Vogeltrek verandert door klimaatverandering: “Lepelaars en kieviten trekken niet meer”

nieuws
Foto: 3238642 via Pixabay

De klimaatverandering heeft flinke gevolgen voor de vogeltrek. Dat zegt Roelf de Vries van Het Groninger Landschap in het weekend dat de Dag van de Trekvogel wordt gevierd. Volgens hem blijven de lepelaar en de kievit, wat trekvogels zijn, nu het jaarrond in ons land aanwezig.

Roelf, als we in deze periode naar de hemel kijken dan valt op dat veel vogels aan het trekken zijn. Wat is de achtergrond hiervan?
“Vogeltrek vindt op verschillende manieren plaats. Sommige vogelsoorten overwinteren in Nederland, andere soorten zijn juist in de zomer hier aanwezig. En er zijn ook vogels die hier maar heel kort zijn. Die een soort van pitstop maken om nieuwe energie op te doen voor hun vervolgreis. Uiteindelijk draait alles om het voedselaanbod. Neem bijvoorbeeld zwaluwen. In de zomer eten zij insecten op. Zijn er tegen het einde van de zomer geen insecten meer, dan vertrekken ze naar Afrika. Bij ganzen zie je het omgekeerde. Zij vertrekken in de zomer juist naar arctische gebieden om daar te broeden. Aan het einde van de zomer komen ze weer naar Nederland om hier te overwinteren.”

Zie je door de jaren heen ook dat de vogeltrek verandert?
“Ja. Door de klimaatverandering, waardoor seizoenen veranderen, zie je heel duidelijk dat die trek zich aanpast. Lepelaars zijn bijvoorbeeld het jaarrond aanwezig, terwijl ze vroeger in de winter naar het noorden van Afrika trokken. Hetzelfde zie je bij de kievit, die ook niet meer trekt.Terwijl voorheen bij hele koude winters deze trekvogel naar Engeland, Frankrijk of Noord-Afrika trok. Het verandert allemaal. En daardoor zie je bijvoorbeeld tegenwoordig hier ook vogels die je hier normaal niet zag. De bijeneter bijvoorbeeld. Sinds 2010 broedt deze vogel jaarlijks in ons land. In eerste instantie gebeurde dat in Limburg, maar inmiddels ook op andere plekken, onder meer in de duinen.”

Wat maakt Groningen zo interessant voor trekvogels?
“We hebben een aantal hele mooie gebieden in onze provincie. Zelf ben ik als vrijwilliger werkzaam voor Het Groninger Landschap, waarbij ik actief ben in de Breebaartpolder bij Termunten. Dit is een grote plas die in verbinding staat met de Dollard. Je hebt het over een binnendijks kweldergebied dat heel belangrijk is voor vogels die op trek zijn. Ze kunnen er namelijk op adem komen. Er is genoeg voedsel aanwezig, waardoor de vogels, die vaak enorme afstanden hebben afgelegd, op krachten kunnen komen. Naast deze polder zijn bijvoorbeeld ook gebieden in Zeeland en de Waddeneilanden in trek om een pitstop te maken.”

Wat is er zo mooi aan dit werk?
“Ik ben mijn hele leven al natuurliefhebber. Na mijn pensionering heb ik mij als vrijwilliger aangemeld bij Het Groninger Landschap. Ik doe vrijwilligerswerk. Maar ik doe ook excursies waarbij ik schoolkinderen vertel over de natuur. Het is heel waardevol en leuk werk om kinderen iets over de natuur bij te brengen.”

Het Groninger Landschap draagt ook actief bij aan het beschermen van broed- en trekvogels hè?
“Dat klopt. Het Groninger Landschap koopt met enige regelmaat landerijen of stukken land aan. Deze worden vervolgens geschikt gemaakt door plas-dras, zodat de grutto, de tureluur en de kluut er kunnen verblijven. Bij plas-dras is de waterstand nagenoeg gelijk aan het maaiveld. Dat is ideaal voor weidevogels als de grutto. Doordat de bodem zacht is, kunnen de vogels er voedsel als bijvoorbeeld wormen vinden, zonder dat ze gestoord worden door predatoren voor wie het natte gebied nagenoeg ontoegankelijk is. Daarmee geven we de vogels een betere kans om te broeden en hun jongen groot te brengen.”

De Vries die te gast was in het radioprogramma Laan & De Vries. Hij vertelt dat het gedrag van trekvogels te maken heeft met het voedselaanbod: