Categorieën: Nieuws

Bands en orkesten roepen op om regels voor straatmuziek in binnenstad te versoepelen: “Muziek zorgt voor verbinding”

Het moet in Groningen makkelijker worden om muziek op straat te maken. Uit onderzoek van OOG blijkt dat bands, orkesten en koren vinden dat de huidige regelgeving te streng is en daardoor averechts werkt. Om deze te versoepelen zou er gewerkt kunnen worden volgens het Dublin-model.

Het is op een mooie zaterdag in november. Op het Akerkhof, bij de kruising met de Brugstraat, klinkt muziek. Nynke en Matúš, die beiden bij studentenorkest Bragi spelen, laten aan het voorbijlopende publiek stukken op viool horen.

“Eigenlijk is het idee spontaan ontstaan”, vertelt Nynke. “Samen met Matúš speel ik duetten, en het leek ons leuk om dit ook voor het winkelend publiek te doen.” Ze zochten de regels van de gemeente op. “Daaruit bleek dat een vergunning nodig is die 56 euro kost. Voor ons is dat een forse investering.”

“Daarnaast mag je vijftien minuten op dezelfde plek spelen”, zeggen ze lachend. “Aan die vijftien minuten houden we ons niet altijd. Sommige stukken die we spelen duren al ruim vijftien minuten. En omdat we buiten muziek maken, moeten we onze instrumenten vooraf ook stemmen. Dat kost tijd.”

Tekst gaat verder onder de foto’s:

Vergunningen
Bij dit onderwerp spelen twee vergunningen een hoofdrol: de straatmuziekvergunning en de evenementenvergunning. Om als straatmuzikant op te mogen treden, moet je voldoen aan zeven voorwaarden.

De vergunning kost 56 euro en is bestemd voor individuele muzikanten (gitaar of viool). De regels zijn strikt: na vijftien minuten moet de muzikant van plek wisselen. De limiet van een kwartier wordt internationaal als uniek beschouwd: geïnterviewden zeggen zich niet te kunnen herinneren elders zo’n korte limiet gezien te hebben.

Daarnaast zijn verschillende locaties, zoals het Martinikerkhof en de in- en uitgang van gebouwen, verboden terrein. Ook is het niet toegestaan om geluidsversterkende apparatuur te gebruiken en gelden er strikte tijdstippen.

Ben je een orkest, harmonie of koor, dan heb je voor een optreden een evenementenvergunning nodig. Deze moet minimaal acht weken van tevoren worden aangevraagd, waarbij de kosten voor een optreden, afhankelijk van het aantal te verwachten bezoekers, kunnen oplopen tot enkele honderden euro’s. Is het op die bewuste dag bijvoorbeeld slecht weer, dan kan de vergunning niet ingewisseld worden.

Hobbels voor orkesten
Erik Vegter, voorzitter van Brassband Groningen, ervaart de regels als te streng: “Op een mooie dag hebben we weleens geopperd om in de binnenstad op te treden. Maar je loopt tegen een draak aan bureaucratie aan. Zoiets is dan op die korte termijn niet mogelijk.”

Voor een brassband zijn de logistieke hobbels enorm. Vegter: “Een tuba of een klarinet neem je makkelijk mee. Maar we hebben ook slagwerk: een drumstel en pauken. Je hebt dus een aanhanger of een busje nodig. We hebben het dan ook over een parkeervergunning en ontheffingen. En nu er tegenwoordig geen dieselbusjes meer in de binnenstad mogen komen, is dat helemaal lastig.”

Toch is zichtbaar zijn essentieel. “Onbekend maakt onbemind”, aldus Vegter. “We laten aan het publiek zien wat we kunnen. Maar je maakt ook kinderen nieuwsgierig naar muziek maken.”

Tekst gaat verder onder de foto’s:

Brassband Groningen moet voor een concert in de binnenstad acht weken van tevoren een vergunning aanvragen. Foto: ingezonden
Postharmonie Groningen heeft als wens om vaker in de binnenstad op te kunnen treden. Foto: Rudi Heckman / Gruno’s Postharmonie

Behoefte is groot
De punten die Vegter benoemt, worden ook genoemd in gesprekken die OOG gevoerd heeft met andere orkesten en koren. Onder de respondenten van een vragenlijst van OOG en Muziek Organisatie Noord (MON) – waarbij zo’n achthonderd bands ingeschreven staan – blijkt de behoefte om op straat te kunnen spelen groot te zijn.

Christiaan Coenraads: “Vanaf mijn kindertijd heb ik op straat muziek gemaakt. Eerst tijdens vakanties in Frankrijk, later ook in Groningen. Muziek op straat maakt mensen blij. En als muzikant word je er heel snel een betere muzikant van.”

Ook Peter de Haan, bekend van het iconische Groningse duo Pé en Rinus, benadrukt dat het vroeger makkelijker was: “In het verleden, met name in de jaren tachtig, hebben we veel op straat gespeeld. In die tijd was het gemakkelijk om een vergunning aan te vragen, zelfs voor een hele zomer.”

De Haan zag de animo later afnemen door de toenemende regeldruk. “Later werd dit lastiger en moest je van tevoren een dag en zelfs uren aanvragen. Voor ons werkte dat niet goed, en daardoor werd ook de animo minder.” Zijn indruk is dat straatmuziek destijds een duidelijke bijdrage leverde: “Onze indruk is dat het bijdroeg aan een leuke en levendige sfeer.”

Aannames op de proef gesteld
Waarom zou de regelgeving rond straatmuziek versoepeld moeten worden? Uit gesprekken blijkt dat er drie hoofdredenen worden genoemd: muziek in de openbare ruimte maakt het gezelliger en veiliger, zorgt voor zichtbaarheid en stimuleert de ontwikkeling en werving van muzikanten.

Klopt dit ook? Betrokkenen laten weten dat de regelgeving ruim tien jaar geleden strenger is geworden vanwege veel overlast. Eén van de geïnterviewden omschrijft de sfeer destijds als ‘cowboyachtig’. Artiesten konden niet met elkaar overweg, ondernemers ondervonden hinder en het publiek was er niet bij gebaat. Sindsdien zijn de regels aangescherpt met als gevolg dat er vandaag de dag nog maar sporadisch muziek op straat te horen is. Dit verhaal zetten we voort in een stad op 850 kilometer afstand.

Tekst gaat verder onder de foto’s:

Sarah Fitzsimon vertelt dat het maken van muziek op straat één van de leukste dingen is om te doen. Foto: Sean Leahy / Dublin City Today
Busker Jacob treedt op voor publiek op Grafton Street. Foto: Sean Leahy / Dublin City Today

Dublin: leren van overlast
Waar in Groningen de muziek tegenwoordig minimaal aanwezig is, kun je in Grafton Street, één van de belangrijkste winkelstraten in Dublin, niet om de straatmuziek heen.

“Ik speel muziek op deze plek tot vanmiddag twee uur”, vertelt de 20-jarige busker Sarah Fitzsimon, die zojuist ‘Yellow’ van Coldplay ten gehore heeft gebracht. Het winkelend publiek loopt ondertussen voorbij, verschillende mensen leggen contant geld in de gitaarkoffer van Fitzsimon. “Ik ben begonnen met busking toen ik zestien jaar oud was. De afgelopen vier jaar is dit mijn werk geworden. Het mooie hieraan is dat ik geen stress ervaar. Mensen blijven staan als ze het mooi vinden, of lopen door als ze het niets vinden.”

Toch heeft Dublin precies dezelfde problemen gekend wat in Groningen geleid heeft tot aanscherping van de regelgeving. Sean Leahy is de eigenaar van Dublin City Today, een platform dat de busking community in de stad op de voet volgt.

“Vóór 2015 was er eigenlijk geen regelgeving. Het zorgde voor conflicten tussen buskers (straatmuzikanten, red.) die streden om de locaties waar zij op wilden optreden en vaak ook de hele dag op dezelfde plek wilden blijven staan. Het zorgde voor een hele nare sfeer die de muziek en de sfeer geen goed deed.”

Dat bevestigt woordvoerder Michael Ryan van de gemeente Dublin. Er was sprake van conflicten, pest- en intimidatietechnieken tussen straatmuzikanten en er werd overlast ervaren. “In die periode ontvingen we wel twintig klachten per dag.”

Bye-laws
Ondanks de problemen vond de gemeenteraad dat straatmuziek ‘kleur en levendigheid’ toevoegt aan het straatbeeld. Ze zochten naar een oplossing die in 2015 leidde tot de invoering van de ‘Bye-laws’. Het model werd niet op het stadhuis bedacht, maar samen met straatartiesten, bewoners van het stadscentrum en ondernemers tot stand gebracht.

Ryan: “Het opbouwen van relaties met straatartiesten en bedrijven bleek zeer nuttig. Het hielp om vertrouwen op te bouwen en iedereen het gevoel te geven dat hun stem werd gehoord. Door een consultatieperiode in te stellen waarin alle partijen schriftelijk hun standpunten konden indienen, konden we de kwestie van alle kanten peilen en tot een eerlijke en werkbare oplossing komen.”

Elke artiest moet nu jaarlijks een vergunning aanvragen die dertig euro kost. Speel je versterkt, dan kost dit zestig euro extra. Er zijn speciale buskingspots ingericht, in de hele stad geldt een geluidslimiet van 80 decibel, op elke plek mag je maximaal twee uur staan, behalve op Grafton Street waar een limiet geldt van zestig minuten. Zeven handhavers van de gemeente leiden alles in goede banen. Het beleid heeft succes. Het aantal klachten is afgenomen naar één of twee per dag, waarbij in acht moet worden genomen dat er muziek wordt gemaakt op de drukste plek in de stad waar dagelijks duizenden mensen passeren.

De regels in Dublin zijn voor iedereen hetzelfde, waardoor ook een orkest op straat op mag optreden. “Een orkest heeft dezelfde vergunning nodig als een straatmuzikant. Maar er geldt wel een uitzondering waarbij we bepaalde groepen vrijstellen. Als je een optreden geeft voor het goede doel, dan heb je geen vergunning nodig. Dat geldt ook als het optreden deel uitmaakt van een collecte voor een geregistreerde liefdadigheidsinstelling”, aldus Ryan.

Volgens Leahy werkt het systeem erg goed. Volgens hem is de overlast afgenomen en heeft de werkwijze ervoor gezorgd dat de groep buskers een community is geworden die van elkaar leert. Het gaat ook zo goed dat er bezoekers van over de hele wereld naar Dublin komen voor de muziek. Een stad zonder busking kan hij zich niet voorstellen. “Muziek zorgt in onze stad voor gezelligheid. Het schept een bijzondere atmosfeer. Op straat word je als bezoeker verrast met muziek. Muziek is een universele taal die iedereen verstaat en mensen samenbrengt. Ik zeg altijd het is ‘good clean fun’.”

Tekst gaat verder onder de foto’s:

Scott (l) en Paul in een drukke Grafton Street. Foto: Sean Leahy / Dublin City Today
Pádraig brengt een lied van Damien Rice ten gehore. Foto: Sean Leahy / Dublin City Today

Zorgt muziek op straat voor meer veiligheid?
De werkwijze in Dublin geeft deels een antwoord op de aanname die in Groningen wordt gedaan dat muziek op straat zorgt voor een gezelligere en veiligere stad. Maar zorgt muziek ook voor meer veiligheid op straat? OOG heeft gesproken met de ‘An Garda Síochána’, de Ierse politie. Een antwoord kunnen zij niet geven. En dat is wellicht ook logisch: je kunt geen vergelijking maken met iets wat er in de moderne geschiedenis niet is geweest.

Een antwoord vinden we wel 1.800 kilometer naar het zuiden in de Griekse stad Thessaloniki. In 2012 heeft Vivian Doumpa, die op dat moment aan de Universiteit van Utrecht studeerde, een scriptie gemaakt met de titel ‘Music in Public Space’. Daarbij heeft zij zich gericht op het Navarinou-plein, een drukbezocht plein. Ze heeft gekeken wat de aanwezigheid van muziek doet met het gedrag van bezoekers. Daarbij zijn er drie fases met elkaar vergeleken: een setting met geen muziek, met livemuziek en een setting waarbij er gekeken werd naar het gedrag van mensen op het moment dat een optreden stopte.

Uit de resultaten blijkt dat muziek zorgt voor een ontspannen en kalme sfeer waar mensen zich gelukkig en op hun gemak voelen. Het verhoogt de aantrekkingskracht en de verblijfsduur.

Eyes on the street
Opvallend is ook dat duidelijk blijkt dat de veiligheid verbetert. “Door de muziek zijn er meer mensen in de openbare ruimte aanwezig”, vertelt Doumpa. “Dit wordt de theorie van ‘eyes on the street’ genoemd. Deze menselijke aanwezigheid creëert een gevoel van sociale controle, waardoor bezoekers de omgeving als veiliger ervaren.”

“Daarnaast zorgt de positieve sfeer voor de perceptie dat het risico op overlast of criminele incidenten afneemt, waardoor mensen zich minder kwetsbaar voelen.” Experts noemen het een omgekeerde ‘Broken Windows Theory’. Muziek fungeert als een teken van orde en investering in de ruimte, wat bijdraagt aan de veiligheid.

“Muziek op straat vergroot de levendigheid”
Emeritus professor Pop Music & Youth Culture Tom ter Bogt van de universiteit van Utrecht is het daar niet helemaal mee eens. “Muziek op straat vergroot zeer zeker de levendigheid in de stad. Of het een stad ook veiliger maakt? Ik ben van mening dat criminaliteit losstaat van muziek. Je kunt dan ook niet verwachten dat muziek op straat problemen als drugshandel en criminaliteit zal doen afnemen.”

Nick Broad is één van de initiatiefnemers van The Busking Project. Een initiatief dat uitgegroeid is tot een platform dat buskers wereldwijd ondersteunt. Broad: “Wij hebben wel de sterke overtuiging dat een levendige straatcultuur het openbare leven kan verbeteren en de veiligheid kan vergroten.”

Wanneer Broad de huidige straatmuziek- en evenementenvergunning in Groningen wordt voorgelegd, schrikt hij: “Je mag maximaal vijftien minuten op een plek staan? Of de persoon die dit schreef wilde straatmuziek verbieden zonder het een verbod te noemen, ‘or they are an idiot’. Een derde optie zie ik niet.”

“Niet versterkt mogen optreden ontneemt de mogelijkheid om muziek uit de vijf laatste decennia ten gehore te brengen. Bovendien is het een probleem voor instrumenten als de viool, die zonder versterking moeilijk boven andere begeleiding of het omgevingsgeluid uitkomen.”

“Wij zijn geen voorstander voor het aanvragen van een vergunning”, vertelt Broad. “Vergunningen zijn enkel werkbaar als je daklozen, migranten en reizende straatmuzikanten wilt uitsluiten.”

Democratisch beginsel
Broad gaat ook nog een stapje verder door te zeggen dat vergunningen haaks staan op het democratisch beginsel: “Welke beperkingen je ook oplegt, bedenk dat je iemands vrijheid om zich in het openbaar te uiten, ontneemt. Natuurlijk zitten er hier grenzen aan, maar wat je met regels en vergunningen doet, is dat je mensen geen toestemming geeft om zich uit te drukken. Terwijl dit wel het natuurlijke uitgangspunt is van een democratie.”

“Wij vinden ook dat er iets tegenover regelgeving mag staan. Als je bijvoorbeeld zegt dat een artiest maximaal een uur op een plek mag staan, of je gaat werken met audities om de kwaliteit te bewaken of je introduceert een planningssysteem, wat bied je dan qua compensatie aan voor het inperken van de vrijheid? Mijn standpunt is dat als een overheid niet genoeg doet om opgelegde beperkingen te compenseren, ze ondemocratisch is.”

Groningen kan volgens Broad daarbij ook inspiratie zoeken in Melbourne, in Australië. “In deze stad zijn alle straatmuzikanten verplicht om een vergunning aan te schaffen. Daar staat tegenover dat ze elke maand een nieuwsbrief publiceren voor buskers waarin financieringsmogelijkheden benoemd staan, optreedkansen, festivals waarvoor je je kunt aanmelden en andere informatie die voor artiesten nuttig kan zijn.”

“Het kost een paar uur om te schrijven, maar is dat niet het minste wat je kunt doen als je iemand vertelt dat ze feitelijk geen vrijheid van meningsuiting hebben in de openbare ruimte, tenzij ze ervoor betalen?”

Tekst gaat verder onder de foto’s:

De Christ’s Hospital Band uit Horsham, Zuid-Engeland, tijdens een optreden in Londen. Foto: Christ’s Hospital
Foto: Christ’s Hospital

Helpen openbare optredens in de ontwikkeling van een muzikant?
Het tweede punt dat genoemd wordt is dat bands en orkesten beter zichtbaar worden en zich door op te treden in de openbare ruimte sneller kunnen ontwikkelen. Is dat ook zo?

Sean Leahy in Dublin denkt van wel. “Door op te treden op straat vorm je je als muzikant. Stel dat je muzikant bent en je geeft een optreden in een pub. Je publiek is daar al. Maar op straat moet je het publiek aan je binden. Je moet met je muziek ervoor zorgen dat voorbijgangers stoppen en dat ze blijven luisteren. Het maakt je een betere artiest. Als mensen voor jou stil blijven staan geeft dat je zelfvertrouwen een enorme boost. En ook leer je op straat je vaardigheden in een snel tempo ontwikkelen.”

James Bartlett sluit zich daarbij aan. Bartlett is Director of Music op Christ’s Hospital, een onafhankelijke kost- en dagschool in Horsham, West Sussex in het zuiden van Engeland. Op de school is muziek erg belangrijk waarbij de grote trots de Christ’s Hospital Band is, een marching band. De band is regelmatig te zien bij evenementen in Engeland en nam afgelopen zomer deel aan een drie-landen-tournee waarbij er werd opgetreden op stadspleinen in Frankrijk, Duitsland en Zwitserland.

Bartlett: “Met optredens op straat bouw je aan het vertrouwen, de veerkracht, teamwork en flexibiliteit. In een afgesloten ruimte maak je op dit gebied ook vooruitgang, maar dit wordt vergroot wanneer je optreedt in het openbaar.”

Sowieso juicht Bartlett het toe dat orkesten in de openbare ruimte te zien zijn. “Een ensemble zonder publieke optredens slaat nergens op. Het zou dan een sportteam zijn dat wekelijks traint, maar nooit een wedstrijd speelt. En hoe groter en publieker het optreden, hoe beter het is voor de ontwikkeling van de muzikant.”

Volgens Bartlett zorgen de optredens van de Christ’s Hospital Band er ook voor dat jongeren zich aan willen sluiten. “Muziek vormt de kern van onze school. De band treedt vier keer per week op in het openbaar tijdens de lunchtijd. De spraakmakende optredens buiten de school maken het aantrekkelijker voor studenten om in de band te zitten. En er is inderdaad ook een aanzienlijk marketingvoordeel: studenten willen naar deze school komen omdat ze bij de Band willen horen. Het speelt een grote rol in de werving van studenten voor de school.”

Bartlett heeft ook een duidelijk advies aan Groningen als het gaat om muziek op straat: “Als het om jongeren gaat, en de voordelen duidelijk zijn, laat het dan gebeuren.”

Tekst gaat verder onder de foto’s:

Publiek kijkt toe op het Akerkhof. Foto: Sebastiaan Scheffer
Foto: Sebastiaan Scheffer

De Music Director geeft daarmee ook al een antwoord op de derde veronderstelling: namelijk dat muziek in de openbare ruimte leidt tot meer interesse bij bijvoorbeeld kinderen om muziek te gaan maken. Tommy Voortman is beleidscoördinator muziek- en dansonderwijs op het Prins Claus Conservatorium. “Studenten leren bij ons in heel veel verschillende contexten muziek maken, performen, onderwijzen en hoe muziek ingezet kan worden voor meer maatschappelijke doelen.”

Voortman geeft aan dat op dit moment studenten hoofdzakelijk worden opgeleid voor de bekende podia zoals de concertzaal, jazzclub of andere podia, maar niet voor op straat. “Dit heeft alles te maken met ons publiek, het repertoire en de culturele infrastructuur. Overigens kennen we wel voorbeelden van musici die voorafgaand aan hun studie aan ons conservatorium met bandjes hebben gespeeld in de openbare ruimte om vlieguren te kunnen maken.”

Het Lectoraat Music in Context van het Kenniscentrum Kunst en Samenleving, dat verbonden is aan het Prins Claus Conservatorium, onderzoekt de plek van muziek buiten de gebaande paden: “Muziek en muzikaal gedrag is niet iets wat zich beperkt tot concertzalen of podia. Sterker nog: die manier van denken krijgt een steeds diversere invulling. Dus ruimte maken voor muzikaal gedrag in de openbaarheid en daarmee muziek erkennen als een laagdrempelig gemeengoed geeft een heel mooi signaal af dat we toejuichen.”

“Tegelijkertijd staat onze gedeelde ruimte meer dan ooit onder druk, en weten we ook dat geluid verschillende betekenissen kan hebben. Voor de een is het een genot, voor de ander een inbreuk. Hoe daar sensitief en inclusief mee om te gaan, dat is een opgave.”

Magneetfunctie
Sean Leahy van Dublin City Today kan op dit specifieke punt ook praktijkvoorbeelden delen: “Wat wij zien is dat buskers in Grafton Street een magneetfunctie hebben op kinderen. We zien heel vaak dat jonge kinderen staan te dansen en plezier maken met de buskers.” Of het ook leidt tot kinderen die zich aansluiten bij een muziekschool of een instrument aanschaffen, kan Leahy niet zeggen, maar hij sluit het niet uit. “In de afgelopen tien jaar is er in Dublin iets moois ontstaan. Je kunt echt spreken van een busking-community die elkaar helpt […] en ook ontwikkelingsmogelijkheden biedt: eigenaren van clubs of pubs die over straat lopen, luisteren en vervolgens aan een busker vragen om op te treden in zijn of haar uitgaansgelegenheid. Het is iets om trots op te zijn.”

Tekst gaat verder onder de foto’s:

Een optreden van Sam op Grafton Street trekt veel publiek. Foto: Sean Leahy / Dublin City Today
Kyla zingt een lied van Elvis Presley. Foto: Sean Leahy / Dublin City Today

Kan straatmuziek een plek krijgen in Groningen?
Maar zit Groningen op meer muziek in de openbare ruimte te wachten? Eric Bos is voorzitter van de Groningen City Club, een vereniging van en voor ondernemers in de binnenstad. Hij denkt van wel: “Naar aanleiding van deze vraag heb ik de afgelopen periode navraag gedaan bij een groot aantal ondernemers. Daaruit blijkt dat bezoekers neutraal dan wel positief hiertegenover staan.”

“Ondernemers zijn over het algemeen minder positief als er bij hun voor de deur muziek gemaakt gaat worden. Dat is indertijd, na gesprekken hierover, ook de aanleiding geweest om voor deze locaties in de stad geen vergunningen te verstrekken.”

“Dat het elders kan, geeft aan dat er mogelijkheden zijn”
Misha Pchenitchnikov is nachtburgemeester in Groningen. Hij behartigt met name de belangen van het uitgaansleven in de avonden en nachten, maar wil ook graag op dit onderwerp reageren: “Ik denk dat het goed is als er gekeken gaat worden naar wat er mogelijk kan zijn binnen de grenzen van geluidsoverlast. In veel internationale steden is straatmuziek een hele normale zaak. Helaas is dat hier niet het geval. Maar dat het elders kan, geeft aan dat er mogelijkheden zijn.”

“Ik denk ook dat het waardevol is om een breder publiek in aanraking te laten komen met cultuur, en in dit geval zelfs gratis cultuur. Cultuur zorgt namelijk voor verdieping van onze samenleving en is daarmee een belangrijke factor voor innovatie.”

Pchenitchnikov denkt op zijn beurt dat straatmuziek ook kan leiden tot jongeren die meer met muziek bezig zijn: “Als je in aanraking komt met iets, in dit geval muziek, dan ben je ook sneller geneigd om er zelf mee bezig te gaan. De sfeer, de ambiance, die je in steden als Dublin en Berlijn tegenkomt, dat zou honderd procent iets voor Groningen zijn. Groningen is al decennialang een culturele broedplaats. Een community van straatmuzikanten en muziek op straat past hier perfect bij.”

Advies voor de toekomst
Maar hoe zou dit verkend kunnen worden? Gemeentewoordvoerder Michael Ryan van de gemeente Dublin komt met een belangrijk advies: “Toen we tien jaar geleden aan de vooravond stonden van het invoeren van de verordeningen, hebben we een consultatieperiode van zes weken geïnitieerd. Alle belanghebbende partijen hadden de mogelijkheid om schriftelijk te reageren. Dit stelde ons in staat om de kwestie van alle kanten te beoordelen en te proberen op een zo eerlijk mogelijke manier tot een werkbare oplossing te komen.”

“Er is nog steeds een luidruchtige minderheid die graag zou zien dat het gebruik van versterking volledig wordt verboden. Misschien is de geest in dit geval uit de fles. Dat wil zeggen dat zodra je het gebruik van versterking toestaat, het onwaarschijnlijk is dat je nog terug kunt. Hier moet dus goed over nagedacht worden.”

“Het invoeren van verschillende regels op verschillende locaties lijkt behoorlijk succesvol te zijn geweest en biedt de mogelijkheid om beide partijen tegemoet te komen en een meer genuanceerde set regels te ontwikkelen. Hoewel onze handhavingsfunctionarissen ook andere verantwoordelijkheden hebben, lijkt een speciaal handhavingsteam wenselijk om succes te garanderen.”

Ryan benadrukt dat met name de weg ernaartoe belangrijk is: “Het opbouwen van relaties met straatmuzikanten en bedrijven in de aanloop naar de invoering van de regelgeving bleek in ons geval zeer nuttig, omdat het hielp om vertrouwen van alle kanten op te bouwen en iedereen het gevoel gaf dat er naar zijn of haar stem werd geluisterd.”

Initiatiefvoorstel
In de Groningse gemeenteraad is er in ieder geval belangstelling om dit onderwerp bespreekbaar te maken. Olivier van Schagen is raadslid voor Student & Stad. “Wat wij willen gaan doen is dat we dit tot de bodem uit gaan zoeken wat hier aan de hand is en welke regels we kunnen versoepelen. We willen in gesprek gaan met ondernemers, mensen die muziek maken, de gemeente, maar ook met andere partijen. Als andere partijen het met ons eens zijn dan kan 2026 een heel mooi jaar worden. En dat past ook in Groningen, want we willen graag een bruisende stad zijn. Daar hoort muziek bij. Cultuur willen we toegankelijk houden, daar hoort muziek op straat bij, het is gratis cultuur. Dat wil je toch stimuleren?”

Sebastiaan Scheffer

Recente berichten

Auto rolt over de kop bij aanrijding op N370

Twee auto's zijn donderdagavond op elkaar geknald op de N370 tussen oprit Peizerweg en het…

7 uur geleden

Vrijdag bewolkt met een spatje regen

De komende dagen is er veel bewolking met af en toe kans op lichte regen.…

8 uur geleden

Gemeente werkt aan vlonder in Gorechtvijver

De gemeente werkt op dit moment aan een vlonder in de Gorechtvijver in de Oosterparkwijk.…

11 uur geleden

Ongeval op A28 richting Haren

Op de A28 tussen Groningen en Haren vond donderdag rond 17.45 uur een forse kop-staartbotsing…

11 uur geleden

File na kop-staartbotsing op A7 ter hoogte van Hoogkerk

Op de A7 ter hoogte van Hoogkerk vond donderdagavond een kop-staartaanrijding plaats tussen twee voertuigen.…

12 uur geleden

Aksel Cijntje (43) helpt mensen met beperking op Curaçao aan sportmogelijkheden

Sportmogelijkheden creëren voor mensen met een lichamelijke beperking. Dat is de missie van de 43-jarige…

12 uur geleden