Het was in de achttiende eeuw een geschenk waar men erg trots op was. Een geschenk dat heel goed bewaard werd, en wat absoluut niet gebruikt mocht worden. Binnenkort zullen ze te zien zijn op een tentoonstelling bij het Noordelijk Scheepvaartmuseum: zilveren Oostzeelepels.
“Tussen 1700 en 1800 voeren veel Groningse schippers op de Oostzee”, vertelt curator Wicher Kerkmeijer. “Wekenlang waren ze onderweg naar bijvoorbeeld Riga of het voormalige Pruisen om vracht op te halen, of om juist goederen te brengen. De mensen in het Oostzeegebied waren trots op de handelsbetrekkingen en gaven de kapitein, vaak tijdens zijn eerste vaart, een geschenk: een zilveren lepel.”
Het Scheepvaartmuseum had al een aantal van deze lepels in bezit. “Om precies te zijn 31 in totaal”, zegt Marlies Schipperheijn van het museum. “Onlangs kwamen we in contact met een verzamelaar op Terschelling. Hij wilde graag afstand doen van zijn verzameling van 65 lepels en heeft deze aan ons geschonken. En daar zijn we ontzettend trots op want behalve dat er hele bijzondere en unieke exemplaren tussen zitten zijn we ineens het museum met de grootste collectie zilveren lepels.”
Luister naar een reportage van verslaggever Sebastiaan Scheffer:
