Het Groninger Landschap begint dit najaar met werkzaamheden in de rietlanden bij Leinwijk en Wolfsbarge rond het Zuidlaarmeer. Daar wordt een deel van het struikgewas weggehaald om het leefgebied van de bruine kiekendief en andere moerasvogels te verbeteren.
De bruine kiekendief is een grote roofvogel die het liefst broedt in uitgestrekte rietvelden. Deze vogel is de meest voorkomende kiekendief in Nederland, maar in het Hunzedal (één van de broedgebieden) gaat het de laatste jaren minder goed. Sinds 1997 neemt het aantal nesten daar af. De belangrijkste oorzaken: verdroging en toename van struikgewas.
Rust herstellen
De vogel houdt van open rietvelden met veel water, maar zonder bomen of struiken in de buurt. Door verdroging en de groei van elzen en wilgen raakt steeds meer rietland overwoekerd. Daardoor verdwijnt de rust en openheid die de kiekendief nodig heeft om te broeden.
Om dat te herstellen laat Het Groninger Landschap aan de oostkant van het Zuidlaardermeer, bij Leinwijk en Wolfsbarge, ongeveer 50 are aan struiken verwijderen. Als het struikgewas weg is, kan het riet weer beter groeien en kan het gebied makkelijker onderhouden worden. Zo blijft het een aantrekkelijk broedgebied niet alleen voor de bruine kiekendief, maar ook voor andere moerasvogels zoals de roerdomp en rietzanger.
De werkzaamheden duren van half november tot het einde van het jaar.