De Jongfryske Mienskip wil de onderste steen boven hebben over de besluitvorming rond het (tijdelijk) schrappen van de leerstoel Fries aan de Rijksuniversiteit Groningen. Via een reeks aan verzoeken via de Wet Open Overheid (WOO) probeert de pleitbezorger van de Friese taal en cultuur te weten te komen hoe deze beslissing tot stand is gekomen.
Na het afzwaaien van hoogleraar Goffe Jensma in oktober vorig jaar, stelde de RUG docent Anne Merkuur aan als opvolgend docent, maar niet als hoogleraar. Dat zorgde onder aanjagers van de Friese taal, de oud-hoogleraar en binnen de provinciale politiek in Friesland voor angst over het volledig verdwijnen van het Fries als zelfstandige studierichting. De RUG stelde eind november dat er tot nu toe geen waardige opvolger voor Jensma is gevonden, maar dat het geld voor het hoogleraarschap geoormerkt blijft voor het Friese onderwijs op de universiteit. Ook komt er een hoogleraar terug, zodra de RUG een geschikte kandidaat heeft gevonden.
Ook het Jongfryske Mienskip wil dat de RUG opnieuw een voltijdse leerstoel Fries in het leven roept en eist daarom dat de universiteit, de Friese Academie, de Provincie en het Rijk alle documenten, brieven, mails, appjes en verslagen openbaar maakt rond de besluitvorming.
“De Friese taalgemeenschap heeft er belang bij om – in alle openheid en transparantie – te weten welke organisatorische afspraken er zijn gemaakt, in het bijzonder over de voorbereiding en besluitvorming over de sollicitatieprocedure en de uiteindelijke aanstelling van een deeltijd universitair docent in plaats van een hoogleraar”, aldus de vereniging. “Het Fries academisch onderwijs staat enorm onder druk. In Groningen begon de afbouw van universitair Fries met de afschaffing van de enige universitaire studie Fries in Nederland en nu staat ook de laatste hoogleraarsstoel op de tocht. En dat terwijl de Provincie Fryslân er wel elk jaar subsidie voor geeft. Wat doet de Rijksuniversiteit Groningen met ons belastinggeld?”
