Het kabinet strooide vorige week met miljarden om diverse infrastructurele projecten in het land van de grond te krijgen. Knooppunt Meppel en de aanleg van de Nedersaksenlijn zijn vooralsnog geen onderdeel van die projecten.
Dinsdag hebben de noordelijke provinciebestuurders een bidbook overhandigd aan de Kamercommissie voor Infrastructuur en Waterstaat om de spoorlijn tussen Veendam en Emmen alsnog van de grond te krijgen. “Ik ben hoopvol gestemd”, laat gedeputeerde Nelleke Vedelaar (PvdA) van de provincie Drenthe in het radioprogramma EenVandaag op NPO Radio 1 weten. “We hebben het kabinet en Kamerleden aangesproken op het feit dat er geluisterd moet worden naar de gebieden waar minder mensen wonen. Wil je de ontwikkeling in een regio aanjagen, dan is in de basis een goed werkend spoor noodzakelijk.”
“Tussen Meppel en Zwolle hebben we een groot probleem”
In het Noorden wordt al langere tijd gestreden voor de realisatie van verschillende infrastructurele projecten. Naast de Lelylijn gaat het om knooppunt Meppel en de Nedersaksenlijn. “Tussen Meppel en Zwolle hebben we een groot probleem. Alle treinen richting het Noorden moeten door deze trechter. De vertraging die we daar wekelijks constateren is negen uur. Reizigers staan daar samen iedere week negen uur stil. Aan de oostkant van de provincie hebben we een spoortracé waar 44 kilometer aan rails ontbreekt. Als je een spoorlijn aanlegt tussen Veendam en Emmen is dat een geweldige ontwikkeling voor de regio.”
“Wij hebben in het Noorden ook recht op voorzieningen”
De verwachtingen waren vorige week dan ook hooggespannen toen er 7,5 miljard euro verdeeld werd. Maar het geld gaat vooral naar Zuid-Holland en de regio Eindhoven. Deze regio’s krijgen samen 2 miljard euro toebedeeld. Groningen krijgt 88 miljoen euro voor de aanleg van station Suiker, de aanpak van de westelijke ringweg en het insnijden van het Emmaviaduct. Drenthe blijft met lege handen achter. “Vandaag zijn we samen met Groningen en Friesland naar Den Haag gegaan. Bij deze ontwikkelingen werken we als provincies intensief samen. We houden echt elkaars hand vast, die solidariteit is heel prettig. Wij vinden dat we net als andere regio’s ook recht hebben op voorzieningen. Hoe het geld nu verdeeld wordt, is niet eerlijk.”
“Het is frappant dat een heel landsdeel zo weinig krijgt”
Vedelaar: “Ik heb vandaag nagenoeg ook met alle Kamerfracties gesproken. Ik heb hen op het hart gedrukt dat er geluisterd moet worden naar de gebieden waar weinig mensen wonen. Maar op de één of andere manier moeten wij heel hard vechten voor iets dat in de basis voor iedereen beschikbaar zou moeten zijn. Dezelfde ontluistering voelde ik ook bij Kamerleden, dat het niet eerlijk is. Het is frappant dat een heel landsdeel zo weinig toebedeeld krijgt, en dat het Noorden zo weinig wordt gehoord.”
De gedeputeerde zegt samen met haar collega’s uit Groningen en Friesland er hard voor te willen blijven vechten om het geld alsnog binnen te slepen. De Tweede Kamer praat volgende week, op 28 en 30 november, over de spoorplannen voor de komende jaren. Dan zal blijken of de lobby gehoord is.
