Vogelgriep in De Onlanden: “Regionale coördinatie komt op gang, maar waar is landelijk beleid?”

nieuws
Foto: Mirre van de Klok

Twee weken geleden werd duidelijk dat in natuurgebied De Onlanden de hoogpathogene variant van het vogelgriepvirus had toegeslagen. Veertien dagen later lijkt het ergste achter de rug, maar boswachter Bart Zwiers van Natuurmonumenten gaat niet zeggen dat een ramp is afgewend. “De ramp is er al.”

“Het begon twee weken geleden”, vertelt Zwiers. “Er werd een dode vogel langs een fietspad gevonden. We zijn met collega’s gaan kijken, en we stelden vast dit het mogelijk wel eens vogelgriep zou kunnen zijn. En dan kijk je om je heen, en dan zie je veel meer dode vogels.” Tot nu toe zijn er ruim zevenhonderd, voornamelijk, dode kokmeeuwen gevonden en geruimd. “Dat ruimen is belangrijk”, verduidelijkt Zwiers. “Het idee is dat als je het zo snel mogelijk verwijderd, dat je de verspreiding van het virus kunt beperken. En dat hebben we met man en macht gedaan.”

“Het ergste lijkt voorbij”
Ook deze week worden er nog dode dieren aangetroffen. “Maar niet meer 250 tot 300 per dag. Het ergste lijkt voorbij. Maar we moeten ons wel heel duidelijk realiseren dat de vogelgriep niet weg is. En we weten ook niet wat ons nog te wachten staat. Het broedseizoen is volop bezig. Vogels zitten heel dichtbij elkaar. Nu heeft er een uitbraak plaatsgevonden onder kokmeeuwen. Maar we hebben hier ook aalscholvers zitten. Wordt dat de volgende groep waar het virus rond gaat waren?”

“De natuur zit hier niet op te wachten”
Zwiers: “De afgelopen weken heb ik een aantal keren de vraag gekregen of dit nu erg is. Er zijn toch genoeg meeuwen? Het aantal kokmeeuwen in ons land is de afgelopen decennia al gehalveerd. De staat van de natuur is al heel slecht. En dan gebeurt zoiets. De natuur zit hier niet op te wachten. En dan hebben we het over een virus dat niet natuureigen is. Naar alle waarschijnlijkheid is het ontstaan in de pluimveesector, op een eendenfokkerij in China. Wat er nu gebeurt in de natuur, dat doet mij echt pijn.”

“Stapjes worden steeds kleiner”
En de boswachter wil ook benadrukken dat het niet-een-ver-van-je-bed-show is. “Dit virus is ook gevaarlijk voor mensen. Diverse mensen zijn ook al besmet geraakt. Diverse vogels die we hebben geruimd zijn aangevreten door predatoren. Denk aan de vos, de otter of de marter. Die denken, hè, een lekker hapje. Maar ook zij kunnen ziek worden. Vossen en marters zijn zoogdieren. Net zoals jij en ik ook zoogdieren zijn. De stapjes waarbij er uitbraken onder mensen kunnen ontstaan worden steeds kleiner.”

“Er is geen landelijk beleid”
Vorige week liet Zwiers al weten dat een regionale aanpak van het probleem ontbrak: “Als een pluimveebedrijf kampt met vogelgriep dan hoeft er één telefoontje gepleegd te worden en de hulptroepen staan op de stoep. Wij hebben alles zelf moeten doen. We moesten zelf de gebieden in om de dieren te ruimen. Naar aanleiding van die geluiden, en de politiek die dat oppakte, zijn de veiligheidsregio’s in actie gekomen. Maar ook landelijk zal er beleid moeten komen hoe hier mee omgegaan moet worden. Want inderdaad. Er is geen landelijk beleid.”

“Tonnen met dode dieren zijn pas deze week opgehaald”
Zwiers geeft een voorbeeld: “Alle dieren die we geruimd hebben, hebben we in tonnen gestopt. Je gaat er vanuit dat die op een gegeven moment opgehaald worden. Maar dat heeft veel moeite gekost. Pas deze week zijn ze opgehaald. De tonnen hebben zolang in onze werkschuur gestaan te rotten. Ja, het kan eigenlijk niet. Maar niemand weet hoe er geacteerd moet worden. En of ik teleurgesteld ben. Soms lijkt het erop dat eerst de crisis er moet zijn, en dat er dan pas beweging komt. Maar eigenlijk zou je het anders willen. Het vogelgriepvirus gaat niet meer weg. En het virus waart echt niet alleen rond hier in De Onlanden. Er is een landelijke aanpak nodig. Wat moet je doen, hoe moet je reageren, wie kun je bellen. Ik zal je eerlijk zeggen dat wij ons de afgelopen weken heel erg alleen hebben gevoeld.”