi product voor terug. Dat is fantastisch!”

Vruchtbare poep en plas 

Een kijkje in de bak laat direct zien dat de wormen van een ontzettend diverse maaltijd houden. “En zie hier: de wormen. Een hele dikke! Heel veel!”, zegt Anne hij terwijl hij de bovenste laag voedsel optilt. “De wormen trekken het organisch materiaal naar beneden, slurpen het naar binnen en poepen het vervolgens weer uit. Daardoor is de onderste laag van het huis al gevuld met compost, terwijl de bovenste laag nog opgegeten moet worden.”

In een wormenhuis wordt niet alleen vruchtbare wormenpoep gebrouwen, maar ook wormenplas. “Hier in de grijze bak komt de wormenthee. Dat is de plas van wormen. Ik heb weleens gehoord dat mensen het drinken, maar ik zou het niet doen”, zegt Anne lachend.

Als het goed gaat, kan het wormenhuis één keer per jaar geoogst worden. De wormenplas en -poep wordt dan over de deelnemers verdeeld. Anke weet al wat ze ermee gaat doen: “Ik heb hele grote bakken op mijn balkons, daar kan zeker wat wormenmest bij. Dat is ook een goede verbeteraar van de potgrond.” Maar voor het zover is, moeten de wormen nog behoorlijk wat eten, poepen en plassen. Voor vandaag hebben ze wel genoeg te eten. “Dag wormen!”, zegt Anke terwijl ze het wormenhuis weer dichtdoet.

Workshop

Op 20 november organiseert Oosterpoort Duurzaam een wormenworkshop in het Poortershoes. Tijdens de workshop zal Anne Koers uitleggen wat wormen nodig hebben aan behuizing en voeding. Als je zelf een wormenbak wil beginnen kan je op deze avond ook veel te weten komen. De wormenworkshop is in eerste instantie bedoeld voor de deelnemers van het wormenhuis aan het Winschoterdiep, maar andere buurtbewoners kunnen ook deelnemen. Kijk voor meer informatie op de website van Oosterpoort Duurzaam.