Groninger Archieven vindt Sinterklaasgedicht uit 1869

nieuws
Afbeelding: Groninger Archieven

Een medewerker van de Groninger Archieven vond onlangs een Sinterklaasgedicht uit 1869 terug in een familiearchief uit Groningen. Het is het eerste gedicht van voor 1880 waarin de Sint aan een volwassene schrijft. 

Het gedicht is gevonden in het archief van de familie Geertsema uit stad Groningen. De familie Geertsema lijkt een voorkeur voor verschillende vormen van poëzie te hebben gehad, want in het archief zijn ook spotdichten en Franse sonnetten teruggevonden.

De eerste Sinterklaasgedicht stammen uit de 17e eeuw en werden verzameld in boekjes over Sinterklaas. De huidige vorm van dichten, waarin vanuit het perspectief van de Sint aan een ontvanger wordt geschreven, is minder oud en zou pas in de 20ste eeuw begonnen zijn. Literatuur over de traditie stelde tot nu toe dat  er geen gedichten van voor 1880 bekend zijn waarin vanuit de Sint aan een volwassene wordt geschreven. “Maar daar komt nu verandering in”, zo laat Malou Aalberts weten namens de Groninger Archieven. “Wij hebben er in de Groninger Archieven een uit 1869 gevonden.”

Het gedicht is hieronder te lezen. De schrijver uit 1869 spreekt hierin met lovende woorden over een gewaardeerd familielid op leeftijd:

’T is meer dan tachtig jaar geleden
sinds ik U ’t eerste lekkers bragt.
’T wicht van toen, d’oude vrouw van heden
groot is ’t verschil. Maar welbedacht
zag ik gelijkenis. Iets vrolijks
in ’t gemoed bleef U tot heden bij;
Dies werd ik opgemerkt en meende,
na mijn bezoek bij ’t kind van Sey,
ook grootmoeders moeder te gedenken;
niet met een groote hoop geschenken
zooals ik deed voor tachtig jaar,
maar met een vriendelijk hartelijk praatje
dat ik U toezend op een blaadje.
Die vrolijkheid waarvan ‘k mogt spreken,
ze blijve U bij dat aan Uw dood.
Ze maak U ligt al de gebreken
die de oudedag ook U aanbood,
Ze blijf voor Kind en Kleinkind Tevens
een ware vreugd, zoolang ge er zijt,
en gaat ge heen naar betere oorden,
als voorbeeld blijft ge voor hen staan.
Om op ’t soms moeylijke pad des levens
Steeds vrolijk, dankbaar voort te gaan.

Sinterklaas,

6 December 1869