Naar aanleiding van de bouw van een parkeergarage in de Westerhaven vertelt Beno Hofman in een rondvaartboot verhalen die te maken hebben met de Groningse diepenring, de bruggen en het dempen van veel water. Zo is er onder andere het verhaal van een ontploffende stoomsleepboot bij de Bontebrug.
► Beschrijving
Aan de Groninger bruggen werden onlangs een tentoonstelling en twee boeken gewijd.
De gemeente heeft plannen met de Groninger woonboten en de Westerhaven wil nog steeds maar niet droogvallen.
Kortom het Groningse water is volop in beweging.
Laten we er daarom maar eens induiken.
Groningen ligt als een spin in een web van waterwegen.
De oudste waterwegen zijn de riviertjes de Hunze en de A.
De A stroomde vlak langs de stad.
De Hunze stroomde op grotere afstand maar in de dertiende eeuw veranderde dit.
De Stadjers groeven een omlegging, het Schuitendiep.
Hiermee ontstonden ook stukjes Boterdiep en Winschoterdiep.
In de middeleeuwen werden eveneens het Damsterdiep en het Hoendiep gegraven.
De verschillende diepen werden onderling verbonden door het graven van een vestinggracht.
Tweehonderd jaar geleden speelde zich hier in de vestinggracht een kleine tragedie af.
In het armenhuis woonde ene Albertje Roelfs die met bedelen in leven moest zien te blijven.
Zo kwam ze op 18 maart 1799 in de Oosterstraat bij een rijke koopman.
Toen deze niet thuis bleek besloot ze maar wat te stelen.
Ze ging er met een servet vandoor maar ‘s middags werd Albertje zo bang voor de politie dat ze zich hier in de gracht probeerde te verdrinken.
Omdat ze dat een jaar eerder ook al eens had geprobeerd vond de stadsadvocaat haar geheel simpel en zonder verstand.
En daarom werd ze niet veroordeeld maar in het armenhuis hield men haar voortaan wel beter in de gaten.
Over de vestinggracht lagen houten ophaalbruggen die omhoog konden als er een vijand naderde.
Toen de stad uitbreidde was de diepenring niet langer vesting.
De bruggen waren daardoor geen verdedigingsbruggen meer en werden toen geleidelijk vervangen door vaste stenen bruggen.
Maar in de vorige eeuw werden de schepen steeds groter en moesten de meeste bruggen weer open kunnen.
De A-brug was in 1854 de eerste brug die draaibaar werd.
Erg gemakkelijk ging dit draaien overigens niet.
De gietijzeren brug woog zo’n 130.000 kilo en door een constructiefout waren 4 man maar liefst 6 minuten aan het draaien.
Bij de Visserbrug en tussen de Boteringebrug en Ebbingebrug waren tot 1878 sluizen.
Ze werden de Kleine en de Grote Spilsluizen genoemd en ze waren nodig omdat het Reitdiep toen nog een open verbinding had met de zee.
Dat die sluizen nodig waren bleek vooral bij noordwesterstorm.
Dan kon het water in het stadsgedeelte hier voor de sluizen zo hoog stijgen dat de kelders volliepen en de mensen met bootjes door de straten voeren.
De naam Lopende Diep hier tussen de Kijk in ‘t Jatbrug en de Boteringebrug herinnert aan deze wisselende waterhoogten.
Het slopen van de Spilsluizen was onderdeel van een veel groter plan waar ook het graven van het Eemskanaal en het Verbindingskanaal bijhoorde.
Omdat het Zuiderdiep als vaarweg daardoor niet meer nodig was, werd het in 1880 met de vrijkomende grond gedempt.
Om dezelfde reden werd vier jaar later ook het eerste stukje Damsterdiep gedempt.
Het Boterdiep was het volgende diep dat gedeeltelijk werd gedempt.
Omdat het al eeuwen geen gemeenschap meer had met het Schuitendiep stonk het nogal en werd het in 1913 dichtgegooid.
Hier bij de Bontebrug vond in 1929 een enorme ramp plaats.
De stoomketel van een sleepboot die voor de dichte brug wachtte ontplofte.
De oorzaak was waarschijnlijk een vastzittend veiligheidsklepje waardoor de druk in de stoomketel te hoog werd.
Volgens ooggetuigen kwam de sleepboot een meter uit het water omhoog en spatte daarna in de lucht uiteen.
Het Nieuwsblad van het Noorden wijdde de hele voorpagina aan de ramp waarbij vijf doden en twee zwaargewonden vielen.
Volgens de krant kwam van één van de slachtoffers de arm daar op het pakhuis terecht en vlogen bloed en ingewanden over het pakhuis heen om in de keuken van de heer Stuitje in de Veemarktstraat tegen de schoorsteen en de muur uiteen te spatten.
En van een ander slachtoffer kwam de romp daar in de Griffestraat terecht.
Vier van de slachtoffers voeren op de sleepboot, de vijfde was de vrouw van de schipper van de Goede Verwachting, een vrachtboot die ook voor de brug lag te wachten.
De twee zwaargewonden vielen hier aan de Trompkade en aan de Moeskersgang doordat stukken van de machine door de ramen en de daken naar binnen vlogen.
Omdat het verkeer over land toenam werd er in Groningen in deze eeuw meer en meer water gedempt.
Zo werd er meer Boterdiep en Damsterdiep gedempt en ging er ook een stukje Hoendiep dicht.
Wat ook dicht ging was de Westerhaven.
In 1964 werd het als markt en parkeerterrein in gebruik genomen.
Op diezelfde Westerhaven wordt momenteel een ondergrondse parkeergarage gebouwd.
Maar wat blijkt de garage loopt steeds vol met water.
Nou kunnen de bouwers natuurlijk gewoon stug volhouden maar ze kunnen zich ook gewonnen geven en de hele Westerhaven weer vol laten lopen.
Ik weet zeker dat veel stadjers dat eigenlijk de beste oplossing vinden.