Enthousiasme over ontwikkeling Scandinavische Havens, zorgen bij ondernemers en Aegir

De gemeenteraad is enthousiast over de visie om de Scandinavische Havens te ontwikkelen. Bij ondernemers in het gebied, en ook bij roeivereniging Aegir, zijn er echter zorgen over de communicatie.

De visie gaat over de ontwikkeling van de Eemskanaalzone, grofweg het gebied tussen de Sontbrug en de Ring Zuid. Doel van de visie is om van de Scandinavische Havens de komende jaren een levendig havenkwartier te maken waarbij er volop ruimte is voor bedrijvigheid. Behalve werken komen er in het gebied ook woningen. Daarnaast moet er gebruik kunnen worden gemaakt van het water en moet het groen een flinke impuls krijgen. Ook moet er in het gebied ruimte komen voor broedplaatsen.

Andrew Sadler: “Ga met ons in gesprek”
Bij de ondernemers bestaan er echter zorgen. Andrew Sadler heeft sinds 2016 een scheeps- timmerwerkbedrijf in de havens: “Als bedrijf kijken we positief naar deze visie waarbij er ruimte is voor de bedrijven. Wat wij echter hebben aangegeven is dat we graag betrokken willen blijven. Dit werd beloofd. Maar nu worden er door ambtenaren allerlei voorbereidingen getroffen over ligplaatsen waar wij niet in betrokken worden. Ik begrijp dat niet. Ga met ons in gesprek is mijn verzoek.”

Jits Bootsma (Aegir): “Veiligheid op het water komt in het geding”
Ook zijn er zorgen bij roeivereniging Aegir: “Bij ons wordt er op een hoog niveau gesport, worden vriendschappen gesmeed en bloeit het studentenleven op”, vertelt Jits Bootsma. “Maar met deze plannen worden wij bedreigd in ons voortbestaan. We hebben een veilige plek nodig om studenten het roeien te kunnen leren. Door meer bedrijvigheid op het water toe te staan komt de veiligheid in het geding. Een voorstel om de maximumsnelheid te verlagen is een handreiking, maar daarmee wordt het gevaar niet weggenomen.”

Bart Lucassen: “We worden niet op de hoogte gehouden”
Zorgen zijn er ook rond het op het water kunnen wonen. In de visie verdwijnen er ligplaatsen, terwijl de wachtlijst om in een woonboot te kunnen wonen al jaren heel erg lang is. Bart Lucassen heeft een droogdok in de Zweedse Haven: “Ik zit daar nu dertig jaar. In de stad zijn er zo’n 450 woonschepen, waarbij mijn bedrijf geen overbodige luxe is, omdat hier het onderhoud plaatsvindt. Maar er is veel onrust over de toekomst. Wanneer gaat wat gebeuren? We zouden op de hoogte worden gehouden, maar dit gebeurt niet. En als ik moet verhuizen, krijg ik dan op een andere plek dezelfde vergunning? En krijg ik daar een passende elektriciteitsvoorziening?”

Willemien Onrust (HunzeTrans): “Het contact is abominabel”
Willemien Onrust van HunzeTrans: “Wij zijn blij dat we in de plannen zijn ingetekend. Het plan is goed en gedetailleerd en er is naar ons geluisterd. Maar er zijn ook zorgen. Wij zitten in de Deense Haven en wij moeten daar eerder vertrekken. Maar we zijn nog nooit benaderd. We weten niet over het hoe en wat, en dat brengt veel onzekerheden met zich mee, dat belemmerend is voor de bedrijfsvoering. Het punt is dat we niet tegen verhuizen zijn, maar het is de onduidelijkheid die ons nekt. Het contact is abominabel.”

Wethouder Rik van Niejenhuis (PvdA): “Wat we doen kost veel tijd”
Wethouder Rik van Niejenhuis van Wonen kan een groot deel van de zorgen wegnemen: “Wat we als gemeentebestuur zien is dat er veel betrokkenheid is, en dat iedereen ook blij is dat er nu een visie op tafel ligt waarin staat welke richting we op gaan. Dat bedrijven duidelijkheid willen hebben, dat begrijp ik heel goed. Maar wat we doen kost ook tijd. Je maakt een visie, en vervolgens haal je reacties op. Daar kan zo een half jaar tussen zitten. Met dit gehele document ligt er nu een goede basis om dit verder uit te gaan werken.”

“We kunnen geen zekerheden bieden”
De wethouder is het niet helemaal eens met mevrouw Onrust: “U gebruikt het woord abominabel. Dat woord zou ik niet willen gebruiken. U heeft met mij gesproken, u heeft projectdirecteuren gesproken. Waar het aan schort is dat we u nog niet de goede antwoorden hebben kunnen geven. En dat is ook lastig. We gaan het gebied herontwikkelen, en daar hoort bij dat we geen zekerheid kunnen geven hoe het er over tien jaar voor gaat staan. Het gesprek met roeivereniging Aegir gaan we aan. Daar moet ik wel bij zeggen dat veel roeiverenigingen in den lande op grote rivieren actief zijn. Dit is een rustige hoek. Maar daar gaan we over praten.”

Rik Heiner (VVD): “Positief over de koers”
Ook vanuit de raad klinkt duidelijk door dat de zorgen serieus genomen moeten worden. Maar voor de rest zijn de fracties onverdeeld positief. Rik Heiner van de VVD: “We zijn niet ontevreden over de koers die wordt gevaren. De ruimte voor bedrijvigheid in het plan is goed en belangrijk om de stad bruisend te houden. Het realiseren van flexwoningen is broodnodig. De meerwaarde van broedplaatsen in het gebied zijn wij niet, want hier is geen vraag naar.” Rico Tjepkema van de PvdA: “Beginnende kunstenaars doen regelmatig de oproep dat ze op zoek zijn naar betaalbare ruimte. Hoe komt u erbij dat er geen behoefte aan is?” Heiner: “Dat staat in de stukken.” Tjepkema: “De VVD maakt zich er nu wel makkelijk vanaf, want die vraag is er juist wel.” Heiner: “Wij zijn er niet op tegen, maar dan moet er wel een normaal, marktconform, tarief betaald worden.”

“Kan de wethouder de toezegging doen dat er nooit betaald parkeren wordt ingevoerd?”
Waar de VVD meer mee in de maag zit is het betaald parkeren: “Als het gebied straks ontwikkeld is wordt overwogen om betaald parkeren in te voeren. Deze truc past het gemeentebestuur regelmatig toe. Er wordt uitgegaan van zevenhonderd parkeerplekken in het gebied, maar met betaald parkeren zijn er maar tweehonderd nodig. Ik wil de wethouder vragen om met een toezegging te komen om betaald parkeren hier nooit in te voeren.” Van Niejenhuis: “Die toezegging gaat deze wethouder niet doen. We zullen straks goed moeten kijken hoe het gebied, en andere gebieden zich ontwikkelen. Om overlast te voorkomen kunnen we nu geen middelen uitsluiten.”

Rico Tjepkema (PvdA): “Vast aanspreekpunt voor ondernemers zou goed zijn”
Ook bij andere fracties enthousiasme. Peter Rebergen van de ChristenUnie: “We zijn hier heel tevreden mee. Deze visie kan een mooie brug zijn tussen de verschillende terreinen en de ruimte om er te wonen. Het opzetten van broedplaatsen zou goed zijn. Wel is het belangrijk om de samenwerking met ondernemers en de roeivereniging te blijven zoeken.” Rico Tjepkema van de PvdA: “Wij denken dat het heel goed zou zijn dat er voor ondernemers een vast aanspreekpunt komt.” Wethouder Van Niejenhuis gaat daar mee akkoord en doet die toezegging.

Hans de Waard (SP): “Openbaar vervoer komt er bekaaid vanaf”
Hans de Waard van de SP: “Dit is een mooie visie, ook omdat de maakindustrie ruimte nodig heeft. Waar ik ook blij van word is het begrip ‘ambachtelijk werken’ in de stukken. Ik zie daarbij een smederij voor me, waar een smid in een ruwleren schort met een hamer op hoefijzers staat de slaan, waarbij de vonken er vanaf spatten. Ik weet niet of de wethouder dat ook voor zich zich ziet, maar het is mooi dat hier ruimte voor komt. Wel maken wij ons zorgen dat het openbaar vervoer er bekaaid vanaf komt. Kan het ov meegroeien met bijvoorbeeld een terugkeer van de buslijn naar de Bornholmstraat?” Van Niejenhuis: “Dat is een goed punt, maar ook lastig, omdat het om een geleidelijke ontwikkeling zal gaan. Bij meer gebruik zal het ook aantrekkelijker worden om bussen te laten rijden. Allereerst zetten we vooral in op het verbeteren van fietsverbindingen.”

Hans Sietsma (GroenLinks): “Ondernemers moeten niet vermorzeld raken tussen Stadshavens en Scandinavische Havens”
GroenLinks maakt zich zorgen over de ontwikkeling van Stadshavens. Hans Sietsma: “Er zijn ondernemers die bang zijn dat ze vermorzeld worden door de plannen omdat ze letterlijk tussen de gebieden in zitten.” Van Niejenhuis: “Stadshavens is een ander project, dat in een ander tempo ontwikkeld wordt. Vermorzelen is niet het juiste woord, maar we begrijpen de zorgen. Wat dit plan betreft heeft de gemeente niet alle grond in bezit. Dat hoeft ook niet. We presenteren een visie welke kant we op willen. Daar hoort ook een verantwoordelijkheid bij van ondernemers die zelf stappen gaan ondernemen. We moeten er voor zorgen dat overlast voorkomen wordt. Dat is ook van belang voor de toekomst van het gebied.”