Op het Zernikecomplex in Groningen werden in 1999 de restanten van een middeleeuws kasteel gevonden. In deze aflevering van Beno’s Stad vertelt Beno Hofman over de lotgevallen van kasteelheer Rudolf ‘Prediker’ en van dit 2e kasteel Selwerd.
► Beschrijving
Dat Groningen in de middeleeuwen een kasteel Selwerd had dat was al heel lang bekend. Maar dat het er twee waren weten we pas sinds enkele weken.
Toen werden hier op het Zernikecomplex de restanten van die tweede burcht gevonden.
De laatste bewoner was ene Rudolf.
En met hem ging het goed mis.
Rudolf was familie van de heren van Selwerd.
Deze leiden in Groningen generaties lang het bestuur, de rechtspraak en het leger.
Zij deden dit namens de bisschop van Utrecht en werden prefecten genoemd.
De prefecten bewoonden het kasteel Selwerd dat lag tussen de huidige begraafplaats Selwerderhof en het Van Starkenborghkanaal.
Rudolf de hoofdpersoon van vandaag woonde een stukje verderop.
Op het tweede kasteel Selwerd.
Tja, beide kastelen bestaan niet meer en daardoor is het moeilijk voor te stellen hoe ze er hebben uitgezien.
Maar gelukkig kunnen ze op de afdeling Kunst en Architectuurgeschiedenis van de Rijksuniversiteit Groningen aan de hand van de archeologische vondsten reconstructies maken.
En zo weten we toch ongeveer hoe Rudolfs kasteel eruit zag.
Eigenlijk was het niet meer dan een toren.
En het leuke is nou dat we hier ook de binnenkant kunnen laten zien.
En hier in het Friese Veenwouden kunnen we er zelfs iets van in werkelijkheid zien.
Dit is een stins.
Het is de enige nog gave stins van Nederland.
En Rudolf zijn kasteel heeft er waarschijnlijk zo ongeveer uitgezien.
Het kasteel was eigenlijk een woon en verdedigingstoren.
Met van die kleine smalle vensters.
De vensters waren ervoor om licht en lucht binnen te krijgen maar ze hadden ook een andere functie.
Rudolf en zijn trawanten konden zich er achter opstellen met hun kruisbogen en dan op die manier de vijand beschieten.
Je kon alleen binnenkomen door een deur op de eerste verdieping.
Om daar te kunnen komen had je een ladder nodig.
Dat was vroeger een losse ladder dus wat er nou zit is niet meer origineel.
Rudolf haalde die ladder natuurlijk weg als er gevaar dreigde.
Verder waren er om het kasteel twee grachten, een binnen en een buitengracht.
Nee, Rudolf had weinig gevaar te duchten in zijn kasteel.
Rudolfs kasteel werd ongeveer 1220-1230 gebouwd op een oude wierde.
Het lag heel strategisch vlakbij het Reitdiep en op de grens van de rechtsgebieden van Selwerd en de stad.
Rudolf had de bijnaam prediker maar hij had waarschijnlijk meer het zwaard in de hand dan de bijbel.
Hij was namelijk hoefftman van zijn neef prefect Hendrik III.
Als hoefftman van zijn neef moest Rudolf er eigenlijk op toezien dat de orde en de rust in het rechtsgebied werden gehandhaafd.
Hij deed dit echter op een wel heel speciale manier.
Schepen die over het Reitdiep naar de stad voeren werden door hem beroofd.
Met name op marktdagen was Rudolf actief.
Hij overviel dan ook over land reizende kooplieden.
En dit niet alleen in de buurt van zijn kasteel maar zelfs in Noord-Drenthe.
Als er geen markt was en er dus minder kooplieden onderweg waren, zocht Rudolf andere slachtoffers.
Zelfs de kerk werd door hem niet ontzien.
Stadjers, kooplieden en Noord-Drenten bleven niet lijdzaam toezien.
De stadjers die de prefectenfamilie toch al niet zagen zitten vanwege hun dwangbestuur kwamen het eerst in actie.
Op 21 december 1355 dwongen zij Rudolf te beloven alle goederen terug te betalen waarvan bewijzen was dat ‘ic em ghenomen hebbe’.
Hij moest betalen voor 22 februari 1356 en er in oktober nog vijftig gouden munten bijleggen.
Verder moest Rudolf plechtig beloven alle reizigers van en naar Groningen voortaan met rust te laten.
Maar Rudolf was onverbeterlijk.
En in de loop van 1356 waren de stadjers het meer dan zat.
Ze namen Rudolf en al zijn gezellen in zijn eigen kasteel gevangen.
Rudolf en de zijnen werden meegevoerd en voor de Boteringepoort met den sweerde gericht, onthoofd dus.
Hoe de arrestatie van Rudolf precies heeft plaatsgevonden weten we niet.
Misschien moest het kasteel eerst wel worden veroverd waarbij er al het een en ander kapot ging.
Het kan ook zijn dat de stadjers met een list binnen wisten te komen.
Feit is dat de stad graag van het roofslot af wilde.
En uit een oorkonde van 2 juni 1357 blijkt dat het huis van Selwerd neder is.
Met andere woorden het was omgetrokken.
En uit de vondsten blijkt dat ook.
Want hier op de plek waar nu het schuurtje staat moet het kasteel hebben gestaan.
En daar liggen stukken muur van de bovenkant van het kasteel.
Zo is die muur neergekomen en ik zit dus als het ware hier op de binnenkant van de kasteelmuur.
En dat kun je ook wel zien want hier, kijk hier, zat zo’n smal klein raam, zo’n schietgat, en dit is dus eigenlijk de binnenkant en aan de binnenkant was het iets breder.
En dat is hier heel goed te zien.
Wat er met de resten gaat gebeuren is nog niet helemaal duidelijk maar het zou toch mooi zijn als het op de een of andere manier voor de stad bewaard zou blijven.