‘Elke Naam Telt’ geeft weggevoerde Joden een naam en een adres op expositie

In Synagoge Groningen wordt zondag de expositie ‘Elke Naam Telt’ geopend. De expositie geeft weggevoerde Joodse bewoners tijdens de Tweede Wereldoorlog een naam en een verhaal.

De expositie is een onderdeel van het gelijknamige project en is een initiatief van fotograaf Robert Mulder. De afgelopen decennia fotografeerde Mulder het wel en wee van de Joodse gemeenschap in Stad. Dit bracht hem op het spoor van adressen van de vooroorlogse Joodse bewoners van de Anna Paulownastraat, waar hij ook zelf woont. Zo ontstond het idee om een overzicht te maken van alle Joden die in de Herewegbuurt woonden en zijn weggevoerd en vermoord. Het gaat om Joodse bewoners van de Anna Paulownastraat, 2e Willemstraat, J.A. Feithstraat, Verlengde J.A. Feithstraat. Verlengde Oosterweg, Hereweg, Rabenhauptstraat en Hovenstraat.

“Het waren mensen met hun eigen problemen, idealen, carrières en liefdes”
“We weten dat in Groningen ongeveer drieduizend Joodse inwoners zijn weggevoerd van wie slechts tweehonderd terugkwamen”, vertelt Mulder. “Maar dat zijn maar getallen. We willen met Elke Naam Telt laten zien dat dit allemaal Groningers waren met hun eigen problemen, idealen, carrières en liefdes.” Zo ontstond het plan om op de vloer van de synagoge een stratenplan te leggen met zuiltjes met informatie over en foto’s van de vermoorde buurtbewoners, elk bij het oorspronkelijke adres. Buurtbewoners en andere geïnteresseerden konden zich aanmelden om een naam te adopteren en over de betreffende persoon informatie te zoeken. Ongeveer dertig vrijwilligers meldden zich hiervoor aan.

Tekst gaat verder onder de illustratie

Plattegrond
De zuiltjes zijn geplaatst op een over de gehele vloer van de synagoge uitgelegde plattegrond van de wijk. Bezoekers kunnen op die manier door de straten, langs de voormalige adressen van vermoorde bewoners, wandelen en zich verdiepen in hun verhalen. Bij de expositie wordt ook een familiefilm getoond die vlak voor de Tweede Wereldoorlog werd gemaakt door de Joodse arts Max Roeper. Hij en zijn vrouw Loes Piekema vestigden zich in 1941 met hun kinderen aan de Hereweg 110 in Groningen. Hoewel de Duitsers Joodse artsen inmiddels hadden verboden hun vak uit te oefenen, werkte Max door. Hij werd echter verraden door een NSB-patiënt. Op 10 augustus 1943 werd Max gearresteerd en gevangen gezet in het Huis van Bewaring in Groningen. In januari 1945 stierf Max Roeper in Birkenau aan de gevolgen van vlektyfus.

Meer informatie over het project en de expositie is te vinden op deze website.