
Het burgerparticipatieprogramma Toukomst heeft veel Groningers enthousiast gemaakt. Maar het proces was ingewikkeld, waardoor er vertraging ontstond en sommige initiatiefnemers afhaakten.
Dat blijkt uit een tussentijdse evaluatie, uitgevoerd door Bureau Andersson Elffers Felix (AEF) op verzoek van het Nationaal Programma Groningen (NPG). De evaluatie vond plaats na vijf van de tien jaar (dat was in 2024) waarin het programma loopt.
Toukomst begon in 2020 met als doel om Groningen beter te maken op basis van ideeën van inwoners. Het programma zorgde volgens de onderzoekers in het begin voor veel energie en bracht mensen samen. Het programma, waarin 100 miljoen euro beschikbaar kwam om Groningen mooier en beter te maken, leverde negenhonderd ideeën op.
Maar het bleek lastig om de ideeën uit te werken. De regels veranderden en er waren veel extra stappen nodig. Dit zorgde voor verwarring en teleurstelling bij deelnemers. Vooral de toetsing door de provincie op wet- en regelgeving was voor veel initiatiefnemers onverwacht. Zij moesten hun plannen opnieuw aanpassen, wat extra tijd en moeite kostte.
Toch zijn de onderzoekers niet alleen maar negatief over de staat van Toukomst. Hoewel sommige inwoners afhaken door de vele processtappen, blijven anderen doorzetten. De eerste resultaten zijn zichtbaar en er is meer aandacht voor burgerparticipatie. De komende jaren moet duidelijk worden of de projecten echt succesvol en toekomstbestendig zijn.
Het Nationaal Programma Groningen stelt trots te zijn over wat er de afgelopen jaren is bereikt. In een reactie erkent het NPG ook de problemen en wil hier, naar eigen zeggen, van leren. “De evaluatie is helder over het belang van duidelijkheid geven over processtappen, dat hadden we beter moeten doen”, zegt vervangend NPG-voorzitter Henk Jan Bolding. De komende vijf jaar wil het programmabureau zich richten op het opschalen en toekomstbestendig maken van de projecten. Bolding besluit: “Wij grijpen deze evaluatie aan voor bijsturing.”.