Internationale Vrouwendag: strijden voor gelijke rechten in 1890

Het is Internationale Vrouwendag. Dit betekent een dag in teken van strijdbaarheid en gevoel van solidariteit van vrouwen wereldwijd. Al in 1890 streden vrouwen voor gelijke rechten. Zo ook de overgrootmoeder van Stadjer Marianne Kootstra.

Kootstra schreef erover in haar boek “Dwarsliggers in Appelscha.” Haar overgrootmoeder Baukje Pool werkte op het veen in Appelscha, maar kreeg hier niet genoeg voor betaald. Het waren ellendige omstandigheden, vertelt Kootstra. “Lange werkdagen, heel zwaar werk, lage lonen.” Ze maakten stukken turf voor brandstof. Vrouwen moesten de stukken omleggen om te drogen. Mannen deden dit werk soms ook. Alleen, stelt Kootstra: “Die kregen anderhalf keer zoveel dan wat de vrouwen daarvoor kregen.” Dit was voor de vrouwen reden om te staken.

Kootstra: “De vrouwen van Appelscha hebben het werk neergelegd. Ze hebben een eigen vakvereniging opgericht, de ‘Vooruit’. En dat was voor het eerst in Nederland dat vrouwen die eis stelden en het was ook voor het eerst in Nederland dat de vrouwen in het veen zich in een vakbond verenigden. Mijn overgrootmoeder was daar bij. Dus dat was heel bijzonder.”

In totaal staakten 200 vrouwen en 400 mannen. De staking duurde drie weken, maar hun eisen werden niet ingewilligd. Daarna volgden meer demonstraties. Een schaatstocht voor de huizen van de veenbazen en de vrouwen die op klompen naar het gemeentehuis in Oosterwolde liepen. Dit ligt 7 kilometer verderop. Het volgende seizoen verhoogden de veenbazen hun loon met twintig procent. Kootstra: “Het was het begin van een betere beloning en een gelijke beloning.”