Een aflevering Beno’s Stad uit november 1999 over de stichter van de plaatsen Veendam en Wildervank. Beno Hofman laat zien hoe Adriaan Geerts Wildervanck na een scheepsramp van lakenhandelaar projectontwikkelaar in de stad Groningen werd en daarna veenontginner. ‘Een treffen in het veen’ met de Drenten, nabij de Semslinie, leidde onder andere tot het plan voor het Stadskanaal.
► Beschrijving
Vierhonderd jaar geleden ontstonden de Groninger veenkoloniën en dat wordt dit jaar uitgebreid gevierd.
De meeste veenkoloniën hebben hun bestaan trouwens aan stadjers te danken.
Zo ontstonden Veendam en Wildervank door toedoen van de stadjer Adriaan Geerts.
En de aanleiding voor zijn ontginningswerk was wel een heel bijzondere.
Adriaan Geerts, bijgenaamd De Paep, werd in 1605 in de Oude Ebbingestraat geboren.
Zijn vader was smid maar Adriaan had andere ambities.
Hij werd betaalmeester in het leger en ging in de handel.
Geerts deed in sterke drank, ossen, pelswerken en olifantstanden.
En in 1643 deed hij zaken voor een aantal Engelse lakenhandelaren.
Geerts moest in oktober 1643 voor zijn Engelse opdrachtgevers balen kostbaar laken vervoeren van Engeland naar Hamburg.
Hij charterde daarvoor het Engelse schip De Oevelgunne.
De reis verliep voorspoedig tot zaterdagavond 28 oktober.
Die avond stormde het verschrikkelijk en raakte het schip uit de koers.
En tussen Schiermonnikoog en Rottum liep de driemaster vast op de Boschplaat.
Het schip brak doormidden en de lading kwam in het water terecht.
Veel van de lakens konden worden gered maar toen begonnen de problemen pas echt.
De bemanning had hulp gekregen bij het bergen van de lading.
En deze bergers wilden voor hun hulp betaald worden met een derde deel van de opbrengst.
Dit was gebruikelijk maar Geerts dacht daar anders over.
Hij zei dat er niet betaald hoefde worden omdat de bemanning het schip niet had verlaten.
Het werd een eindeloos proces waarmee zelfs de Engelse en Nederlandse regering zich bemoeide.
Geerts procedeerde voor eigen rekening en verloor daarbij duizenden guldens.
Maar hij wist de afrekening wel jaren uit te stellen.
Adriaan Geerts was door zijn scheepsavontuur in grote financiële problemen gekomen.
De grote stadsuitbreiding van die tijd gaf hem nieuwe kansen.
Aan de zuidzijde van de Noorderhaven pachtte hij een stuk bouwgrond.
Hij liet daar een rij huizen bouwen en verkocht ze zo snel en zo duur mogelijk door.
Maar Adriaan Geerts had meer pijlen op zijn boog.
Omdat de turfwinning in de zeventiende eeuw veel geld opleverde, liet hij zijn oog vallen op de venen van Muntendam.
En hoewel hij nog midden in het proces naar aanleiding van de scheepsramp zat, pachtte Geerts op 16 juni 1647 de Muntendamse Venen.
Geerts liet in het veen een huis bouwen.
Hij noemde dit Sorghvliet omdat hij uit de geldzorgen hoopte te komen door de turfwinning.
Zijn eigen naam veranderde hij in WIldervanck omdat hij bezig was met het vangen, het in bezit nemen van veen, van woeste wilde grond.
Wildervanck ging voortvarend te werk.
Met financiële hulp van anderen richtte hij de Muntendammer Compagnie op.
Hij liet een kanaal graven richting de Drentse grens.
De grens was in 1615 door landmeter Sems op kaart vastgelegd.
Het probleem was wel dat deze Semslinie in het veen niet was terug te vinden.
Omdat de grens niet goed was te zien waren de Drenten bang dat Wildervanck in hun venen terecht zou komen.
Zij volgden zijn graafwerk daarom met argusogen.
En toen de Groningse gravers in augustus 1654 bijna bij de grens waren gekomen kwamen de Drenten in actie.
Met vorken, schoppen en stokken gingen zij Wildervanck tegemoet.
Wat er precies is gebeurd weten we niet.
Volgens sommigen verloren de Groningers de slag en werd Wildervanck gevangen gezet in de toren van Rolde.
De toenmalige hoofdstad van Drenthe.
Maar volgens een andere versie werden juist de Drenten door de Groningers in de pan gehakt.
Een officieel stuk spreekt slechts over een treffen in het veen.
Wildervanck verklaarde naderhand dat hij helemaal niet van plan was zijn kanaal naar Drenthe door te trekken.
Hij zei dat hij wilde afbuigen in zuidoostelijke richting, naar het Duitse Münster.
Twee jaar na de slag met de Drenten vroeg Wildervanck de stad om financiële steun voor dit kanaalplan.
De stad nam het plan in studie en voerde het ruim honderd jaar later zelf uit.
De aanleg van het Stadskanaal.
Adriaan Geerts Wildervanck overleed in 1661 en werd hier in de door hem zelf gestichte kerk van Wildervank begraven.
Toen Geerts financieel ten onder dreigde te gaan naar aanleiding van een scheepsramp zocht hij zijn heil in het veen.
Zo stichtte hij Veendam en Wildervank.
De eerste plaats werd genoemd naar een door hem aangelegde dam in het veen.
En de tweede plaats kreeg gewoon de naam van de stichter zelf.
Zo zorgde deze stadjer voor een belangrijke stuk veenkoloniale geschiedenis.