Gezondheidseconoom Jochen Mierau van de Rijksuniversiteit Groningen hekelt de trage aanpak bij het aanbieden van de herhaalprik. Dat zegt Mierau maandag bij EenVandaag.
“Het ministerie gaat nog steeds uit van het beschermen van kwetsbaren als hoofddoel van de vaccinatiecampagne”, zegt Mierau. “Daarom zijn de kwetsbaren nu aan de beurt en de rest van de bevolking nog niet. Maar in deze fase van de pandemie is het heel belangrijk om te zorgen dat de maatschappij blijft draaien en niet stil komt te liggen doordat mensen thuiszitten met coronaklachten of in isolatie vanwege een besmetting.”
“We hadden al in september kunnen starten”
Want dat is volgens de gezondheidseconoom het risico. Dat we de komende periode te maken gaan krijgen met veel ziekteverzuim door corona en griep. En daarmee neemt ook de druk op de zorg verder toe. Volgens Mierau is het verstandig om de vaccinatiecampagne vol in te zetten om massaal ziekteverzuim tegen te gaan, en om aan mensen die dat willen een herhaalprik aan te bieden. “We hadden dat al in september kunnen starten toen het aangepaste vaccin er was en er genoeg aanwijzingen waren voor een nieuwe golf.”
“Als veel mensen tegelijk ziek worden loopt alles vast”
Uit peilingen blijkt dat veel mensen het nut niet zien van de herhaalprik. Want waarom een prik halen als je al een keer corona hebt gehad? Mierau noemt dit de preventieparadox: “Op bevolkingsniveau helpt het enorm als veel mensen zich laten boosteren, maar voor één persoon is niet meteen duidelijk wat de winst is van inenting. Er zijn heel veel mensen die jong en fit zijn. Als ze ziek worden, zijn het grote aantallen. Zij komen niet in ziekenhuis terecht, maar vallen wel uit en dan loopt alles vast. Als je te lang wacht met iedereen die dat wil een prik te geven stokt het.”
“Tien tot twaalf weken bezig”
Volgens de gezondheidseconoom loopt het ondertussen in de prikhallen van de GGD niet storm. “Als de GGD per week 700.000 mensen kan inenten, dan zijn we nog wel tien tot twaalf weken bezig voordat de algemene bevolking aan de beurt is. Dat duurt allemaal te lang.”