Arriva wil met treinen in Noorden, Oosten en Zuiden rijden: “Mijn handen jeuken als ik met de NS reis”

nieuws
Foto: Rick ten Cate - tencatefotografie.nl

In de Tweede Kamer wordt dinsdag gedebatteerd over de aanbesteding van het hoofdrailnet van de NS. Directeur Anne Hettinga van Arriva ziet zijn bedrijf vanaf 2025 met stoptreinen in het Noorden, Oosten en Zuiden rijden. Hettinga liet dit weten in het actualiteitenprogramma Nieuwsuur.

Het hoofdrailnet bestaat in grote lijnen uit het intercity-netwerk. In het Noorden van het land gaat het om de baanvakken tussen Zwolle en Groningen en Leeuwarden. In de Tweede Kamer wordt dinsdag gesproken of de NS vanaf 2025 opnieuw tien jaar op deze lijnen mag rijden, of dat er wellicht ook ruimte is voor commerciële aanbieders. Volgens reizigersvereniging Rover doen juist de commerciële aanbieders goede zaken. Bedrijven als Arriva, Hermes en Connexxion laten treinen rijden waar de NS geen toekomst meer in zag. “Onder deze aanbieder, met strakke regie vanuit de provincies, zien we dat het aantal reizigers gegroeid is en dat er meer treinen rijden”, laat Freek Bos van Rover weten.

“Met stoptreinen in het noorden, oosten en zuiden”
Op dit moment heeft de NS 93% van de spoorlijnen in handen, de commerciële vervoerders hebben 7%. Als het aan Hettinga van Arriva ligt komt daar verandering in. “We willen vooral met stoptreinen gaan rijden in het noorden, oosten en zuiden van het land”, vertelt Hettinga. “Dus niet met intercity’s en ook niet in de Randstad. Als over tien jaar weer een aanbesteding plaatsvindt dan kunnen er misschien wat lijnen bijkomen, afhankelijk van hoe we de komende jaren presteren. Of wij het beter dan de NS kunnen doen.”

“Mijn handen jeuken”
Het debat in de Tweede Kamer vindt plaats op de dag nadat de NS opnieuw bekend heeft moeten maken dat er fors gesneden wordt in de dienstregeling vanwege personeelsproblemen. Hettinga: “Ik reis zo nu en dan ook met de NS. En mijn handen jeuken dan. Als er niet wordt geleverd wat je verwacht, of als een trein niet aansluit. Dat vind ik heel erg. Wij hebben de afgelopen twintig jaar laten zien dat het anders kan. Procentueel presteren we beter dan de NS, waarbij onze punctualiteit, het op tijd rijden, tussen de 95 en 100% ligt.”

“Komende week verwelkomen we elf nieuwe machinisten”
Ook Hettinga zegt last te hebben van personeelsproblemen: “Het is moeilijker om mensen te vinden, maar het is wel goed te doen. Dat komt ook omdat we als bedrijf in trek zijn. Arriva is een aantrekkelijke werkgever. We bieden een gevarieerd werkpakket en er is een goede sfeer. De afgelopen maanden vallen er bij ons ook treinen uit. Over twee weken lukt het ons om elf nieuwe machinisten op de trein te krijgen. Daarmee verwachten we dat de meeste problemen voorbij zijn. Maar het is niet alleen het personeel. Ook de reizigers. Het aantal reizigers ligt nog altijd twintig procent lager dan het aantal reizigers voor de coronacrisis. In samenspraak met onze opdrachtgevers hebben we onze dienstregeling daar ook op aangepast.”

“Reputatie is voor Arriva belangrijk”
De directeur van de grootste regionale vervoerder is overtuigd dat het lukt om stoptreinen op het Hoofdrailnet te laten rijden: “Als ik het idee had dat het niet zou kunnen, dan zou ik er niet aan beginnen. De reputatie van Arriva is heel belangrijk. De verhalen over versnippering die door onze komst zou ontstaan, dat noem ik spookverhalen. Kijk naar Limburg. Daar rijden we met meerdere vervoerders over hetzelfde spoor. Wij rijden daar met stoptreinen, de NS verzorgt de intercity’s. Dat gaat prima. Ik denk dat het openbaar vervoer er echt beter van wordt als wij het hoofdrailnet op mogen.”