Stichting Jabalya houdt hart vast: “Zullen de aanvallen op Gaza echt stoppen?”

nieuws
Verwoeste huizen in Jabalya tijdens een eerder bombardement in 2012. Foto: diario fotográfico 'desde Palestina', photographer - http://www.desde-palestina.blogspot.de/2012/12/jabalia-refugee-camp.html 3.bp.blogspot.com/-eb9rm2ZHZKQ/UL-9uAmmLtI/AAAAAAAABRY/GMTZVOppLuU/s1600/_MG_5735.jpg, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=25208069

Als alle partijen zich aan de afspraken houden, zal er vanaf zondag een staakt-het-vuren gelden in de Palestijnse gebieden. Bert Giskes van de stichtingen Groningen-Jabalya houdt desondanks zijn hart vast.

Hoi Bert! Volg je het nieuws deze dagen nauwgezet?
“Ik heb ook mijn andere bezigheden, maar ik probeer het nieuws inderdaad zo goed mogelijk te volgen. Daarvoor gebruik ik met name de internationale media. Zij zijn wat beter geïnformeerd. En we proberen contact te leggen met onze contacten in Gaza, maar dat gaat moeizaam. Door de bezetting en de gevechten, die al vijftien maanden duren, is een groot deel van Gaza verwoest.”

Jij bent voorzitter van de stichting Groningen-Jabalya. Het gaat om een contact dat al lang bestaat hè?
“De eerste contacten zijn in 2000 ontstaan. Jabalya, een stad in het noorden van de Gazastrook, op ongeveer vijf kilometer van de stad Gaza, is officieel nooit een stedenband geworden van Groningen. Maar je kunt wel spreken van een zusterstad. Jarenlang is er contact geweest tussen Groningse en Palestijnse ambtenaren, waarbij gesproken is over bijvoorbeeld het jongerenbeleid. Ook heeft er een aantal bezoeken plaatsgevonden.”

Wat is het doel van jullie stichting?
“Ons doel is om contacten te laten ontstaan tussen de inwoners van onze gemeente en de burgers in Jabalya. En dit heeft ook tot mooie resultaten geleid. Zo is er met financiële hulp vanuit Groningen in Jabalya een jongerencentrum gerealiseerd. Ik vertelde al dat een groot deel van Gaza verwoest is. Het jongerencentrum heeft lang stand gehouden, maar vorig jaar is het zwaar beschadigd geraakt. Het is ook een tijdlang gebruikt door Israëlische troepen als uitvalsbasis. Hoe het er op dit moment voor staat is onbekend.”

Het lijkt erop dat vanaf morgen de wapens zullen zwijgen. Hoe kijk jij hier tegen aan?
“Ik vind het lastig. Ik houd mijn hart vast. Het gaat om een bestand dat uit drie fases bestaat. De fases moeten leiden tot een definitief bestand en afspraken over de wederopbouw. De Israëlische regering vind ik niet betrouwbaar. Het is aannemelijk dat als het hen niet belieft, dat zij vrij snel, of in de tweede fase, door zullen gaan met aanvallen. Wij hopen dat door het staakt-het-vuren in ieder geval hulpstromen op gang komen waardoor de mensen in de Palestijnse gebieden noodzakelijke hulp kunnen krijgen.”

De problemen in de gebieden spelen al heel lang. Toch klink je ontzettend gemotiveerd …
“Wat we hebben opgebouwd, dat laat je toch niet zomaar lopen? Wat er nu gebeurt, dat geeft ons misschien alleen maar meer energie. Ook omdat hulp nu meer dan ooit welkom is. We zien ook dat er flink gehoor aan wordt gegeven. Mensen leven mee met de situatie, en om die reden loopt de noodhulp als een trein. En ondertussen zitten we in Groningen ook niet stil. Zo vond er een toneelstuk plaats. Het ging om een samenwerkingsproject dat ruim twee jaar geduurd heeft tussen onder andere het NNT, het Houten Huis en Theatre Day Productions in Gaza. Trainers van NNT en het Houten Huis hebben trainingen gegeven in Gaza aan Palestjnse theaterstudenten. Voorstellingen van het Houten Huis zijn naar Gaza gestreamd, en omgekeerd zijn er vanuit Gaza voorstellingen naar hier gestreamd. En toen fysiek bezoek niet meer mogelijk was, zijn vanuit Groningen online trainingen verzorgd.”

Zie je dat de interesse voor de Palestijnse mening toeneemt?
“Ja, die zien wij duidelijk. De afgelopen maanden zijn bij veel mensen de ogen open gegaan. Ik denk dat ons jongerencentrum daar een goed voorbeeld van is: met de beste intenties is dat neergezet. Toch wordt het gebombardeerd. Waarom? Om die reden hebben wij als stichting de Staat ook voor de rechter gedaagd. Het bombarderen wordt door de Nederlandse regering gefaciliteerd. Daarom willen we een verbod op de export en doorvoer van wapens en wapenonderdelen naar Israël. Ook eisen we een verbod op alle handel vanuit Nederland waarmee de bezetting van Palestijns gebied in stand wordt gehouden.”