Leger des Heils op zoek naar andere plek voor dagopvang daklozen in Stad; pand aan Spilsluizen wordt verkocht

nieuws
Foto: Alexander Fox | PlaNet Fox via Pixabay

Het Leger des Heils gaat op zoek naar een andere plek voor haar dagopvang van dak- en thuisloze personen in Groningen. De verhuurder wil het huidige pand aan de Spilsluizen verkopen.

Volgens wethouder Inge Jongman komt het voornemen van de eigenaar om het pand aan de Spilsluizen te verkopen als een verrassing, zowel voor het Leger des Heils als de gemeente.

Woordvoerder Carlien Kappert van het Leger des Heils vertelt: “We hebben van de verhuurder een aanbod gekregen om het pand zelf te kopen. Daar hebben we naar gekeken, maar omdat het gebouw aan de Spilsluizen een monumentale status heeft, wordt het onderhoud van het pand voor ons waarschijnlijk lastig. Dus dat gaan we niet doen. Maar we weten nu niet wat de nieuwe, toekomstige eigenaar wil met het pand. Daarom gaan we nu alvast op zoek naar een alternatieve locatie.”

Wethouder Jongman en Kappert laten weten dat het heilsleger afspraken heeft gemaakt met de verhuurder, waardoor het pand in ieder geval tot augustus 2025 beschikbaar is voor de dagopvang. Volgens Kappert gaat, met de mogelijke verhuizing in het vooruitschiet, een geplande verbouwing nu (nog) niet door: “Die staat voorlopig ‘on-hold’, want als we er straks uit moeten heeft dat natuurlijk weinig zin.”

Wethouder Jongman laat weten dat het Leger des Heils en de stichting Open Hof hulp krijgen bij de zoektocht naar een nieuwe plek: “Daarmee zorgen we dat de dagopvang voor dak- en thuisloze personen gewaarborgd blijft.”

Aan de Spilsluizen kunnen dagelijks zeventig dak- en thuislozen terecht voor een praatje, iets te eten, een kop koffie en een douche. De dagopvang van het Leger des Heils en Open Hof zit pas een jaar aan de Spilsluizen, na een verhuizing vanuit de Kostersgang. De verhuizing was het gevolg van een fusie tussen de Open Hof en het Leger des Heils. De twee organisaties waren juist blij met hun nieuwe plek voor de dagopvang, omdat de locatie aan de Kostersgang te klein was geworden.