Het verhaal achter het Groningse voetbaltenue: ‘wit was het goedkoopst’

Vorige week lanceerde FC Groningen het nieuwe tenue, dit seizoen speciaal voorzien van een gouden accent. Zoals ieder jaar viel er genoeg te lezen over de nieuwe kledij van de profclub, maar wat draagt de Groningse amateur eigenlijk?

OOG TV bracht een bezoek aan een aantal amateurclubs in de gemeente Groningen, op zoek naar de verhalen achter de tenues.

We beginnen onder de rook van Haren, bij vv Glimmen. In de kantine spreidt routinier Ale Hendriks (74) het kleurrijke tenue uit op tafel. Eerst het shirt: rood. Daaronder het broekje: wit. En tot slot de sokken: blauw. ‘Rood, wit, blauw,’ stelt Hendriks terecht. Hoewel de man trots is op zijn Nederlanderschap, is dat niet de gedachte achter dit tenue.

Brainstorm in dorpscafé

Op een avond in ‘68 zat Hendriks met zijn kameraden in dorpscafé De Kastanjehoeve. VV Glimmen was net opgericht en het was hoog tijd over een passende outfit te brainstormen.

‘Voor de oorlog was er ook al een voetbalclub in Glimmen, die was rood,’ verklaart Hendriks de betrekkelijk eenvoudige keuze voor het rode shirt. Over het broekje was men het ook snel eens. ‘Wit vonden wij heel mooi bij rood staan.’

Wat betreft de sokken was het vooral een kwestie van wegstrepen. ‘Je kan er geen groene sokken onder doen. Rode sokken staan ook niet mooi. En vroeger had je kleivelden, na vijf minuten spelen was je al zo zwart als de nacht. Dan moest je geen witte sokken hebben.’ Zo bleef uiteindelijk de kleur blauw over.

 

Het rood-wit-blauwe tenue van vv Glimmen, met op de achtergrond Ale Hendriks (Foto: Bram Koster)

 

Hendriks speelde ongeveer vijftien jaar in het tenue waarvan hij zelf aan de basis stond. ‘Ik stond altijd achterin als laatste man. Ik had een gruwelijke hekel aan hardlopen.’ Verder dan vv Glimmen is Hendriks nooit gekomen.

Arme arbeiders

Van kleurrijk naar kleurloos. Spelers van sv Woltersum dragen een wit shirt en zwarte broek, afgemaakt met een zwarte kous. ‘Waarschijnlijk is dat om de goedkoopte geweest. Het waren allemaal landarbeiders hier,’ vermoedt clublid Gert van Dijk. Hij praat over de jaren ‘20, toen het tenue werd bedacht.

‘Wit was het goedkoopst. En als er vlekken op zaten, kon je het makkelijk bleken op een blekersveld. En zwart is geen kleur, je kunt alles zwart maken.’

 

Gert van Dijk presenteert het tenue van sv Woltersum (Foto: Bram Koster)

 

Overigens heeft het oorspronkelijk volledig witte shirt van sv Woltersum tegenwoordig een zwarte mouw, om praktische redenen. ‘Zo’n elleboog wil goed groen worden. Nu hebben we geen blekersveld meer. In de wasmachine moet het schoon worden, dan is een zwarte mouw wel handig.’

Een opfrisbeurt van het tenue, bijvoorbeeld middels een kleurrijk accent, is uitgesloten voor Van Dijk. ‘Tegenwoordig wisselt men ook heel snel van vrouw. Maar als het goed is, is het goed, toch?’

Willekeur

Als het goed is, is het goed. Het had een uitspraak van Joop de Vries van sv TEO kunnen zijn. De voetballer en tevens scheidsrechter uit Ten Post is nooit van vrouw gewisseld, noch van voetbaltenue. ‘Zo lang als ik mij kan herinneren spelen wij in blauw-wit gestreept.’

 

Joop de Vries draagt het shirt van sv TEO (Foto: Bram Koster)

 

In een voetbalkantine annex dorpshuis in Ten Post verwelkomt De Vries ons. Op tafel heeft hij alvast wat oude foto’s en documenten tentoongesteld. ‘Ik ben bang dat er destijds gewoon weinig keus was en de keuze vrij willekeurig op blauw-wit gevallen is.’

Een door De Vries ingekleurde zwart-witfoto van kampioensjaar 1929 laat zien hoe weinig er de afgelopen eeuw aan het tenue is veranderd. Het ballen ging indertijd wel even anders, op een stuk boerenland. ‘Voordat je ging voetballen moest je met een plank over de sloot, de koeien wegjagen en de stront wegschrapen.’

 

In 1929 werd dit team van sv TEO kampioen (Foto: sv TEO, ingekleurd door Joop de Vries)

 

Meer variatie zien we bij vv Haren. Bert Biemolt, dit jaar zestig jaar lid, heeft naar eigen zeggen zo’n zes of zeven verschillende tenues gedragen.

‘Haren speelde oorspronkelijk in rood-geel.’ Biemolt wijst het jaar 1935 aan, op een metersgrote tijdlijn met foto’s, die in de kantine hangt. ‘Al heel snel is dat overgegaan in zwart-wit.’ En hoe: zwart-witte strepen, zwart-witte blokjes, zwart-witte strepen en blokjes, varianten te over. ‘Het is een beetje afhankelijk van wat er in de mode is, hè,’ aldus Biemolt.

 

Het tenue van vv Haren in de jaren 70 (Foto: vv Haren)

 

We sluiten af bij vv Omlandia in Ten Boer, waar clubicoon Henk van Bijssum (87) ons staat op te wachten. Sinds de oprichting in 1951 is Van Bijssum lid. ‘Het is de enige club van mijn leven op sportgebied.’

Een paar jaar na de oprichting koos de voetbalclub voor een wit shirt met blauwe broek, in dezelfde kleuren als de gymnastiekvereniging van Ten Boer. Die twee overwogen namelijk even een fusie, volgens Van Bijssum. ‘Omdat er kinderen lid waren van zowel de voetbalvereniging als van de gymnastiekvereniging, konden ze dan dezelfde kleren aan. Uiteindelijk is er niet gefuseerd, maar de kleuren bleven hetzelfde.’

 

In Ten Post worden ook de voeten blauw-wit geveegd (Foto: Bram Koster)

 

En zo lijkt Gert van Dijk er dus niet alleen voor lijkt te staan met zijn ‘als het goed is, is het goed.’ Want al wisselt men tegenwoordig dan snel van vrouw, een clubkleur is men zelden ontrouw.

 

KNVB legt uit: wat mag er en wat mag er niet?
Wat er wel en niet mag op het gebied van voetbalkledij in Nederland wordt bepaald door de KNVB. In principe is er veel mogelijk, vertelt Timo Reessink van de voetbalbond. ‘Een club in het amateurvoetbal mag het zo gek maken als ze zelf wil. Als je in rood-groen-paars-blauw wil spelen, dan kan dat. Als je in een jutezak wil spelen, dan mag dat. Kleur, stof of kwaliteit zijn niet door ons vastgelegd in regelgeving.’
Dat er in de praktijk nooit in rood-groen-paars-blauwe jutezakken wordt gespeeld, komt volgens Reessink mede doordat amateurclubs afhankelijk zijn van het aanbod van de kledingleverancier. ‘Als amateurclub heb je niet zo veel te kiezen. Je krijgt een grote catalogus voor je neus met standaard modellen en kleurstellingen. In het betaald voetbal worden de tenues ook aan supporters verkocht. Daar zit een verdienmodel achter, wat extra mogelijkheden biedt bij de leverancier.’
Op het gebied van reclame-uitingen op tenues heeft de KNVB overigens wel specifieke regels vastgelegd. ‘De shirtsponsor heeft aan de voorkant bijvoorbeeld een maximaal oppervlak van 600 vierkante centimeter. En zo heb je voor elk plekje op het shirt wel een maximale afmeting waar de reclame-uiting aan moet voldoen,’ legt Reessink uit. De regels van de KNVB zijn gebaseerd op die van de UEFA. ‘Daarvan hebben wij een vertaling gemaakt voor de Nederlandse competities.’