
Ongeveer honderd medewerkers en studenten van de Rijksuniversiteit Groningen en de Hanzehogeschool hebben dinsdagmiddag geprotesteerd bij het Hoofdstation tegen de bezuinigingen op het hoger onderwijs. Op de instelling voor hoger onderwijs in Stad legt een deel van het personeel ook een dag lang het werk neer.
Solidair met NS-personeel
De actievoerders zouden eigenlijk naar een landelijke demonstratie in Amsterdam gaan. Maar dat ging niet door, nadat NS besloot het treinverkeer dinsdag plat te leggen. De treinvervoerder nam deze beslissing, omdat NS-personeel staakt in de Randstad.
“Daarom hebben we gisteren opgeroepen aan medewerkers van de RUG en de Hanzehogeschool om naar het station te komen”, zegt Sander van Lanen van actiegroep Organize the RUG. “Het NS-personeel vecht op dit moment net zoals wij voor betere arbeidsomstandigheden en een beter salaris. We wilden laten zien dat we het NS-personeel niet de schuld geven dat onze staking niet door kon gaan.”
Actiebereidheid is er: ‘Nu al ontslagen’
Volgens Van Lanen raken de bezuinigingen in het onderwijs alleen de salarissen van medewerkers. De actievoerders vrezen vooral oplopende werkdruk onder het personeel: “Je ziet ook al dat er ontslagen vallen bij sommige universiteiten. Als de bezuinigingen doorgaan, hebben die niet zozeer direct gevolgen voor het salaris, maar wel voor bijvoorbeeld de werkdruk.”
De actie voor het Hoofdstation blijft relatief klein. Van Lanen denkt dat de actie, bij het uitblijven van het landelijke protest, vooral symbolische waarde heeft: “Eerlijk gezegd denk ik niet dat 100, 150 man voor het centraal station van Groningen zich gaat overtuigen. Maar ik denk wel dat dit laat zien dat er actiebereidheid is.”
Na de zomer meer acties
De actievoerders laten weten dat er na de zomer grotere acties op touw staan. Van Lanen: “Wanneer precies is nog niet bekend, maar ik denk rondom de opening van het academisch jaar, Prinsjesdag of de nieuwe verkiezingen. Want we hopen dat partijen die stemmen willen halen bij studenten of bij medewerkers van universiteiten en hogescholen, deze acties zien en daar rekening mee zullen houden.”