“Mensen waren verbaasd hoeveel geld er van de overheid naar Airport Eelde gaat”

nieuws
Foto: DWARS Groningen

Leden van de politieke jongerenorganisatie DWARS hebben zondagmiddag actie gevoerd op de Grote Markt, waarbij gepleit werd voor sluiting van Groningen Airport Eelde. Volgens woordvoerder Hendrik Boven was de actie een succes.

Hoi Hendrik! Wat hebben jullie precies gedaan?
“We hebben aan voorbijgangers een quiz voorgelegd die gericht was op Groningen Airport Eelde. Men kreeg drie vragen voorgeschoteld. De eerste vraag was hoeveel geld er per inwoner van de gemeente naar het vliegveld gaat. De tweede vraag was hoeveel geld er per vliegticket door de overheid betaald wordt. En de derde vraag was hoeveel elektrische bussen je kunt kopen voor het overheidsgeld dat nu jaarlijks naar Airport Eelde gaat.”

Wat leverden de vragen op?
“Nou, de antwoorden leverden vooral heel veel verbazing op. We hadden zakjes snoep gekocht voor de mensen die minimaal één vraag goed hadden. We hebben uiteindelijk vier zakjes uitgereikt, terwijl we met een hele hoop mensen gesproken hebben. Bijvoorbeeld die tweede vraag. Dan krijg je als antwoord zes euro, of tien euro. Maar het goede antwoord is zestig euro. Dat is ontzettend veel geld, en veel voorbijgangers hadden dat niet verwacht. En met al dat geld kun je ook hele andere dingen doen.”

Deze actie heeft waarschijnlijk alles te maken met de aanstaande verkiezingen …
“Dat klopt. We vonden het belangrijk om hier in de aanloop naar de Provinciale Statenverkiezingen aandacht aan te schenken. De provincie Groningen is namelijk één van de aandeelhouders van het vliegveld. En het is ook geen verrassing dat we dit doen. Als GroenLinks hebben we de sluiting van het vliegveld ook in ons verkiezingsprogramma staan.”

Tekst gaat verder onder de tweet:

Vanochtend hebben we in een artikel deze actie aangekondigd. Het leidde tot verschillende reacties die via sociale media binnenkwamen. Iemand vraagt zich bijvoorbeeld af hoe dan komt met de traumahelikopter die op GAE staat gestationeerd …
“Ik vind dat een goede opmerking. De traumahelikopter is belangrijk en staat ook op geen enkele manier ter discussie. Feit is dat een helikopter niet een vliegveld nodig heeft om op te kunnen stijgen. Er is een landingsplek nodig. Voorheen stond de helikopter deels gestationeerd op het dak van het UMCG. Ik zeg niet dat we terug moeten naar die situatie, maar ik zeg wel dat je niet beslist een vliegveld nodig hebt om de traumahelikopter te kunnen laten vliegen.”

Iemand anders maakt zich zorgen over de werkgelegenheid. In iets minder vriendelijke bewoording wordt geschreven dat het opheffen van Eelde banen gaat kosten …
“We zullen keuzes moeten maken. Waar ergens een deur dicht gaat, gaat op een andere plek weer een deur open. Als je stopt met Eelde, en juist gaat investeren in het openbaar vervoer, dan ontstaan daar op die plek veel nieuwe banen. Maar ik ben het eens met deze persoon dat zulke mensen, die hun baan kwijt raken, goed begeleid moeten worden.”

Tekst gaat verder onder de tweet:

Investeren, je zegt het al. En dat moet vooral gaan gebeuren in het openbaar vervoer …
“Ik noemde al even de zestig euro die door de overheid in een vliegticket wordt gestoken. Jaarlijks gaat er ook veertig euro per inwoner van de gemeente naar het vliegveld. Van al het overheidsgeld dat jaarlijks naar Eelde gaat kun je 140 elektrische bussen kopen. We hebben het over hele grote bedragen waarmee we iets in stand houden dat door maar een beperkt deel van de inwoners gebruikt wordt. Daarom zeggen wij, investeer in goede bus- en treinverbindingen. Waarbij je, als je de huidige geldstromen naar het GAE gaat investeren in het openbaar vervoer, ook goedkopere en betaalbare kaartjes aan kunt bieden.”

Toch is dat juist een probleem want de afgelopen jaren is er in de busdienstregelingen flink gesneden. Bijvoorbeeld in het ommeland. Inwoners van Thesinge, Sint Annen en Woltersum zijn er op achteruit gegaan …
“En dat tij moeten we keren. Ook deze inwoners hebben recht op goede en betrouwbare busverbindingen, waarbij deze verbindingen ook zo goed moeten zijn dat ze kunnen concurreren met de auto.”