Aantal bushaltes in gemeente bleef nagenoeg stabiel, afname in Thesinge, Leegkerk en Winschoterdiep

nieuws
Foto: Rieks Oijnhausen

Het aantal bushaltes in de gemeente is in de afgelopen vijf jaar nagenoeg stabiel gebleven. Echter is er in bepaalde wijken en dorpen sprake van een afname.

Uit cijfers van het Planbureau voor de Leefomgeving, PBL, blijkt dat de grootste afname te zien is in het gebied Winschoterdiep. Van drie bushaltes in 2018 is daar nu niet ééń van over. Ook het aantal haltes in Leegkerk (drie naar twee), Selwerd (zeven naar zes), Indische Buurt (negen naar acht), Peizerweg (twee naar één), Martini Trade Park (één naar nul), Eemskanaal (zeven naar zes) en Thesinge (vijf naar vier) is afgenomen.

Toename
Behalve de tien haltes die verdwenen zijn, zijn er in de afgelopen vijf jaar ook twee bushaltes bijgekomen. De eerste halte is te vinden in het Europapark-gebied, waar het aantal haltes waar een bus stopt van twee naar drie ging. In Ten Post ging het aantal haltes van één naar twee.

Afname het grootst in Groningen en Drenthe
Het beeld in de gemeente sluit aan bij het landelijk beeld. Volgens het PBL is het aantal haltes in de afgelopen vijf jaar met 527 afgenomen. De afname is het grootst in de provincies Groningen en Drenthe, respectievelijk zeven en elf procent. Flevoland is de enige provincie waar er nu meer bushaltes zijn dan vijf jaar geleden. “Je ziet haltes hoofdzakelijk verdwijnen in de landelijke gebieden, maar ook in de stadsranden en de dorpen is die tendens zichtbaar,” zegt onderzoeker Jeroen Bastiaanssen van het PBL. Gecombineerd met het afschalen van sommige dienstregelingen zorgt dat volgens hem voor een verschraling van het openbaar vervoer. “Er wordt vaak ingezet op busverbindingen die je snel naar een treinstation of stadscentrum brengen, maar daardoor komen kronkelroutes door wijken en dorpen soms te vervallen. Inwoners in die gebieden zijn daardoor regelmatig aangewezen op een auto om bepaalde voorzieningen te bereiken.”

Bereikbaarheid van huisarts, supermarkt en school
De onderzoekers hebben ook gekeken in hoeverre vanuit een wijk of dorp binnen een kwartier met het openbaar vervoer een huisarts, school, apotheek en supermarkt bereikt kan worden, en of men binnen een half uur in een ziekenhuis of vo-school kan arriveren. De binnenstad en omliggende wijken scoren daarin voldoende. Het buitengebied komt er bekaaid vanaf. Vanuit Sint Annen, Ten Boer, Woltersum en Garmerwolde zijn binnen de gestelde tijden een ziekenhuis en apotheek niet bereikbaar. Vanuit Sint Annen lukt het ook niet om binnen een kwartier een huisarts te bereiken. Vanuit Noordlaren en Onnen lukt het niet om een apotheek en ziekenhuis te bereiken. Bij Glimmen ontbreken een huisarts en supermarkt. Vanuit Leegkerk en Gravenburg is het onmogelijk om een ziekenhuis, supermarkt of apotheek te bereiken.

Mensen die geen auto hebben zijn slechter af
Bastiaanssen stelt vast dat beleid vaak gericht is op verbeteren van de bereikbaarheid, maar dat niet duidelijk is wanneer die bereikbaarheid goed of voldoende is: “We hebben recht op onderwijs en recht op zorg, maar we hebben geen recht op de mogelijkheid om binnen een bepaalde tijd op school of in het ziekenhuis te komen. Dat is eigenlijk raar.” Uit het onderzoek blijkt dat mensen die afhankelijk zijn van het openbaar vervoer slechter af zijn dan de mensen die een auto hebben: “Zeker als zij wonen in landelijk gebied, de stadsranden of de suburbane kernen is de toegang tot banen en voorzieningen zoals zorg en scholen slechter.”

Het volledige onderzoek is op deze website te bekijken.