Interventieladder voor incidenten bij studentenverenigingen krijgt meerderheid in raad

nieuws
Foto: Sebastiaan Scheffer

Een meerderheid in de Groningse gemeenteraad is voorstander van het instellen van een interventieladder voor incidenten bij studentenverenigingen. Wel hadden verschillende partijen het voorstel graag concreter gezien.

Maria Martinez-Doubiani van D66: “We zijn trots op Groningen als studentenstad. Er zijn veel jonge mensen die hier studeren en die ook na hun studie hier blijven wonen. Maar er zijn ook kanttekeningen. Als partij waren wij aanvankelijk niet enthousiast over een interventieladder. Maar na deze avond denken wij wel dat het goed is dat er kaders komen. Waar liggen de grenzen? Daarbij is het belangrijk om niet alleen over de verenigingen te praten, maar ook om juist de goede dingen te benoemen.”

Adriaan Zoetmulder (Vindicat): “Als vereniging kunnen wij niet achter elke deur kijken”
Martinez-Doubiani spreekt die woorden als de klok al richting middernacht gaat. Eerder in de avond hadden verschillende studentenverenigingen het woord gekregen. Onder hen Adriaan Zoetmulder, de Senatus Rector van Vindicat. “In de afgelopen periode heeft zich een aantal vreselijke incidenten afgespeeld. Daar hebben wij als vereniging hard tegen opgetreden. Incidenten nemen wij uiterst serieus. En ja, dit was niet het eerste incident bij ons. En wij begrijpen ook dat de gemeenteraad een stok achter de deur wil hebben. In de basis steunen wij het idee voor een ladder. Een vereniging moet veilig zijn. Maar waar ligt onze verantwoordelijkheid? Als bestuur kunnen wij niet achter elke deur van elk studentenhuis kijken. Gelukkig kan dat ook niet. Maar kun je ons straffen voor dingen die daar gebeuren?”

Chanel Akkerman (Albertus Magnus): “Wanneer is een incident te wijten aan een studentenvereniging?”
Daarnaast vindt Zoetmulder het ook belangrijk dat er gesproken wordt over de mooie dingen die gebeuren. Vindicat wil graag iets toevoegen aan de stad. Bijvoorbeeld door de jaarlijkse goede doelenacties die zij organiseert. Andere sprekers sluiten zich bij Zoetmulder aan. Chanel Akkerman van Albertus Magnus: “Wanneer is een incident te wijten aan een studentenvereniging? We zetten juist in om zulke situaties te voorkomen.” Maarten Prins van Dizkartes: “We staan achter het plan. Wij denken ook dat als je op de sociëteit duidelijke regels stelt, dat dit voortvloeit naar andere plekken waar onze leden komen.”

Daan Brandenbarg (SP): “Wij missen de duidelijkheid”
En dat is ook precies de discussie die centraal staat in de raad. Waar kun je de verantwoordelijkheid leggen? Daan Brandenbarg van de SP: “Als iemand iets op een veld gooit dan wordt een voetbalwedstrijd gestaakt. Als het opnieuw gebeurt, dan wordt de wedstrijd helemaal stilgelegd. Het zijn regels die voor duidelijkheid zorgen. Het zorgt er voor dat we niet constant in discussie moeten over of het een incident is. Daarom zijn wij als fractie teleurgesteld dat de ladder niet duidelijker is. Wat gebeurt er na incident 1. En wat na incident 2? En welke straffen horen er bij?”

Janette Bosma (Partij voor de Dieren): “Is de ladder expliciet en toereikend?”
Janette Bosma van de Partij voor de Dieren: “Wij hebben zorgen over een aantal zaken. De verenigingscultuur is bepalend voor het gedrag. Er wordt de afgelopen jaren stevig ingezet op de rol van alcohol- en drugsgebruik. En ook diversiteit en gedrag staan in de spotlights. Maar we zien ook excessen. Geweld, dieren in huizen, hakenkruizen. Formeel is een vereniging voor dit gedrag niet aanspreekbaar. Daarom zijn we blij met de interventieladder. Maar is deze expliciet en toereikend?”

Burgemeester Koen Schuiling (VVD): “Juridisch kunnen we het niet expliciet maken”
Volgens burgemeester Koen Schuiling is het niet mogelijk om concreter te worden. “Het kan niet specifieker dan dit. Ik haal ook het Burgerlijk Wetboek erbij. Toen ik Rechten studeerde, stond daar in dat een man zich als een goede huisvader moet gedragen. Toen kwam de discussie over de genderneutraliteit. En toen werd die tekst veranderd in dat een persoon zich relatief netjes moet gedragen. Als we het over dit onderwerp hebben dan zijn er heel veel verschillende situaties denkbaar. Juridisch geeft dat beperkingen. Daarom hebben we kaders gesteld. Raakt een incident aan de openbare orde, aan de veiligheid, aan de zedelijkheid of aan de gezondheid, dan kunnen we daar op reageren. Maar we kunnen het niet expliciet per voorbeeld benoemen.”

Keerzijde
De burgemeester schetst ook de keerzijde van de medaille: “Een willekeurig voorbeeld. Stel dat er vanaf een terras een plastic glas met bier naar een voorbijganger wordt gegooid. Welke reactie moet er dan gegeven worden? Het helpt dan enorm als er met alle partijen gesproken kan worden. Wat is er precies gebeurd? Het is in deze situatie niet gelukt om de betrokken persoon te identificeren. Daar staat wel tegenover dat we een aantal dagen eerder gecontact zijn dat door werkzaamheden op de Grote Markt er oploopjes ontstonden voor de sociëteit.”

“De kans dat er in de Poelestraat iets gebeurt is groter”
Ook het perspectief is belangrijk: “Elke maandagochtend word ik bijgepraat over wat er in de stad is gebeurd. Als ik kijk naar het aantal incidenten in de Peperstraat en Poelestraat, dan hebben we het al over zeventig pagina’s in één weekend. Bij twee incidenten waren studenten betrokken. De kans dat er op deze locaties iets gebeurt is groter dan als er iets bij een studentenvereniging plaatsvindt.”

“Ik ben niet tevreden over de contacten met studentenverenigingen”
Toch denkt Schuiling dat het wel beter kan: “Ik ben niet tevreden over de contacten die ik heb met de studentenverenigingen. De oorzaak hiervoor ligt in de coronatijd. Het enige gesprek dat er toen was, ging over of iets wel of niet kon. Ik zoek naar een oplossing. Contact hebben is belangrijk.” De burgemeester zoekt daarom naar momenten waarop dit gerealiseerd kan worden. Bijvoorbeeld tijdens de KEI-week. Daarnaast wordt er een projectleider aangesteld die tot in de haarvaten van verenigingen moet gaan reiken. Die signaleert als er ergens iets mis gaat waardoor snel actie kan worden ondernomen.”

Etkin Armut (CDA): “Inzetten op cultuurverandering”
Etkin Armut van het CDA: “Als partij zijn wij nooit voor een escalatieladder geweest. Maar toen we dit voorstel lazen dachten we, mooi stuk, en dit had er eigenlijk al moeten zijn. Dit zorgt voor meerwaarde. De burgemeester heeft duidelijk uitgelegd dat het verduidelijken van excessen, en de sancties, niet verder verduidelijkt kan worden. Ons voorstel is dan ook om vooral in te zetten op de cultuurverandering.”

Adriaan Zoetmulder (Vindicat): “We zijn er nog lang niet, maar er zijn mooie stappen gezet”
En daar zijn al veel stappen in gezet, vertelt Zoetmulder. “Vijf jaar geleden kwam ik in Groningen. Ik kwam bij Vindicat waar op dat moment toen net een aantal incidenten had plaatsgevonden. De afgelopen jaren is er veel veranderd. In alcoholgebruik. In gedrag. In hoe de vereniging werkt. We zijn er nog lang niet, maar we hebben wel mooie stappen gezet.”