Het aantal mensen dat in armoede leeft in de gemeente Groningen is vorig jaar gestegen. Dat is voor het eerst na jaren van daling, zo blijkt uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. De gemeente heeft nog steeds het grootste aandeel arme mensen van de provincie en staat landelijk in de top vijf van armste gemeenten.
Vorig jaar leefden in onze gemeente 13.400 mensen in armoede, ofwel 5,8 procent van de bevolking. Dat is meer dan in 2023, toen 11.100 mensen (4,9 procent) arm waren. Na jaren van daling is de armoede in Groningen sinds 2022 weer iets toegenomen. In 2021 lag het aantal armen nog op 18.700 personen (8,4 procent), maar in 2022 daalde dit aantal naar 13.200 (5,9 procent).
Het aandeel arme mensen in onze gemeente is bijna het dubbele van het landelijke gemiddelde, met 3,1 procent gemiddeld voor heel Nederland. Vaals (6,9 procent) is de armste gemeente van Nederland. De andere gemeenten in de top vijf waren Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Groningen.
Provinciaal gaat de gemeente Groningen ook aan kop als het om armoede gaat. In Pekela ging het aandeel armen wel iets sneller omhoog dan in Stad, met een stijging van 1,1 procent tussen 2023 en 2024. Ook in Oldambt ging het aandeel arme mensen omhoog. Westerkwartier is met slechts 1,6 procent van de inwoners onder de armoedegrens de minst arme gemeente van de provincie Groningen.
Ook landelijke stijging, voor het eerst in vijf jaar
Iemand is volgens de berekening van het CBS arm als in het huishouden, na aftrek van de vaste lasten, te weinig inkomen overblijft om basisbehoeften als eten, kleren en sociale activiteiten te betalen. De armoedegrens is daarnaast het minimumbedrag dat een huishouden nodig heeft om normaal te kunnen leven.
Landelijk steeg de armoede in 2024 voor het eerst in vijf jaar, met 551.000 arme mensen in het land. De stijging van de armoede in 2024 hangt deels samen met het wegvallen van de energietoeslag die gezinnen in 2022 en 2023 hielp om rond te komen. Ook al steeg het kindgebonden budget, dit compenseerde niet volledig de hogere kosten van energie en andere vaste lasten. Het CBS laat zien dat vooral mensen met een baan achterblijven in de armoede, terwijl veel mensen met een uitkering door eerdere maatregelen uit de armoede zijn gekomen.
Naast de 551.000 mensen die officieel arm zijn, zijn er in Nederland ook 1,1 miljoen mensen bijna-arm. Hun inkomen ligt net boven de armoedegrens, maar ze hebben weinig spaargeld of andere financiële reserves. Van alle kinderen tot 18 jaar groeit ongeveer één op de veertien op in een arm gezin, en bijna één op de dertien woont in een bijna-arm gezin. Bijna de helft van de (bijna-)armen kan niet zonder zorgen een onverwachte uitgave van 1.500 euro betalen of jaarlijks op vakantie gaan.