
De Raad van State heeft de gemeenteraad van Groningen opgedragen om binnen zestien weken opnieuw te motiveren waarom een grondeigenaar geen appartementen mag bouwen op een binnenterrein aan de Brandenburgerstraat in het Zuiderpark.
De hoogste bestuursrechter van ons land deed woensdagmiddag een tussenuitspraak in een zaak die werd aangespannen door de grondeigenaar.
Volgens de Raad van State heeft de gemeenteraad onvoldoende rekening gehouden met de belangen van een grondeigenaar die al in 2021 plannen liet uitwerken voor woningbouw op het terrein. Deze plannen zijn ook gedeeld met de gemeente.
De gemeenteraad stak daar een stokje voor en besloot in 2022 om de bestemming van het terrein te wijzigen van “Wonen” naar “Bedrijf”, waarmee woningbouw onmogelijk werd. De gemeenteraad deed dat om bebouwing van binnenterreinen in de wijk tegen te gaan. Volgens het beleid moet op die plekken voldoende ruimte, licht en lucht voor omwonenden behouden blijven.
De gemeenteraad stelde destijds dat het plan van de eigenaar niet concreet genoeg was om mee te nemen in de besluitvorming. Maar de Raad van State vindt dat onvoldoende. Omdat de gemeente wél op de hoogte was van zijn bouwplannen, had de raad deze belangen moeten afwegen bij het maken van het nieuwe bestemmingsplan.
De gemeente moet daarom beter motiveren waarom de bouwplannen van de grondeigenaar niet zijn meegenomen in de besluitvorming. De raad krijgt nu tot augustus de tijd om het besluit beter te onderbouwen of om een nieuw besluit te nemen.