Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap maakte dinsdagochtend bekend dat (oud-) studenten vanaf nu weer rente moeten gaan betalen over hun studieschuld. Dat zorgt voor onrust bij studentenorganisaties, die pleiten voor een ‘renteplafond’.
Met een percentage van 0,46 procent voor schulden in het hoger onderwijs is het voor het eerst sinds 2016 dat deze rente geen nul procent meer is. De rente loopt al tijdens de studietijd, maar na het afstuderen staat het rentepercentage voor vijf jaar vast.
Volgens het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) is het reëel dat de rente de komende jaren verder op zal lopen, met financiële kopzorgen tot gevolg.
‘Rente-op-rente’
Met name de ‘rente op rente’ kan de percentages over lange tijd opdrijven, aldus de studentenorganisatie. Het ISO rekende als voorbeeld uit dat een student met een schuld van 40.000, gemiddeld per maand 103 euro moet gaan betalen. Dat betekent dat, als de schuld binnen 35 jaar is afgelost, een oud-student door deze ‘rente-op rente’ uiteindelijk 3.260 euro aan rente betaalt.
“Het percentage van 0,46 procent zal nu nog niet direct leiden tot serieuze financiële problemen”, aldus ISO-voorzitter Terri van der Velden. “Wel zien wel een onheilspellend scenario voor ons waarin het rentepercentage de aankomende jaren de pan uit gaat rijzen.”
Renteplafond
De studentenkoepel pleit dan ook voor een maximum rentepercentage. Volgens het ISO is dat nodig, omdat de compensatie voor het leenstelsel die (oud-)studenten krijgen niet genoeg is om het rentebedrag te dekken. “In een ideale wereld zouden we geen rente op deze lening willen zien”, besluit Van der Velden. “Maar nu deze er toch komt, zou de onzekere situatie in ieder geval beheerst kunnen worden door een rentecap. Het zou een verademing zijn om te weten dat het blok aan je been niet oneindig kan groeien.”
