“Vechten met geweer en bajonet was niks voor mij”

Op begraafplaats Selwerderhof zijn dinsdagmiddag de 142 Groningse militairen herdacht die om het leven kwamen bij de strijd op Nederlands-Indië. “Het is ontzettend belangrijk dat we hiermee doorgaan.”

De herdenking trok ruim honderd belangstellenden. Onder hen ook de 91-jarige veteraan Jan Uitham. “Een half jaar na het beëindigen van de Tweede Wereldoorlog werd ik opgeroepen voor de dienstplicht en werd ik overgebracht naar Soerabaja op Nederlands-Indië”, vertelt Uitham. “Nadat het Japanse keizerrijk zich had overgegeven wilde de Nederlandse regering de kolonie in de archipel herstellen, maar op het eiland zaten ze daar niet op te wachten en riepen ze de onafhankelijkheid uit.”

“We werden daar naar toegebracht onder valse voorwendselen dat we havens en steden als zijnde politiemensen moesten bewaken, maar het kwam er op neer dat het uiteindelijk een bloedige strijd zou worden tegen de guerilla om de orde te herstellen. Ik heb zelf daar nooit aan deelgenomen. Ik was niet zo’n soldaat. Tijdens trainingen schoot ik altijd bewust ver naast het doel, waardoor de officier verklaarde dat ik niet geschikt was voor de frontdienst. Ik werd ingedeeld bij de radiocommunicatiedienst en heb daar een goede tijd gehad.”

Het aantal veteranen dat de oorlog heeft meegemaakt neemt steeds verder af. Toch is het volgens Uitham belangrijk dat het herdenken blijft. “Jarenlang is deze oorlog door de overheid stilgezwegen, tot groot verdriet van ons als soldaten die ons leven daar hebben gegeven. Sinds 2002 wordt er in Groningen jaarlijks bij stilgestaan, en dat moeten we blijven doen. Het hoort bij ons vaderlandse geschiedenis.”