Hoe een deel van de mensen in de bijstand de weg naar werk kunnen vinden

nieuws
Foto: Fauxels via Pexels.com

Ongeveer 9.500 gezinnen in de gemeente Groningen zijn voor hun inkomen afhankelijk van de bijstand. Wat is er nodig om deze mensen te helpen zodat ze weer aan het werk kunnen en op eigen benen kunnen staan?

OOGtv doet onderzoek naar armoede in Groningen. Een van de onderwerpen in het onderzoek is de arbeidsmarkt en hoe mensen in de bijstand weer rust in hun leven kunnen krijgen, zodat ze kunnen werken. Hierover zijn verschillende gesprekken gevoerd en podcasts opgenomen.

Spiraal naar beneden

Armoede is niet alleen het hebben van een laag inkomen. Er komt veel meer bij kijken. Mensen komen vaak in een spiraal naar beneden terecht, vertelt onderzoeker Klaas Kloosterman. “Als mensen bijvoorbeeld hun baan verliezen of in een scheiding zitten, kan iemand in een armoedige situatie komen”, aldus Kloosterman. Kloosterman werkt bij de afdeling onderzoek en statistiek van de gemeente Groningen en doet al jaren onderzoek naar armoede in de gemeente.

De problemen kunnen heel ingewikkeld zijn. Een huishouden kan in de schulden komen, te maken hebben met stress of er kan in de thuissituatie iets spelen. Bijvoorbeeld huiselijk geweld. Of er kan iets zijn met een kind dat begeleiding en zorg nodig heeft.

De spiraal naar beneden kan voor sommigen als een sneltrein gaan en voor anderen iets langzamer en minder hevig. Het hangt er heel erg vanaf wat er precies aan de hand is bij een huishouden. Onderzoeker Kloosterman vertelt: “Als mensen voor het eerst in armoede raken, hebben ze het idee dat ze niet meer mee kunnen doen. Ze hebben het gevoel dat de wereld door draait, maar dat ze zelf stil staan. Hoe langer dat duurt, hoe heviger die gedachte wordt. Mensen hebben steeds minder het gevoel dat hun situatie nog kan veranderen en passen hun gedrag aan”, aldus Kloosterman.

Erik Oosterveld, arbeidsmarktadviseur bij het UWV, vertelt wat dit betekent voor de kansen van iemand op de arbeidsmarkt. “Als UWV zien we mensen die kort geleden hun werk zijn verloren en pas een paar maanden in een uitkering zitten, zoals een WW uitkering. Als we in die fase mensen kunnen helpen, voorkomt het later heel veel ellende. Want hoe langer je geen werk hebt, hoe moeilijker het wordt om weer werk te vinden”, aldus Oosterveld.

Weg naar boven vinden

Voordat iemand weer aan het werk kan gaan, is het belangrijk om de spiraal om te buigen en weer naar boven te laten gaan. Onderzoeker Kloosterman vertelt dat de gemeente Groningen heel erg probeert om oplossingen te vinden die het beste bij iemand passen. Dat wordt gedaan met het zogeheten maatwerkbudget. “Dat komt erop neer dat we kijken naar wat deze persoon op dit moment nodig heeft. Dan proberen we een huishouden te helpen, zodat ze niet van de regen in de drup komen”, aldus Kloosterman.

Onderzoeker René Paulussen heeft bij verschillende maatschappelijke organisaties en de gemeente Groningen gewerkt. Recent heeft hij onderzoek gedaan naar armoede in Selwerd. Paulissen zegt dat het belangrijk is dat de verschillende hulpverleners en overheden die betrokken zijn bij een huishouden samenwerken om de problemen in het gezin aan te pakken. “Laat mensen hun verhaal vertellen en kijk naar wat ze wel kunnen. Je gaat samen met de mensen kijken waar je moet beginnen. Bij het ene huishouden kan dat betekenen dat er iets gedaan moet worden aan de schulden, bij iemand anders dat hij of zij een opleiding gaat volgen. Of bij een ander huishouden zal je eerst het huiselijk geweld moeten stoppen, wil je iemand weer in staat stellen om de stress kwijt te raken en te gaan leren”, aldus Paulissen.

Volgens wethouder Carine Bloemhoff is het belangrijk dat dit rustig en gemoedelijk gebeurt. “Wat we doen is bij mensen langsgaan en vragen: ‘hoe gaat het met je?’ Dat gaat heel langzaam. We drinken koffie en laten mensen rustig hun verhaal vertellen. Dan kijken we of ze bijvoorbeeld een participatiebaan of vrijwilligerswerk aan kunnen. We proberen rustig te kijken naar wat mensen willen doen en wat ze aan kunnen. Dan kijken we of daar een geschikte manier voor is”, aldus de wethouder.

Opleidingsniveau

Hoewel de situaties van mensen in de bijstand heel erg verschillen, is er over het algemeen wel iets bekend over het opleidingsniveau van deze groepen waardoor hun kansen op de arbeidsmarkt kleiner zijn. Zo vertelt arbeidsmarktadviseur Oosterveld: “Een groot deel van mensen in de bijstand heeft een vorm van arbeidsbeperking of een taalachterstand. Verder heeft een groot deel een opleiding op het niveau van het VMBO of MBO niveau 1, terwijl werkgevers vaak vragen om een opleiding op MBO niveau 2 of hoger”, aldus Oosterveld.

Om mensen die een lagere opleiding hebben toch te helpen, is er in de gemeente Groningen een traject waarbij mensen een diploma kunnen halen voor bepaalde delen van een opleiding. Bijvoorbeeld dat iemand geen volledige technische opleiding volgt, maar wel een deelopleiding waarmee hij of zij zonnepanelen kan leggen.

Volgens wethouder Bloemhoff is het belangrijk om mensen ook goed te begeleiden als ze weer aan het werk zijn. “Het is niet zo dat als je iemand geplaatst hebt, het dan klaar is. Soms moet je als gemeente net iets langer doorgaan met de begeleiding. In het werkprogramma waar we nu mee bezig zijn, kijken we ook hoe we mensen aan het werk houden. Dat houdt in dat iemand een coach krijgt die contact houdt met de werknemer en werkgever. Die coach kan signalen krijgen als iemand bijvoorbeeld voor een tweede keer niet is komen opdagen. De coach kan dan aan de werknemer vragen of er iets aan de hand is en kijken of er hulp nodig is”, aldus Bloemhoff.

Onzekerheden wegnemen

Hoewel met deze en andere programma’s mensen in de bijstand al aan het werk worden geholpen, biedt de bijstand voor een groep ook een inkomen waar ze zeker van zijn. Daar is niet altijd sprake van als mensen aan het werk gaan. Regelmatig moeten mensen toeslagen terugbetalen, omdat de belastingdienst na de aangifte zegt dat iemand te veel heeft verdiend en achteraf toch geen recht had op bijvoorbeeld huurtoeslag of zorgtoeslag. Daardoor komt het wel eens voor dat mensen soms minder overhouden als ze gaan werken, dan als ze in de bijstand zouden blijven zitten.

Volgens wethouder Bloemhoff is dit de onzekerheid van werk en de zekerheid van de bijstand. “Mensen hebben behoefte aan bestaanszekerheid. Ze weten wat ze nu hebben. Als ze aan het werk gaan, maar het gaat na een half jaar toch niet goed, vallen mensen terug in de bijstand. Dan moeten ze allerlei toeslagen terugbetalen en worden ze gekort”, aldus Bloemhoff.

De wethouder hoopt dat de landelijke overheid het toeslagensysteem gaat veranderen, waardoor mensen niet in de angst zitten dat ze geld terug moeten betalen. Verder hoopt wethouder Bloemhoff op meer geld vanuit de Rijksoverheid om mensen bij te scholen en hoopt ze dat de gemeente mag experimenteren met mensen meer te laten bijverdienen in de bijstand, zodat het loont om te werken. “Sommige mensen kunnen zich stap voor stap uit de bijstand werken en wel aan het werk gaan.”

Toch zal er altijd een bepaalde groep mensen zijn die niet aan het werk komt. “Hoe ga je daarmee om?” vraagt de wethouder zich af. “Voor hen zal je werkgelegenheid moeten organiseren. Wij doen dat met basisbanen. Ik denk dat we daarin moeten investeren. Als ik mensen spreek die jarenlang aan de kant hebben gezeten, zeggen ze: ik voel me goed, ik doe weer mee. Dan kan je wat betekenen voor mensen. Werk is echt heel belangrijk. Of dat nou op de reguliere arbeidsmarkt is of op een andere manier”, aldus wethouder Bloemhoff.

Onderzoek naar armoede

Dit artikel is deels geschreven op basis van de zesde en zevende aflevering van de podcast ‘Arm in 050’. Beluister de podcast hier op Spotify, via Apple Podcasts of via je eigen speler.

Het onderzoek Arm in 050 wordt mede mogelijk gemaakt door het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek en de provincie Groningen.