Jongeren in aardbevingsgebied moeten bredere steun krijgen, alleen geld is niet genoeg

Veel jongeren in het aardbevingsgebied voelen altijd stress en verliezen vertrouwen in zichzelf en in de overheid. Er moet daarom een brede aanpak komen om Groningse jongeren te helpen. Dat is de conclusie uit nieuw onderzoek ‘Herstel en versterk de Groninger jeugd, nu!’ van de Hanze.

Uit het onderzoek blijkt dat kinderen uit het aardbevingsgebied, die dagelijks te maken hebben met stress en gevoelens van onveiligheid, een verlies van identiteit, levensplezier en toekomstperspectief kunnen ontwikkelen.

Die stress moet worden weggenomen. Maar hetzelfde onderzoek laat zien dat huisartsen en zorgprofessionals die problemen niet altijd goed signaleren. Een van de oorzaken is het versnipperde hulpaanbod. Onderzoekers doen daarom de aanbeveling om dit hulpaanbod overzichtelijker te maken. “Soms worden mensen nog verwezen naar oude websites”, zegt Susan Ketner, onderzoeker van de Hanzehogeschool.

Daarnaast is de psychosociale hulp in de ene gemeente beter geregeld dan in de andere. Het hangt ook van de zorgprofessional zelf af of een kind of jongere goed geholpen wordt.

De onderzoekers doen daarom het verzoek om met een ‘masterplan’ te komen: bestuurders, zorgprofessionals en scholen moeten samen de Groningse jongeren helpen die lijden onder de aardbevingsproblematiek en de gevolgen daarvan, en ze een stabiele toekomst bieden.

Het onderzoek is in opdracht gedaan van het IMG, dat afgelopen jaar een loket opende voor een immateriële schadevergoeding voor jongeren (1.500, 3.000 en 5.000 euro). Binnen het instituut leefde de gedachte dat alleen financiële vergoeding niet genoeg is. Els van Schie van Instituut Mijnbouwschade Groningen: “Geld geeft erkenning voor het leed, maar voor het welzijn van jongeren is er meer te doen.”

Donderdagmiddag wordt het onderzoek in het Forum Groningen overhandigd aan Henk Nijboer, kwartiermaker Sociale Agenda Groningen en Noord-Drenthe en Susan Top, gedeputeerde bevingszaken.