“Twaalf jaar na het begin van Maxima moeten we constateren dat kledingbanken helaas nog steeds nodig zijn”

nieuws
Foto: Yvonne Alserda

Na twaalf jaar actief geweest te zijn voor kledingbank Maxima nam afgelopen week oprichter Henk Slagter afscheid als voorzitter. Een gesprek over waarom de kledingbank indertijd is opgericht, en hoe er tegen de toekomst wordt aangekeken. Is de kledingbank nog steeds nodig?

Hoi Henk! Afgelopen donderdag heb je afscheid genomen. Hoe was dat?
“Het was heel gezellig, het was heel leuk. In de afgelopen twaalf jaar zijn er in de provincie Groningen zeven Maxima-kledingbanken en Dress for Success opgericht. Elke kledingbank heeft zijn eigen bestuur. Iedereen had een afvaardiging gestuurd, waar ik mee gesproken heb. En natuurlijk, daar horen bloemen bij en er zijn mooie cadeaus gegeven. En natuurlijk de toespraken.”

Terug naar twaalf jaar geleden. In de herfst van dat jaar werd de eerste kledingbank in onze provincie geopend in Sappemeer. Hoe kwam je indertijd op het idee om dit te beginnen?
“Het kende een behoorlijk lange aanloop. Wij woonden in Drenthe. Ik was voorzitter van een minimaplatform en op een dag kwam, na overleg met de doelgroep, de wens naar voren om een voedselbank te beginnen. Hier werd na een tijdje een kledingbank aan toegevoegd. Op een gegeven moment zijn wij verhuisd naar Glimmen. En toen kwam ik al snel tot de ontdekking dat er op dat moment helemaal geen kledingbank was in de provincie. Ik heb een rapport opgesteld, ben met de wethouders Sociale Zaken van de gemeenten Hoogezand-Sappemeer, Slochteren en Haren om de tafel gaan zitten, en weldra was de eerste kledingbank in Hoogezand-Sappemeer een feit.”

Je zegt het al: het kende een behoorlijke aanloop. Want zoiets realiseren kost tijd en energie …
“Absoluut. Je hebt een ruimte nodig waar je de kledingbank kunt vestigen. Je moet subsidies regelen, maar je wilt ook kleding in de schappen aan kunnen bieden. We zijn toen gestart met een wekelijkse kledinginzamelactie in De Mellenshorst in Haren op zaterdagmorgen die er tot op de dag van vandaag nog steeds is. En je gaat op zoek naar vrijwilligers die de winkel draaiende willen houden. We begonnen met twaalf vrijwilligers. Tegenwoordig zijn er daar veertig mensen actief in de winkel en tien chauffeurs die voor de logistiek zorgen. In totaal zijn er 240 vrijwilligers bij de Maxima’s en Dress for Success betrokken.”

Je begint als het ware iets nieuws. Was er gelijk belangstelling?
“Ja. Bij de kledingbank werken we met een zomer- en een wintercollectie. Elke collectie bieden we een half jaar aan. Mensen die van de kledingbank gebruik maken mogen per jaar veertig stuks kleding meenemen. In het eerste half jaar hadden we vijfhonderd bezoekers. Dat ging daarna heel snel naar de duizend, en niet veel later zaten we op de vijftienhonderd. Maxima is voor mensen met een bijstandsuitkering Participatiewet of Wajonguitkering of met een zogeheten individuele inkomenstoeslag.”

Dat was ook het moment dat jullie dachten aan uitbreiding?
“Dat klopt. We hebben een informatiebijeenkomst georganiseerd. Mensen die fiducie zagen om in hun eigen plaats een kledingbank op te richten waren welkom. Op de avond kwamen vijftig tot zestig mensen af. Dat was echt gigantisch. Daarna zijn we begonnen met het opzetten van kledingbanken in Winschoten, Veendam en Delfzijl. De Maxima Kledingbank werd een concept. Een modezaak zonder kassa, waarbij mensen, die het niet zo breed hebben, toch een totaalbeleving krijgen. Iedere kledingbank kreeg een eigen bestuur, maar valt wel onder een overkoepelend bestuur, waardoor je bepaalde aanvragen makkelijk kunt regelen.”

Tegenwoordig zijn er zeven kledingbanken, onder andere eentje in de stad aan de Oosterhamriklaan …
“Op een dag werd ik benaderd door Ulfert Molenhuis van Voedselbank Groningen. Hij vertelde dat ze op het terrein een container hadden staan waar kleding werd aangeboden, maar dat dit eigenlijk niks was. Het was te klein en in de winter was het er ijskoud. En zo zijn we op die manier ook actief geworden in de stad.”

Dan kun je zeggen: geweldig, en wat mooi. Maar de keerzijde is dat het wel heel triest is dat we dit anno 2024 nodig hebben …
“Dat ben ik met je eens. In een ideale wereld zouden we dit niet nodig moeten hebben. Maar helaas is armoede er altijd geweest. Neem de Gouden Eeuw. Daar kun je een beeld bij hebben dat tijdens die periode iedereen het heel goed had. Maar dat is niet waar. Ongeveer 95 procent van de mensen in die tijd leefde in bittere armoede. Vandaag de dag is er nog steeds veel armoede. In de provincie Groningen groeit één op de acht kinderen op in armoede. Het Rode Kruis is nodig voor het uitdelen van voedselpakketten.”

In de gemeente Groningen groeit zelfs één op de zes kinderen op in armoede. Heb je de afgelopen twaalf jaar nooit het gevoel gehad dat je water naar de zee aan het dragen bent?
“Nee. Wij helpen mensen. Wat we doen is helaas nodig, maar het is ontzettend belangrijk. En ja, ik heb wel ideeën hoe het beter en eerlijker kan. Maar die beslissingen moeten elders genomen worden. En de constatering is inderdaad dat het de afgelopen jaren niet beter is geworden. De inflatie, de kansenongelijkheid, maar ook de aardbevingen. De aardbevingsproblematiek die voor stress zorgt, waardoor mensen zwaar in de ellende zijn gekomen. Wat we doen is nodig.”

Je werk is nog niet klaar want de kledingbanken zijn nog steeds nodig, maar toch neem je afscheid …
“Inmiddels ben ik al elf jaar gepensioneerd, maar in mijn werkzame leven heb ik altijd maximaal zes jaar op dezelfde plek gezeten. Ik ben zes jaar actief geweest bij de kledingbank in Sappemeer, en zes jaar actief geweest in het overkoepelende bestuur. Dit is het moment dat je plaats moet maken voor nieuw elan, voor iemand die er fris tegen aan kijkt. Peter Heidema uit Thesinge gaat mij opvolgen. Peter is jarenlang wethouder geweest in de gemeente Ten Boer. Ik heb er het volste vertrouwen in dat de kledingbanken bij hem in goede handen zijn.”

Nu hebben we jou leren kennen als een bevlogen persoon. Ik kan mij niet voorstellen dat je nu achter de geraniums weg gaat kwijnen …
“Haha, nee. We hebben ook geen geraniums. We krijgen nu meer tijd voor onze kleinkinderen, die in de buurt wonen. Daarnaast zijn we ontzettende liefhebber om mooie wandelingen en fietstochten te maken. Ik krijg hier wat meer tijd voor, en ik ben van voornemens om hier van te gaan genieten.”

Tot slot. Wat heeft bij je afscheid de meeste indruk gemaakt?
“Dat zijn een aantal dagen. Bij mijn afscheid kreeg ik van verschillende vrijwilligers te horen dat ze mij bedanken voor de geweldige werkplek. Dat vind ik fantastisch om te horen. Een groot deel van de vrijwilligers behoort namelijk zelf ook tot de doelgroep, die we dus met deze kledingbank een plek hebben gegeven waar ze ervaring op kunnen doen. En daarnaast het duurzaam bezig zijn. Elke week krijgen we 4.000 kilo kleding binnen. De helft daarvan kunnen we een plek geven in de winkels, de andere helft gaat naar een kledingverwerkend bedrijf, waardoor we aan een duurzame maatschappij werken. Het mes snijdt dus aan verschillende kanten, dat maakt mij het meest trots.”