Het vertrek van defensie van het zogeheten Rabenhauptterrein aan de Hereweg, is de aanleiding voor een Beno’s Stad eind 1998 over de geschiedenis van de Helperlinie. Beno Hofman besteedt o.a. aandacht aan de Van Mesdagkliniek, het Engelse Kamp en kolonel Thomson. #BenosStad
► Beschrijving
Vorige maand werd hier op het Rabenhauptterrein aan de Hereweg begonnen met de sloop van enkele oude defensiegebouwen.
Nog even en het leger heeft zich helemaal teruggetrokken uit dit stukje Groningen.
Defensie kwam hier bijna driehonderd jaar geleden en legde toen de Helperlinie aan, een verdedigingslinie die nog steeds herkenbaar is.
Laten we maar eens gaan kijken.
In 1672 viel de bisschop van Münster Groningen aan.
Hij deed dit vanuit het zuiden zoals alle aanvallers voor hem dat ook al hadden gedaan.
De bisschop beschoot de stad vanaf de natuurlijke hoogtes van de Hondsrug bijvoorbeeld de Kempkensberg.
De stad besloot na het beleg iets te doen om herhaling te voorkomen.
En zo werden de heuvels waar Bommen Berend zich had verschanst afgegraven.
Maar daarbij bleef het niet.
Het hoofd van de Nederlandse verdedigingswerken, Menno van Coehoorn, inspecteerde de vesting rondom Groningen en vond dat deze moest worden versterkt.
Dat gebeurde in 1700 door de aanleg van de Helperlinie.
Een extra verdedigingslinie tussen het Winschoter- en het Hoornse Diep.
Deze bestond uit drie naast elkaar gelegen bastions en aan de uiteinden vierkante schansen.
De Helperlinie had een vestinggracht die normaal droog stond en in oorlogstijd onder water kon worden gezet om de vijand tegen te houden.
Omdat men rond 1800 vond dat de vesting nog wat verbeterd moest worden, werd er toen een extra gracht gegraven.
Maar nou een die altijd onder water stond.
Deze gracht liep van het Winschoterdiep naar het Hoornse Diep en werd het Helperdiepje genoemd.
En de brug over dit Helperdiepje werd de Natte Brug genoemd.
Zo kon de brug worden onderscheiden van de brug over die andere gracht, de Droge Brug over de droge gracht.
De grens tussen de gemeente Groningen en Haren lag eerste bij deze Droge Brug bij het Sterrebos.
Later verschoof die hier naar de Natte Brug en in 1914 schoof de grens zover op dat het dorpje Helpman bij Groningen kwam te horen.
Aan het eind van de vorige eeuw werd de Helperlinie afgebroken, net als alle andere Groninger vestingwerken.
De grond die van het Rijk was, kon nu worden bebouwd.
Aan de oostzijde van de Hereweg werd een gevangenis gebouwd.
Het was één van de eerste moderne gevangenissen van Nederland.
Vroeger was het normaal om gevangenen in groepen op te sluiten maar nu kreeg iedere gevangene een eigen cel.
Ze zouden dan geen slechte invloed meer op elkaar kunnen hebben en zo zouden ze misschien sneller tot inkeer komen.
De gevangenis zag er met z’n zware muren, torens en poort wel heel indrukwekkend uit maar echt waterdicht was die toch niet.
Directeur De Blauw had al eens gewaarschuwd dat het voor bepaalde jongens een koud kunstje was om valse sleutels te maken.
In november 1953 kreeg hij gelijk.
Drie gevangenen wisten met eigen gemaakte sleutels bijna te ontsnappen.
Tijdens het luchten op de binnenplaats waren ze even aan de aandacht van de bewakers ontkomen.
Ze gingen een werkplaats binnen met hun sleutels en vanuit die werkplaats konden ze door bovenraampjes ontsnappen.
Twee werden er echter vlak voordat ze uit het raampje klommen gegrepen.
Maar de derde was al weg.
In de tuin achter de gevangenis verstopte hij zich onder de boerenkool.
Maar tot zijn spijt werd hij daar uiteindelijk toch teruggevonden.
In die tijd was de gevangenis net door de minister van Justitie tot noodasiel van psychopaten verklaard.
Dat wil zeggen dat er in de gevangenis toen naast gewone gevangenen ook mensen zaten die ter beschikking van de regering waren gesteld, de echte zware jongens.
Vanaf 1962 zaten er in de gevangenis alleen nog maar ter beschikking-gestelden, tbs-patiënten en heette de gevangenis voortaan Van Mesdagkliniek.
Er was wel een gevangenis gebouwd maar een groot deel van de voormalige Helperlinie was toch nog leeg.
Dat gold onder andere voor het terrein achter de gevangenis.
Dat werd gebruikt door soldaten om er het marcheren te oefenen en door Be Quick om er te voetballen.
In de Eerste Wereldoorlog veranderde dat.
Nederland vocht in die oorlog niet mee maar kreeg er wel mee te maken.
Engelse soldaten die de oorlog probeerden te ontvluchten kwamen namelijk ons land binnen.
Omdat Nederland neutraal was, mochten deze militairen wel blijven maar dan ontwapend en vastgezet.
Vijftienhonderd Engelse soldaten kwamen zo in Groningen terecht.
Eerst werden ze in de kazerne aan de Hereweg ondergebracht maar spoedig kregen zij achter de gevangenis hun eigen Engelse Kamp, een stad van houten barakken, een planken stad een Timbertown.
It’s a long way to Tipperary,
It’s a long way to go.
Dat zongen de Engelse soldaten als ze door de Groningse binnenstad marcheerden.
De Engelsen die hadden het redelijk naar hun zin in Groningen.
Ze konden aan sport doen en naar cabaret maar altijd wel bewaakt en ontsnappen mochten ze niet.
Toen een aantal officieren dat toch deden werden ze daarvoor zwaar gestraft.
Ze werden overgeplaatst naar Urk.
En daar hadden ze het niet zo naar hun zin want Urk was toen nog een eiland en heel gereformeerd.
Dit is het Engelse Kamp nu.
Het dankt de naam dus aan de tijd dat de Engelsen hier zaten.
It’s a long way to Tipperary,
It’s a long way …
Op de Helperlinie werd aan de westzijde van de Hereweg de Rabenhauptkazerne gebouwd.
Genoemd naar Carl Rabenhaupt die Groningen in 1672 had verdedigd tegen Bommen Berend.
Het was een kolossaal gebouw met een gevel van wel 158 meter lengte.
In 1945 werd de kazerne zwaar beschadigd en daarom afgebroken.
In de gebouwen die er toen voor in de plaats kwamen was tot 1974 een garnizoen gevestigd.
In dat jaar verhuisde het naar Assen.
De beroemdste bewoner van de Rabenhauptkazerne was luitenant-kolonel Thomson.
In 1914 werd hij als internationaal politieagent naar Albanië gestuurd om mee te helpen dit land buiten de oorlog te houden.
Heldhaftig ging hij zijn manschappen voor in de strijd.
Maar helaas hij werd dodelijk getroffen.
Dit was een nationale ramp en koningin Wilhelmina kwam er zelfs voor naar Groningen.
Vijf jaar na zijn dood werd van Thomson een borstbeeld gemaakt dat voor de kazerne kwam te staan.
Maar met het terugtrekken van defensie moest het beeld ook weg.
En daarom staat het nu iets verderop op de Zuiderbegraafplaats.
Van de defensiegebouwen blijven voorlopig alleen de oude marechausseewoning aan de weg en deze bunker.
En omdat de bunker blijft blijven ook stukjes van de oude Helperlinie gespaard.
De rest van het terrein worden bebouwd met dure huizen.
En of dan de bunker kan blijven wat het nu is, een alternatief poppodium, is nog maar de vraag.