Medewerkers scanauto parkeercontrole: “We krijgen vaak opgestoken middelvingers”

Bonnetjes onder ruitenwissers bij foutparkeren behoren sinds de coronapandemie tot het verleden en twee weken geleden werd bekend dat het bonnetje ook niet meer terugkomt. OOG ging daarom een middagje mee met de scanauto van de gemeente Groningen, om te kijken hoe dit voertuig foutparkeerders opspoort.

De scanauto van de parkeercontrole rijdt sinds een aantal jaren door Stad en kan op één dag alle betaalde parkeerplekken scannen. Nadat een nummerbord gescand is, wordt het door een database gehaald, waarna gecontroleerd wordt of aan de betaalverplichting is voldaan. Zo niet? Dan betaal je een boete. De Stad moet immers voor iedereen leefbaar gehouden worden.

Agressie en geweld

Vanuit de scanauto, maar ook op straat krijgen de medewerkers regelmatig te maken met agressie, en soms ook geweld. “Zeker als je wat later op de avond en bij bepaalde kroegen rijdt hebben we meer te maken met mensen die niet zo blij zijn met het werk wat wij doen. Die mensen kunnen nog wel eens agressief reageren,” vertelt medewerker Esther.

“Vanuit de scanauto krijgen we vooral veel middelvingers naar ons toe geslingerd. Mensen gooien zichzelf soms letterlijk voor de scanauto, om gefotografeerd te worden met een middelvinger. Alleen een middelvinger is helaas geen kenteken, dus die worden niet gefotografeerd,” aldus Esther.

Maar het blijft niet alleen bij woord en gebaar: “Een collega stond een keer bij een stoplicht, en toen werd de spiegel van de auto afgeschopt. De collega is toen uit de auto gestapt om te vragen waarom diegene dat deed en werd vervolgens in haar maag gestompt. Zulke situaties kunnen voorkomen. Het gebeurt gelukkig niet elke dag, maar het gebeurt wel,” vertelt Esther

Leefbaarheid

Boetes uitdelen zijn voor de parkeercontrole van de gemeente Groningen een middel om het doel te bereiken, niet het doel op zich. “Uiteindelijk wil je gewoon dat mensen hun auto zonder enige ergernis in de buurt van hun huis kunnen parkeren. Dat ze lekker naar hun werk gaan en zonder zorgen een plekje vinden en niet een half uur aan het zoeken zijn,” besluit Esther