
De gemeente Groningen zet de regeling voort waarbij inwoners met een minimuminkomen hun tandartskosten kunnen declareren. Een verzoek van de VVD-fractie om te stoppen met deze ‘proef mondzorg’ werd tijdens de raadsvergadering fel bekritiseerd.
Sinds april vorig jaar kunnen inwoners met een laag inkomen de kosten van hun bezoek aan de tandarts of mondhygiënist bij de gemeente declareren. Controles en het vullen van gaatjes worden onder meer vanuit de bijzondere bijstand vergoed. De regeling is bestemd voor inwoners met een inkomen tot 120 procent van het sociaal minimum en moet zorgmijding voorkomen. Landelijke cijfers laten zien dat één op de acht Nederlanders met een laag inkomen om financiële redenen afziet van een tandartsbezoek. In de eerste vier maanden van de regeling kwamen er 467 aanvragen binnen, waarvan er 332 werden toegekend. Afwijzingen betroffen veelal te veel draagkracht of kosten voor kronen en vergelijkbare behandelingen die buiten de reguliere vergoeding vallen.
Janette Bosma (Partij voor de Dieren): “Mensen in armoede mijden zorg”
De VVD had gepleit voor een onderzoek naar de regeling. De partij wilde in de evaluatie antwoorden zien op vragen over het effect van de regeling op de armoedeval en de stimulans om te solliciteren. Als het verzoek tot onderzoek niet zou worden ingewilligd, wilde de VVD de complete ‘proef mondzorg’ van tafel. Hierop reageerden verschillende fracties fel. Janette Bosma van de Partij voor de Dieren stelde: “Mensen die in armoede leven mijden zorg vanwege de hoge kosten. Dat geldt ook voor mondzorg. Bovendien is de gewoonte om de tandarts te bezoeken iets dat je als kind meekrijgt. Als je ouders je niet meenemen omdat ze het niet kunnen betalen, is de kans dat je zelf naar de tandarts gaat ook kleiner.”
“De ‘proef mondzorg’ is geen proef, maar iets dat nodig is”
Bosma vervolgde: “Het is een typisch voorbeeld van gezondheidsongelijkheid. Die ongelijkheid is niet een natuurlijk gegeven, maar het gevolg van politieke keuzes. Wat ons betreft is de proef mondzorg dan ook geen proef, maar iets waarvan je met je gezonde verstand kunt zeggen dat het nodig is. Iets waar je eigenlijk helemaal geen evaluatie voor nodig hebt. Het lijkt wel alsof de VVD het gezonde verstand niet heeft, en de motie om helemaal te stoppen met de proef mondzorg bevestigt dat. De VVD wil willens en wetens niet investeren in het verkleinen van de gezondheidsverschillen – verschillen die zo’n groot effect hebben op de samenleving.”
Elisabeth Akkerman (VVD): “Houden we met deze regeling mensen niet vast in een systeem”
Elisabeth Akkerman van de VVD reageerde: “We zijn niet tegen mondzorg, maar houden we met deze goedbedoelde regelingen mensen niet juist vast in een systeem van armoede, in plaats van dat je hen perspectief biedt en stimuleert tot werk?” Bosma repliceerde fel: “Als dit de vraag is die bij de VVD leeft: we weten dat dit werkt. Mensen maken hier gebruik van. De tandartskosten zijn erg hoog en kunnen niet betaald worden door het landelijke beleid van de VVD. In Groningen plakken we de pleisters op het landelijke beleid en de VVD werkt ook hier deze oplossing tegen. Ik vind dit echt super frustrerend. Mijn partij heeft geen evaluatie of onderzoek nodig om deze proef voort te zetten. Wij gunnen iedereen een gezond gebit.”
Sophie Middelhuis (GroenLinks): “Deze motie van de VVD gaat vooral uit van wantrouwen”
Sophie Middelhuis van GroenLinks voegde toe: “Uit de brief van de wethouder blijkt dat de proef al geëvalueerd zal worden. Daarnaast zijn er al verschillende onderzoeken geweest waaruit blijkt dat een aanpak op basis van vertrouwen effectief is. Als er minder bewijs wordt gevraagd, verlaagt dit de drempel om deel te nemen aan de regeling. Bovendien heeft de afgelopen periode al positieve resultaten laten zien. Deze motie van de VVD gaat vooral uit van wantrouwen. Voor mijn fractie is duidelijk dat er inwoners zijn die geld tekortkomen voor mondzorg, terwijl slechte mondzorg juist veel negatieve effecten heeft op de gezondheid en de zelfverzekerdheid van mensen. Deze proef moet voortgezet worden.”
Jalt de Haan (CDA): “Deze motie heeft een asociale ondertoon”
Jalt de Haan van het CDA liet zich eveneens kritisch uit: “Achter de motie van de VVD gaat een wereldbeeld schuil dat wij totaal niet delen. De gedachte dat mensen niet gaan werken om op die manier aanspraak te kunnen maken op deze regeling, slaat nergens op. Dit is een ‘arme mensen deugen niet’-motie met een asociale ondertoon. Het staat volledig los van de realiteit waar veel Groningse gezinnen mee te maken hebben.” Irene Huitema van de PvdA: “In de brief van het college staan genoeg voorbeelden van het succes van deze proef. De VVD zegt dat het niet goed gemeten kan worden en daarom gestopt moet worden; ik kan het hier alleen maar mee oneens zijn. Sterker nog, ik vind het gewoon hele vervelende moties.”
Elisabeth Akkerman: “Wij willen de effecten van deze proef inzichtelijk maken”
Akkerman reageerde: “Wij hebben nergens gezegd dat wij de proef niet willen. Maar wij willen de armoedeval goed beoordelen en de effecten van deze proef inzichtelijk maken. Vorige week kwam er een verhaal in het nieuws over een stel in de bijstand met drie kinderen dat netto 3.100 euro per maand te besteden heeft. Toen dacht ik, laat mij eens berekenen wat het betekent als één van hen gaat werken en dan meer dan 120 procent van het minimum gaat verdienen, zodat alle minimaregelingen vervallen. Dan hebben ze 3.300 euro.” Huitema wierp tegen: “Maar dit was een uitzonderlijk geval.” Akkerman: “Ieder geval is uitzonderlijk; iedereen heeft zijn eigen inkomstenplaatje. Je hebt het over een systeem dat niet stimuleert om te gaan werken.”
Daan Brandenbarg (SP): “Veel mensen hebben twee baantjes en kunnen toch niet rondkomen”
Daan Brandenbarg van de SP viel bij: “Werken loont niet. Er zijn heel veel mensen die twee baantjes hebben, maar toch niet rond kunnen komen en aanspraak moeten maken op dit soort regelingen. Zou het niet veel beter zijn als de VVD zich sterk maakt voor een fatsoenlijk minimumloon en het afromen van winsten van bedrijven die mensen uitbuiten? Kun je niet beter je energie daarop insteken dan proberen mensen dit af te pakken?” Akkerman antwoordde: “Wij richten de energie op wat we lokaal kunnen bereiken. Over het algemeen vinden wij dat werken moet lonen.”
Kelly Blauw (PVV): “Er wordt misbruik gemaakt van deze regeling”
Kelly Blauw van de PVV sloot zich aan bij de VVD: “Wij staan er ook zo in. Dit is de realiteit in Nederland. Ik hoor uit de eerste hand dat er veel misbruik wordt gemaakt van deze regeling, bijvoorbeeld door nieuwkomers.” Brandenbarg reageerde verbijsterd: “Nou breekt mijn klomp! De PVV zegt in verkiezingstijd dat mondzorg in het basispakket hoort en dat iedereen aanspraak zou mogen maken op mondzorg. Dat krijgt de PVV niet voor elkaar in het (inmiddels gevallen) kabinet – en dat verbaast niemand, want ze leveren sowieso niks in dit kabinet. Dan heeft de gemeente Groningen een regeling voor datgene wat de PVV niet opgelost krijgt, en dan vindt deze partij dát een slecht idee!” Blauw pareerde: “Wat voor ons belangrijk is – en dat geldt voor meer toeslagen en tegemoetkomingen – is hoe we omgaan met mensen die niet willen werken, maar wel profiteren van dit soort zorgfaciliteiten. Het is oneerlijk voor mensen die hard werken en drie banen hebben en daarmee de mensen moeten onderhouden die niet willen werken. Daar kunnen wij niet in meegaan.”
Wethouder Eelco Eikenaar (SP): “Het begint bij de waardigheid van mensen”
Wethouder Eelco Eikenaar sloot af: “Het begint allemaal bij de waardigheid van mensen. Als je aan iemands gebit kunt zien wat het inkomen is, tot welke sociale klasse iemand behoort, dan is dat niet acceptabel. Als mondzorg ervoor kan zorgen dat je de waardigheid terugvindt, en die waardigheid ervoor kan zorgen dat je stappen kunt zetten in je leven, dan is dat heel mooi meegenomen. Maar het begint bij die waardigheid. Wat betreft de motie over het onderzoek: natuurlijk gaan we kijken of er sprake is van een armoedeval. Deze regeling geldt voor mensen tot 120% van het sociaal minimum, zij krijgen honderd procent vergoed. Daarboven krijg je 35 procent vergoed, dus deze regeling gaat veel verder dan alleen de laagste inkomens.”
“We gaan een evaluatie uitvoeren zoals we dat altijd doen”
“Over het effect op de bereidheid om te solliciteren: landelijk zijn er onderzoeken uitgevoerd die aantonen dat het onderbrengen van mondzorg in de basiszorg ongeveer 1,5 miljard kost, maar 3 miljard oplevert. Dat komt omdat mensen zich beter voelen en uit hun isolement komen. Voor onze gemeente kunnen we deze cijfers niet zo hard maken. Uiteraard kunnen we alles hard maken; we kunnen drie ton uittrekken voor een wetenschappelijk onderzoek. Maar wat we gaan doen is een evaluatie zoals we die altijd doen, waarbij we in kaart brengen wat het kost en wat de effecten zijn. Ik zie geen onbedoelde neveneffecten.”
De motie om een onderzoek in te stellen naar de effecten van de proef werd verworpen: veertig raadsleden stemden tegen, vier voor. De motie om volledig te stoppen met de proef mondzorg werd eveneens verworpen met dezelfde uitslag.