Arriva heeft op één punt gelijk gekregen van de Autoriteit Consument en Markt (ACM). Het vervoersbedrijf had een klacht ingediend over ProRail, omdat die onvoldoende uitleg had gegeven over waarom Arriva slechts een beperkt aantal treinritten per dag mag uitvoeren op het traject naar Zwolle.
Arriva had bij ProRail een aanvraag ingediend om dagelijks meerdere treinen te laten rijden op het traject tussen Groningen en Zwolle. Van de elf aangevraagde ritten werden er uiteindelijk slechts twee toegewezen. Omdat ProRail niet uitlegde waarom de andere ritten werden afgewezen, diende Arriva een klacht in. Toen ProRail daarop opnieuw onvoldoende uitleg gaf, stapte Arriva naar de ACM. De ACM vindt het belangrijk dat ProRail in de toekomst duidelijker is. Ze hebben inmiddels uitgelegd waar het knelpunt zit. “Wij achten het van belang dat ProRail bij toekomstige capaciteitsconflicten direct in het coördinatiedossier duidelijk toelicht waarom aangevraagde capaciteit wordt afgewezen”, aldus de ACM.
Op andere punten krijgt Arriva geen gelijk. Arriva wilde bijvoorbeeld dat ProRail berekende hoeveel treinen er maximaal op het spoor mogen rijden. De ACM stelt dat ProRail op dat moment nog niet over de benodigde gegevens beschikte om zo’n berekening te maken. Omdat dit onderzoek tijd en geld kost, keurt de ACM het goed dat ProRail als norm het aantal treinen hanteert dat in eerdere jaren ook reed. Dit wordt het ‘bewezen gebruik’ genoemd en is volgens de ACM een objectieve en acceptabele methode.