Unieke behandeling UMCG om speekselklieren kankerpatiënten te laten werken

nieuws
UMCG-radioloog Jeroen Vister brengt de organoïden in bij patiënt Kasper van de Noort. Foto: Henk Veenstra. 

De 43-jarige Kasper van der Noort kreeg donderdag in het UMCG als eerste patiënt in Nederland en mogelijk in de wereld via een injectie zijn minispeekselkliertjes terug.

Deze stamceltransplantatie moet er voor zorgen dat Van der Noort geen last meer heeft van een droge mond vanwege zijn behandeling tegen de tongtumor die hij had.

Jaarlijks zijn er in Nederland zo’n 2.500 nieuwe patiënten met een tumor in het hoofd en halsgebied. Een groot deel van deze patiënten geneest na een behandeling. Maar bij 40% van de patiënten werken de speekselklieren niet goed meer. Hierdoor hebben ze continu last van een droge mond. Kauwen en slikken is lastig, hun smaakvermogen vermindert, praten is erg moeilijk en het gebit wordt beschadigd.

Jaren onderzoek

Om dit probleem te verhelpen doet de onderzoeksgroep van UMCG-hoogleraar Radiotherapie Rob Coppes al jaren onderzoek naar speekselklierstamceltransplantatie. Zo’n vier jaar geleden begonnen hij en zijn collega’s aan de laatste stappen om de methode veilig en geschikt te maken voor klinisch gebruik.

Bij Van der Noort werd eerder dit jaar een tongtumor gevonden. Hij werd hieraan in het UMCG geopereerd. Daarbij werd ook een stuk van zijn speekselklieren verwijderd. “In het laboratorium hebben we de stamcellen hieruit opgekweekt”, vertelt Rob Coppes. “Deze vormen speekselklierorganoïden die we kunnen vermenigvuldigen. Na de bestraling, die de patiënt inmiddels in ons Protonentherapiecentrum heeft gehad, geven we cellen uit deze organoïden terug”.

Meer behandelingen

Na Van der Noort worden begin 2023 nog enkele patiënten op deze manier behandeld. Dit gebeurt binnen een klinisch onderzoek, waaraan een beperkte en geselecteerde groep patiënten kan meedoen.

“We hopen vervolgens later volgend jaar te kunnen vaststellen of de behandeling bij de patiënten aanslaat”, aldus Coppes. “Deze studie moet dienen als een “proof of principle” dat een dergelijke behandeling haalbaar en veilig is. Als we een positief effect vinden zullen we in een vervolgstudie patiënten met andere tumorlocaties behandelen die ook risico lopen op het krijgen van een droge mond na radiotherapie. Tevens zou bij succes de zogenaamde organoïdentechnologie ook van toepassing kunnen zijn bij andere weefsels”.

Hoopvol

Van der Noort is hoopvol over de behandeling: “De prik was wel wat gevoelig. Ik ben uiteraard erg benieuwd wat er nu gaat gebeuren, of dit het effect gaat hebben dat beoogd is. Het zou echt fantastisch zijn als die speekselklier het weer gaat doen”.