“Uitspraak Raad van State is een opsteker voor de vleermuizen”

Bedrijven en woningeigenaren die de spouwmuren van een woning willen isoleren, moeten eerst goed onderzoeken of er geen vleermuizen in zitten. Alleen met een camera tussen de muren kijken is niet voldoende, zo oordeelde de Raad van State eerder deze week. De Vleermuiswerkgroep Groningen reageert verheugd op het nieuws.

“De Raad van State heeft uitspraak gedaan in een zaak die speelde in Utrecht”, vertelt Klarissa Nienhuys van de Vleermuiswerkgroep. “Een bedrijf dacht een geitenpaadje gevonden te hebben om het isoleren van woningen te kunnen versnellen. Zij dachten dat het voldoende was om een rondje langs een huis te lopen, met een endoscoop met een camera in de kieren te kijken, en als daar niks uit zou blijken, dat het isoleringsproces kon gaan beginnen. Waar ik heel blij mee ben is dat de Raad van State haar oor te luister heeft gelegd in den lande. Men heeft 46 reacties opgehaald, waarbij er ook met ons is gesproken.”

“Vleermuizen zijn kleine dieren”
Nienhuys: “Deze werkwijze met zo’n endoscoop werkt niet. Als je gaat werken met een warmtebeeldcamera dan zie je de verschillen niet omdat een vleermuis dezelfde temperatuur aanneemt als de omgeving. Ga je met een andere camera kijken: vleermuizen zijn kleine dieren. Ze kunnen achter een steen zitten. Het is heel makkelijk om ze te missen. Dus alleen met een camera kijken is niet voldoende. En ik ben heel blij dat de Raad van State zich daar achter schaart. Dit nieuws is een opsteker voor de vleermuizen.”

“De meeste huizen zitten potdicht, voor een vleermuis is daar niks te beleven”
Ondertussen ergert Nienhuys zich wel aan de berichtgeving: “Er wordt gezegd dat deze uitspraak gevolgen kan hebben voor de werkwijze in de hele sector, en dat het invloed kan hebben op het tempo waarin huizen worden geïsoleerd. Maar dat klopt niet. Niet in ieder huis zitten vleermuizen. Sterker nog, verreweg de meeste huizen zitten potdicht. Voor een vleermuis is daar niks te beleven. Bij huizen waar men over twijfelt kan een quickscan worden gedaan. Een ecoloog loopt dan een rondje om het huis, en kijkt of er gaatjes en kieren zitten in een huis. Eventueel kan er een volledig onderzoek worden gedaan om te kijken of er vleermuizen aanwezig zijn. Om dit zo goed mogelijk te regelen wordt er gestreefd om dit per provincie te regelen, de procedures toegankelijk te maken, en om compenserende kasten op te hangen.”

Compenseren
Compensatie is belangrijk. Want waar in de herfst vleermuizen vertrekken naar het buitenland, of hun heil zoeken in een kerkgebouw, komen ze in het voorjaar weer terug. Als dan blijkt dat hun huis er niet meer is, komt het broedseizoen in gevaar. En juist dat is een probleem, want in Groningen gebeurt er veel op woninggebied. Oude huizen worden gesloopt, woningen worden vernieuwd en er wordt volop geïsoleerd. “Er spelen twee dingen. In het kader van de versterkingsoperatie worden veel huizen aangepakt. Daarvoor hebben we een procedure afgesproken. Wordt een huis in het kader van de versterking aangepakt, en er worden vleermuizen aangetroffen, dan mag op dat moment driekwart van een dorp aangepakt worden, zodat er genoeg ruimte blijft voor de vleermuizen. Daarnaast zijn er in de gemeente afspraken gemaakt met alle vijf woningbouwcorporaties. Zitten er vleermuizen in een woning, dan moet er evenveel gecompenseerd worden.”

“Goede samenwerking met woningcorporaties”
Dat compenseren kan bijvoorbeeld door middel van kasten. “In Selwerd vindt een wijkvernieuwing plaats, waardoor er kasten zijn geplaatst. En dat is een groot succes. Daar wordt goed gebruik van gemaakt.” Nienhuys vindt de samenwerking met de woningbouwcorporaties ook prettig. “Er wordt heel goed rekening gehouden met het vleermuizenvraagstuk. Soms worden er wel eens teveel compensatiekasten opgehangen.” Deze kasten worden bijvoorbeeld aan gevels gehangen, of kunnen eventueel in een geïsoleerde spouw geplaatst worden. “Soms vraagt het om maatwerk. En dan denken we mee wat de beste oplossing is. Bijvoorbeeld aan de Helpermolenstraat waar Nijestee bezig is. Er wordt daar nieuwbouw gerealiseerd, en uit de gesprekken is naar voren gekomen dat door rekening te houden met het ontwerp er zonder invloed op het isolerend vermogen, vleermuizen toch een plaats kan worden geboden. Nijestee heeft dat heel goed gedaan.”