Ingezonden – ‘Nijestee gebruikt mijn portemonnee als drukmiddel naar Den Haag’

nieuws
Foto: Roel Breet

“Frustraties of conflicten op politiek niveau zouden nooit, maar dan ook echt nóóit, over de ruggen van huurders mogen worden uitgespeeld, al helemaal niet die van huurders, bij wie het geld nergens groeit”, schrijft Nijestee-huurder Saskia Sterkman. In een ingezonden brief doet zij haar beklag over de voorgenomen huurverhoging van woningcorporatie Nijestee, als reactie op de blogpost van Nijestee-directeur Pieter Bregman.

In het blog stelde Bregman een deal voor aan het Rijk: “We schaffen de verhuurderheffing af. Het geld dat dit de corporaties scheelt, geven we voor de helft uit aan huurverlaging. De andere helft gebruiken we om veel geld bij te lenen en geven we volledig uit aan nieuwbouw en verbetering.”

Dat schoot bij Sterkman in het verkeerde keelgat: “Het geeft mij het ongemakkelijke gevoel onderdeel te zijn van een troef van de corporatie richting Den Haag. Dat ik word gebruikt als drukmiddel, met mijn portemonnee, mijn welbevinden, mijn kunnen-blijven-wonen en daarmee mijn gevoel van veiligheid als inzet. Wat geen troost is, integendeel.”

Lees hieronder de ingezonden brief van Saskia Sterkman aan Nijestee-directeur Pieter Bregman:

Geachte meneer Bregman,

In uw blog van 18 mei j.l. op nijestee.nl — met de intrigerende titel ‘Het geld groeit ons op de rug’ — las ik, dat u zich zorgen maakt of uw huurders hun huur nog wel zullen kunnen opbrengen; of de huren wel omhoog kunnen; dat maatwerk bieden zin heeft; dat blijven bouwen belangrijk is. Zaken die vóór corona al speelden, maar nu in verhevigde mate. Zorgen die passen bij een woningcorporatie met een sociaal gezicht, zoals Nijestee dat graag laat zien. Als huurder voel je je door de uiting van die zorgen serieus genomen; het woord ‘maatwerk’ geeft vertrouwen, de oproep aan de bel te trekken als er financiële problemen dreigen te ontstaan ook. Heel fijn, totdat je daadwerkelijk aan de bel trekt. Dan komt de teleurstelling.Want dan blijkt Nijestee afspraken over huurbevriezing en huurmatiging, zoals vastgelegd in het Sociaal Huurakkoord door Aedes en de Woonbond, niet na te komen. Afspraken, die gemaakt zijn om te voorkomen dat de huur van mensen met een laag inkomen relatief te hoog wordt en daardoor zo’n groot deel van hun inkomen in beslag neemt, dat er te weinig voor levensonderhoud overblijft en zij op termijn misschien wel moeten kiezen te verhuizen.

Volgens de maatstaven van het Sociaal Huurakkoord ben ik een huurder die in aanmerking komt voor huurbevriezing. Bij mijn verzoek daarom gaf ik zelf nog een alternatief: wel verhogen, maar niet voorbij de aftoppingsgrens* voor mijn situatie. Het antwoord was ‘nee’ en het bleef ‘nee’, tot 4x toe, ook in het ‘maatwerkgesprek’. “Maar”, zei uw medewerker, “ik kan u wel deelname aan het programma VoorzieningenWijzer aanbieden”. Dat is een programma dat mensen helpt te achterhalen voor welke inkomensondersteuning zij in hun persoonlijke situatie in aanmerking komen en hoe zij de kosten van vaste lasten kunnen beperken. Zonder te informeren of, en zoja, van welke voorzieningen ik al gebruik maak, werd mij deelname aan dit programma aangeboden; “en”, zo zei uw medewerker, “de kosten daarvan draagt Nijestee”. Genereus gebaar, dat zonder meer, maar… ik wéét toevallig al voor welke regelingen ik in aanmerking kom! Nut en noodzaak voor deelname zijn er dan ook niet en ik bespaar Nijestee de uitgave graag. Met dit aanbod blijkt het hoofdstuk maatwerk overigens wel meteen afgesloten, alle opties opgebruikt.

Laat ik voorop stellen dat het Nijestee siert dat zij haar huurders wil helpen alle financiële vangnetten te benutten. Een alternatief voor naleving van afspraken in het Sociaal Huurakkoord vind ik het echter niet. In mijn optiek zijn dat namelijk twee dingen, die los van elkaar staan en in zekere zin zelfs met elkaar conflicteren. Immers, u wijst huurders de weg naar inkomensondersteuning en inperking van kosten, maar tegelijkertijd weigert u datgene te doen, waarover afspraken zijn gemaakt (huurbevriezing en -matiging). Dus u verwijst wel naar bijstand door andere partijen, maar aan dat, wat u zelf kunt bijdragen, onttrekt u zich.

Nu lees ik in uw blog, dat u een deal voor ogen hebt: als de verhuurdersheffing* wordt afgeschaft, zult u huurverlagingen doorvoeren. Het geeft mij het ongemakkelijke gevoel onderdeel te zijn van een troef van de corporatie richting Den Haag; dat ik word gebruikt als drukmiddel, met mijn portemonnee, mijn welbevinden, mijn kunnen-blijven-wonen en daarmee mijn gevoel van veiligheid als inzet. Niet alleen Nijestee, maar de helft van alle Groningse woningcorporaties lapt volgens de Woonbond de afspraken in het Sociaal Huurakkoord aan de laars. Ik ben dus zeker niet de enige huurder, die hiermee wordt geconfronteerd, en ook niet de eerste, want dit gebeurt al langer, ook landelijk en ook al ver vóór corona. Wat geen troost is, integendeel.

Huurders met een laag inkomen zijn overgeleverd aan de goodwill van hun verhuurders, aangezien er nog altijd geen wet is die corporaties verplicht zich aan het Sociaal Huurakkoord te houden. De roep richting minister Ollongren* komt dus van beide kanten: van de kant van huurders, die bij monde van de Woonbond invoering van zo’n wet bepleiten, en van de kant van verhuurders, die de verhuurdersheffing geschrapt willen zien. Maar zoals u als corporatie de minister een deal kunt voorstellen, waarbij u tegemoetkoming aan de noden van huurders laat afhangen van de inwilliging van uw verzoek, zo hebben huurders geen enkele troef in handen. Het enige dat zij kunnen doen, is, zich aansluiten bij de Woonbond om hun belangen te laten behartigen. En individueel laten weten wat zij vinden, zoals ik nu. Ook al is er dus (nog) geen wet die mij ergens recht op geeft, ik kan wel een moreel apèl doen. Dat doe ik dan ook bij dezen.

Omdat ik het verre van sociaal vind en een corporatie als de uwe onwaardig, teken ik protest aan tegen het feit dat u de afspraken in het Sociaal Huurakkoord negeert. Het klopt in mijn ogen niet dat, nadat ik uw woning 10 jaar passend heb bewoond*, mijn kale huur nu boven de subsidiabele grens uitstijgt, waarmee de suggestie wordt gewekt, dat het huis opeens níet meer bij mij zou passen, terwijl mijn persoonlijke omstandigheden (gezinssamenstelling, inkomen) en het huis al die tijd gelijk zijn gebleven. Het klopt niet, dat er vanuit uw kantoor met vrije-sector-huurprijzen wordt geschermd als rechtvaardiging voor afwijzen van mijn verzoek om huurmatiging, want het betreft een sociale huurwoning, waarop zulke prijzen nooit van toepassing zijn. Het is vreemd dat mijn huur met 2,6% stijgt en die van anderen in de straat – gelijke woning, gelijke woonduur – met 1,6%. Die anderen komen niet voor huurtoeslag in aanmerking, hun inkomens zijn daarvoor te hoog. Het mag: differentiatie in huurverhoging. Maar wat hier gebeurt valt in mijn woordenboek niet onder de noemer sociaal.

Concluderend verzoek ik u uw beleid aan te passen en minder draagkrachtige huurders te sparen, conform de inmiddels veelvuldig aangehaalde afspraken in het Sociaal Huurakkoord. Die afspraken zijn immers met goede reden gemaakt, mede namens u! Frustraties of conflicten op politiek niveau zouden nooit, maar dan ook echt nóóit, over de ruggen van huurders mogen worden uitgespeeld, al helemaal niet die van huurders, bij wie het geld nergens groeit.

Ik nodig u van harte uit er een reactie op te geven.

Met vriendelijke groet,
Saskia Sterkman