Tentoonstellingen over slavernijverleden: “Groningers waren er trots op”

Hoe was Groningen betrokken bij slavernij? Over die vraag gaan verschillende exposities onder de naam Bitterzoet Erfgoed. Vanaf vrijdag zijn ze te bekijken in veel culturele instellingen in de provincie.

Eén van de instellingen met een speciale tentoonstelling is het Groninger Museum. “Hier focussen we specifiek op hoe de betrokkenheid bij de slavernij in Groningen invloed had op kunst,” vertelt conservator cultuurgeschiedenis Lieuwe Jongsma. “We zien hier allerlei portretten van rijke Groningers. Zij lieten zich graag portretteren met zwarte bedienden, want dat was een soort statussymbool in die tijd.”

De belangrijkste manier waarop Groningen betrokken was bij slavernij, was via de West-Indische Compagnie. “Groningen had een eigen kantoor van die WIC. Groningen was ook verantwoordelijk voor een negende van de financiering van die compagnie, en daarmee ook voor een negende verantwoordelijk voor de schepen die werden uitgezonden en een negende van de mensen die door de WIC werden verhandeld.”

Jongsma hoopt dan ook dat deze tentoonstelling laat zien dat ook Groningen een rol speelde in het slavernijverleden. “Kijk, je denkt misschien niet gelijk aan Groningen, maar eerder aan Amsterdam of Zeeland. Maar heel snel daarna komt toch Groningen om de hoek kijken. Die had toch zijn eigen betrokkenheid. Je ziet ook dat rijke Groningers daar trots op waren, want ze haalden er ook prestige uit.”

Vrijdag wordt Bitterzoet Erfgoed geopend met een talkshow. De tentoonstellingen zijn nog tot 12 september te bekijken. “Dit is een onderbelicht deel van onze geschiedenis. Het is dit jaar 400 jaar geleden dat de Groningse kamer van de WIC werd opgericht, dus hoog tijd om daar wat aandacht aan te besteden.”