
In de gemeente zijn al een groot aantal Stolpersteine te vinden. De stenen herinneren aan slachtoffers van het nationaalsocialisme. Dit weekend is er een struikelsteen bijgekomen bij het politiebureau aan de Rademarkt. De steen herinnert aan Barend Elburg.
“Coen van Uhm heeft het plaatsen van deze Stolperstein in gang gezet”, vertelt Ika Hotsma van Stolpersteine Groningen. “Tijdens de coronacrisis is Van Uhm zich gaan verdiepen in de geschiedenis van het huis van zijn ouders in Lochem. Het bleek dat het huis vroeger Joodse bewoners heeft gehad. Van Uhm is er onderzoek naar gaan doen en ontdekte dat dit gezin familie had in Groningen. Zij woonden aan de Molenstraat. Die straat bestaat tegenwoordig niet meer, omdat de woningen op deze plek indertijd plaats hebben gemaakt voor het politiebureau.”
Ontsnapt uit Westerbork
Het ging om Jona Elburg en Marianne van Dam. Tijdens de eerste oorlogsjaren kregen zij hun zoon Barend. In de herfst van 1942 ging het mis. Tijdens een razzia werden ruim zeshonderd Joden opgepakt. De deur van het jonge gezin in de Molenstraat werd daarbij niet overgeslagen. Vader zag kans zich te verstoppen, maar Marianne en Barend moesten mee naar het Hoofdstation, waarna ze naar doorgangskamp Westerbork werden gebracht. Hotsma: “De moeder heeft uiteindelijk uit Westerbork kunnen ontsnappen. Ze zag in het kamp met enige regelmaat een vrachtwagen bouwmaterialen brengen. Ze maakte contact met de chauffeur en voor een fors geldbedrag regelde ze dat ze verstopt in de vrachtwagen kon ontsnappen.”
Tekst gaat verder onder de foto’s:


“Barend mocht niet mee”
De bedoeling was dat Barend ook mee zou gaan tijdens deze ontsnapping. “Op de afgesproken dag kwam moeder met Barend op de arm zich bij de chauffeur melden. De chauffeur wilde het kleine kind echter niet meenemen. Hij was bang dat het kindje geluid zou gaan maken, waardoor alles verraden zou worden. Uiteindelijk is de moeder alleen in de vrachtwagen gestapt. Barend bleef achter bij een oma die de moeder in het kamp had ontmoet. Dat leek veilig. Deze oma had namelijk een Palestina-verklaring. Dat was een vrijstelling voor transport.”
Wezenbarak
Het document bleek uiteindelijk niets waard. Bij de eerstvolgende telling van het aantal gevangenen werd de ontsnapping opgemerkt. Kampcommandant Albert Gemmeker was furieus. De oma werd pardoes op transport gesteld. Ze werd door vergassing om het leven gebracht in vernietigingskamp Sobibor. Barend zou tot 1944 in de wezenbarak op Westerbork blijven. Hotsma: “Op 8 februari 1944 is een groot aantal wezen op de trein gezet. Hun eindbestemming was vernietigingskamp Auschwitz. Enkele dagen later, op 11 februari 1944, is Barendje daar vermoord. Barends ouders hebben de oorlog beide overleefd.”
Politie
Dat er nu een Stolperstein bij het politiebureau ligt, is mede te danken aan de politie. Hotsma: “Van Uhm kende Martin Sitalsing, die hoofdcommissaris is bij de politie Noord-Nederland, al erg goed. Hij heeft contact gezocht met hem, het verhaal uitgelegd en het advies gegeven dat het goed zou zijn om een steen te plaatsen. Sitalsing heeft dit opgepakt en in gang gezet. Zaterdagmiddag is de Stolperstein onthuld. Er waren verschillende mensen bij aanwezig en een aantal heeft een toespraak gehouden.”
Volgens Hotsma is elke Stolperstein belangrijk, maar is deze wel extra bijzonder. “We hebben het over een heel jong kind. Toen Barendje vermoord werd, was hij nog geen twee jaar. Het laat zien hoe bruut de Duitsers waren. Hoe kun je een klein kind als tegenstander zien?”