Regionale vervoerders als Arriva, Veolia, Syntus en Connexxion worden benadeeld door de machtige positie die de NS heeft. Dat zegt de Autoriteit Consumenten & Markt (ACM) die in opdracht van de Tweede Kamer en het ministerie van Milieu en Infrastructuur onderzoek heeft gedaan.
Uit het onderzoek blijkt dat het onder andere op stations misgaat. “Als een partij als Arriva op een station een klantenbalie of winkeltje wil openen dan moeten ze bij de NS langs, hun grootste concurrent. Zelfs als de NS niet op dat station rijdt”, zegt ACM-bestuurslid Henk Don. “Wat volgt zijn moeizame en langlopende onderhandelingen tussen regionale vervoerders en de NS. Wij zien onvoldoende prikkels voor de NS om zich in te zetten op een manier die goed is voor de reiziger.”
Behalve door de NS worden de vervoerders ook benadeeld door TransLink, het bedrijf dat in Nederland het OV-chipkaartsysteem behartigt. Vervoerders hebben namelijk geen andere keuze dan gebruik te maken van de diensten van TransLink. “De NS heeft het bij TLS voor het overgrote deel voor het zeggen. De belangen van regionale vervoerders en hun reizigers worden onvoldoende behartigd. Zo zijn de tarieven die TLS rekent ondoorzichtig, dus eigenlijk is het voor regionale vervoerders te hopen dat ze niet teveel betalen. Daarnaast zien we dat de kans groot is dat TLS bepaalde innovaties, zoals in- en uitchecken met je mobiele telefoon, vertraagt.”
Om de problemen op te lossen adviseert de ACM om stations af te splitsen van de NS. Ook de verdeling van de opbrengsten en de informatievoorziening zouden onafhankelijk geregeld kunnen worden. Daarnaast adviseert de ACM om TransLink, dat op dit moment 68 procent in eigendom is van de NS, anders in te richten.
