In de doopsgezinde kerk aan de Oude Boteringestraat in Stad wordt zondag het Marcussenorgel in het zonnetje gezet tijdens een muzikaal programma. Het gaat om een programma van Beno Hofman en organist Eeuwe Zijlstra.
In september zijn Hofman en Zijlstra begonnen met hun programma ‘Vergeten Groninger orgels’. De afgelopen maanden zijn vier orgels belicht, waaronder die in de doopsgezinde kerk in Noordhorn en die in de Menkemaborg in Uithuizen. Zondag wordt het laatste orgel belicht, het unieke Marcussenorgel in Stad. Bij het programma bespeelt Zijlstra het orgel en vertelt Hofman over de geschiedenis van de locatie en het orgel.
Het Marcussenorgel stamt uit 1961 en is gebouwd door de Deense firma Marcussen & Søn uit Aabenraa. Het Marcussenorgel verving een orgel uit 1816, gebouwd door de Groningse orgelmaker Johan Wilhelm Timpe. Orgelmaker P. van Oeckelen vergrootte het orgel in de jaren daarna. Na de Eerste Wereldoorlog vond er in Nederland, en ook in Duitsland, een industrialisering van de orgelbouw plaats waarbij orgels werden voorzien van elektro-pneumatische sleepladen. Hier was veel verzet tegen, omdat daarmee het authentieke geluid van het instrument verloren ging. Door deze ontwikkeling, en alle aanpassingen die er aan gedaan waren, moest het Timpe-orgel in 1961 buiten gebruik worden gesteld. Dat er vervolgens voor een Deens orgel werd gekozen is niet gek, omdat de orgelindustrialisering juist in dit land niet had toegeslagen. Marcussen & Søn maakte orgels met mechanische sleepladen bouwen, geïnspireerd op Barokke instrumenten. Vanwege de belangstelling voor deze orgels kreeg dit Deense bedrijf de wind vol in de rug.
Het programma in de doopsgezinde kerk in Groningen begint zondag om 16.00 uur.
