Fotograaf Von Kolkow – de eerste fotograaf die Groningen vastlegde – Beno’s Stad 36 (22-9-1999)

In deze aflevering Beno’s Stad belicht Beno Hofman het leven van fotograaf Fr. Julius von Kolkow. Hierbij komen veel oude foto’s van Groningen voorbij, zoals van alle oude poorten. #BenosStad

► Beschrijving
Friedrich Julius von Kolkow was de eerste die de stad fotografeerde.
En daar bleef het niet bij.
Von Kolkow was ook hoffotograaf.
In Nederland voor koning Willem III en in Rusland voor tsaar Alexander.

Friedrich Julius von Kolkow werd in 1839 in het Pruisische Danzig geboren.
Op 24-jarige leeftijd kwam hij naar Groningen.
Von Kolkow trok in bij een andere Duitser, de fotograaf Carl Georg Hunerjäger.
Een jaar later adverteerde hij al in de Provinciale Groninger Courant met een eigen bedrijfje, eerst aan de Oude Boteringestraat maar spoedig aan de Oosterstraat.

Met Von Kolkow samenwerken viel niet mee.
Hunerjäger verdween al binnen een jaar van het toneel en in 1869 kreeg Von Kolkow ruzie met zijn compagnon Braaksma.
Nadat Von Kolkow met Braaksma had gebroken, waagde de laatste het om onder de oude firmanaam verder te gaan.
Maar dat pikte Von Kolkow niet.
Hij maakte een ingezonden brief voor de krant waarin hij schreef dat Braaksma de brutaliteit had de waarheid te verdraaien door te suggereren dat Von Kolkow nog steeds op het atelier werkte.

Von Kolkow voelde zich heel wat.
Dat kwam doordat hij op zijn foto’s altijd liet zetten Fr. Julius von Kolkow.
En dat Fr. van Friedrich kon worden opgevat als afkorting voor freiherr, het Duitse voor baron.
Veel stadjers noemden hem daarom baron Von Kolkow.
Nou, de fotograaf vond dat wel prettig en deed er absoluut niets aan om het misverstand uit de weg te ruimen.

Von Kolkow verkocht al in 1868 Stereoscopische Gezigten van Groningen.
Hij was in die tijd één van de weinigen die buiten fotografeerde.
Dat viel namelijk niet mee omdat er moest worden gewerkt met zelfgemaakte natte platen.
In Groningen had Von Kolkow in 1869 eigenlijk nog maar één serieuze concurrent. de fotograaf Egenberger.
Zij waren de enige Groningers die in 1869 meededen aan een grote internationale tentoonstelling van Photografiën in het Academiegebouw.
Maar een echte concurrent was Egenberger niet want hij was te laat met zijn inzendingen.
Von Kolkow was wel op tijd en won een bronzen medaille.

Von Kolkow was erg ingenomen met zijn eigen prestaties.
Zo vermeldde hij vol trots op zijn fotokartonnen de medailles die hij had gewonnen in bijvoorbeeld Amsterdam en Philadelphia.
Zijn prestaties werden zelfs opgemerkt door het koningshuis.
Hij mocht wat plaatjes maken voor de in nijverheid geïnteresseerde Prins Hendrik en later ook voor zijn broer Willem III, de koning.
Von Kolkow noemde zich daarna prompt hoffotograaf.
En in Rusland werd hij bekend na het fotograferen van het Czaar Peterhuisje in Zaandam.
Voor de Russische troonopvolger Alexander maakte hij toen wat foto’s en uit dank kreeg hij een met initialen versierde dasspeld over de post thuisgestuurd.

In Groningen stortte Von Kolkow zich op de met sloop bedreigde stadspoorten.
Hij haalde bij het ministerie van Binnenlandse Zaken de opdracht binnen alle poorten te fotograferen.

De Groninger Courant was enthousiast dat de poorten zo aan de vergetelheid werden ontrukt.
Maar het ministerie was wat kritischer.
Over de opname van de Oosterpoort schreef de correspondent van de rijksadviseurs dat het in de poort zo druk was dat het onmogelijk bleek die poort zonder stoffage af te beelden.
En met de foto van de Steentilpoort ging het helemaal mis.
Omdat de poort bouwkundig niet veel voorstelde mocht Von Kolkow ook wat trapgevels fotograferen.
De fotograaf maakte toen een plaatje van het hele Binnen-Damsterdiep.
Dat leverde wel een fraai stadsgezicht op maar de poort was nauwelijks zichtbaar.

Von Kolkow vond fotograferen geen beroep of ambacht maar een wetenschap.
Daarom fotografeerde hij ook graag voor wetenschappers.
Voor professoren maakte hij bijvoorbeeld foto’s van preparaten.
Soms maakte hij er lantaarnplaatjes of dia’s van die voor colleges of lezingen werden gebruikt.
Von Kolkow vond zichzelf dus een wetenschapper en hij vond dat hij van meerdere markten thuis was.
In 1883 bijvoorbeeld schreef hij het gemeentebestuur hoe volgens hem de waterverversing in de bad en zweminrichtingen kon worden verbeterd.
En in 1907 adviseerde hij het college van B en W ongevraagd over de aanschaf van brandweermateriaal.

Von Kolkow was zelfs als bejaarde nog in voor iets nieuws.
Zo wilde hij in 1911 in het Concerthuis voor het Groninger Natuurkundig Genootschap een filmvoorstelling organiseren.
Maar het bestuur van het genootschap zag een voorstelling met een cinematograaf, dat was een oude filmprojector, niet zitten.
Waarschijnlijk waren ze bang voor brand en omdat het Concerthuis nog geen filmhuis was bang voor concurrentie met reguliere bioscopen.

Het eindigde met Von Kolkow wat triest.
In 1912 kwam de fotograaf in moeilijkheden omdat zijn atelier aan de Grote Markt van eigenaar verwisselde.
De nieuwe eigenaar van het pand wilde er geen bedrijfsruimte in hebben en de fotograaf moest op zoek naar een nieuw pand.
Hij klopte bij het gemeentebestuur aan en vroeg of hij zijn spullen tijdelijk in het toevluchtsoord aan de Sint Jansstraat mocht stallen.
Maar het gemeentebestuur weigerde omdat het vond dat het toevluchtsoord bestemd was voor thuisloze meisjes en niet voor thuisloze spullen.
Von Kolkow vond geen nieuw pand en in mei 1913 werd alles van hem geveild.
Een jaar later overleed hij, triest en gedesillusioneerd.

Zondag wordt in de Korenbeurs de Groninger Fotokijkdag gehouden.
Tussen elf en vijf kan ieder die dat wil foto’s uit de periode 1840 tot 1914 laten zien.
Deskundigen bekijken ze en stellen er een tentoonstelling uit samen in het kader van Noorderlicht.
Grote kans dat er nog wel wat Von Kolkows tussen zitten.