Truda Clant – een 17e eeuwse ‘schaking’ en het bezit van de Aykemaborg – Beno’s Stad 43 (10-11-1999)

In deze aflevering Beno’s Stad het verhaal van een zeventiende eeuwse ‘schaking’ met als doel het verkrijgen van het bezit van de Aykemaborg. Door de ‘ontvoering’ werd Etta Clant niet de echtgenote van een Coenders, zoals haar stiefgrootmoeder had bedacht, maar van haar achterneef Lucas Clant.

► Beschrijving
De hoofdpersoon van vandaag leefde in de zeventiende eeuw en heette Truda Clant.
Vanwege haar rijkdom was ze op driejarige leeftijd al een gewilde huwelijkskandidaat.
Omdat alle belangstellenden drie jaar toch wel een beetje jong vonden wachtten ze nog even.
Maar toen Truda dertien was werd de jacht geopend.

Truda Clant werd in 1654 geboren en was enig kind.
Haar ouders bezaten de Aykemaborg bij Grijpskerk.
Ze waren schatrijk maar leefden niet lang.
En Truda werd op driejarige leeftijd al wees.
Ze kreeg toen drie voogden en kwam te wonen in de Haddingestraat.

Hier kwam de driejarige Truda Clant in 1657 te wonen.
Dit was het huis van haar grootvader Iwo Auwema en zijn tweede vrouw Etta Coenders.
De voogden van Truda zorgden dat ze niets te kort kwam.
De peuter had haar eigen kamers en eigen personeel.
En het echtpaar Auwema-Coenders kreeg voor haar van de voogden kostgeld.

In het huis aan de Haddingestraat was Truda niet het enige kind.
In zijn laatste levensjaren verwekte opa Auwema bij Truda’s stiefgrootmoeder nog acht kinderen.
De oudste dochter heette Bouwina.
Ze was vier jaar ouder dan Truda.

Truda en haar huisgenoten gingen regelmatig bij Ludolph Coenders op bezoek.
Hij was een broer van Truda’s stiefgrootmoeder en woonde aan het Lopende Diep.
Coenders was lid van het Groningse stadsbestuur.
Hij was rijk maar wilde meer.
En hij wist dat een huwelijk met Truda Clant voor hem de Aykemaborg op zou leveren.

Toen Truda dertien werd vonden Ludolph en Etta Coenders dat het tijd was om het meisje op een huwelijk voor te bereiden.
Ze hadden ook al een echtgenoot op het oog, neef Mello Coenders.

Maar er was een probleempje.
Een huwelijk van de minderjarige Truda moest worden goedgekeurd door haar voogden.
En twee van de drie voogden behoorden tot de familie Clant.
En die zagen het niet zitten dat Truda door een huwelijk in het kamp van de familie Coenders zou belanden.
Daarom zochten ze snel een eigen kandidaat.
Dit werd Lucas Clant, een achterneef van Truda.

Op 18 juli 1667 kwam de familie Clant in actie.
Lucas Clant en zijn oom Willem die net weduwnaar was geworden gingen die dag met hun koets naar de Haddingestraat.
De jonkers nodigden Truda en haar zeventienjarige tante Bouwina uit voor een uitstapje naar herberg De Roode Haan aan het Reitdiep.
Nietsvermoedend gaf Etta Coenders toestemming voor het uitstapje.

De meisjes hadden het prima naar hun zin en ze konden het goed vinden met de beide jonkers.
Het werd een gezellig dagje uit.
Maar aan het eind van de dag reden ze niet terug naar de Haddingestraat maar gingen naar Spijk waar Lucas en Willem Clant woonden.

De Coendersen waren razend.
Etta ging persoonlijk naar Spijk om de meisjes terug te halen.
Maar daar kreeg ze van hen te horen dat de schaking met hun toestemming had plaatsgevonden.
Haar broer Ludolph gebruikte ondertussen grover geschut.
Hij richtte zich tot het Groningse stadsbestuur en sprak over een criminele ontvoering.
Een misdrijf waarvoor in die tijd de doodstraf kon worden gegeven.

Hoewel nog bewezen moest worden of er sprake was van een ontvoering stuurde het stadsbestuur een gerechtsdienaar met zeven ruiters en twee soldaten naar Spijk om de meisjes te halen.
En zonodig de wapenen van het land te gebruiken.
Maar de familie Clant wachtte hun komst niet af.
Truda zat inmiddels in Godlinze op een andere borg en Bouwina was gewoon weer terug in de Haddingestraat.

Maar Bouwina bleef niet lang.
Ze koos voor Willem Clant en liet zich in maart 1668 opnieuw door hem schaken.
Er volgde een hooglopende ruzie tussen het stel en de Coendersen waarbij Willem Clant Ludolph Coenders voor een duel uitdaagde en daarna voor eeuwig werd verbannen.
En Bouwina werd door haar moeder onterfd.

De Coendersen vonden het verlies van Bouwina vervelend maar Truda woog voor hen vele malen zwaarder.
Met haar zou immers de Aykemaborg en al haar andere bezit verloren gaan.
Toen Etta en Ludolph Coenders dan ook hoorden dat nu alle drie de voogden achter een huwelijk van Truda en Lucas Clant stonden, waren de rapen gaar.
Etta kreeg voor elkaar dat de predikanten van veel Noord-Groningse dorpen weigerden het huwelijk te sluiten.
Maar het hielp niets.
Truda en Lucas trouwden gewoon in het Oost-Friese Loga.

Ook het stadsbestuur begon langzamerhand wat anders tegen het hele zaakje aan te kijken.
Het kwam tot het inzicht dat er veel eigenbelang van Coenders speelde.
En toen Lucas Clant op 15 oktober 1668 om de zeggenschap over Truda’s goederen vroeg kreeg hij die.
Hij woonde toen al op de Aykemaborg in Grijpskerk.

Truda Clant was niet alleen aan de man.
Ze zorgde er ook voor dat de geschiedenis zich niet kon herhalen.
Want ze kreeg maar liefst achttien kinderen.